Week 36/37: grammatica les 6 lw zn en bijv. nw

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen 

Deze week

Maandag: uitleg grammatica hoofdstuk 6

Donderdag: evt. vervolg uitleg + aan de slag

Vrijdag: tijd voor je weektaak 

Deze les

1. Stillezen

2. Uitleg: grammatica

3. Even kort aan de slag (als we tijd hebben)

4. Afsluiten les 

Welkom!

Stillezen

Pak je boek en ga stillezen 

Plagiaat & schrijfopracht

- schrijf altijd in je eigen woorden

- kopieer nooit zomaar iets letterlijk wat je hebt gevonden op internet/boek 

- je mag alleen kopiëren als je ook netjes de bron erbij noemt 

Bedenk:

ik wil graag dat JIJ schrijft, dus SCHRIJF ZELF! 

Te veel plagiaat? 

Dan opnieuw maken, melding naar mentor & ouders 

Waarom grammatica?

- om werkwoorden goed te spellen

- om de zin in de juiste volgorde te zetten 

Kortom, om zinnen te maken die anderen begrijpen. 

Wist je dat....

het je ook helpt om vreemde talen te leren?

Wat weet je al?

1. Ga naar blz. 23 in je oefenboek

2. Maak opdracht 1 & 2 

3. Dat doe je voor jezelf en in stilte 

Taalkundig ontleden

Woorden benoemen in de zin. 

In hoofdstuk 6 leer je:

hoe je zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijk naamwoorden herkent in een zin.

Zelfstandig naamwoord

Schrijf de zelfstandig naamwoorden op in je schrift:

Janneke koopt voor haar moeder een lekker koffiebroodje met rozijnen en gele room. 

Lidwoord

Het & de = bepaalde lidwoorden

Een = onbepaald lidwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Is extra en hoort bij een zelfstandig naamwoord

De steenrijke filmster werd bedolven onder hysterische fans met de meest fantastische kleren aan. 

Samen oefenen

1 a:

Huisartsen hebben te weinig tijd en kennis om de gevaren van antidepressiva in te schatten.

1b:

Directeur Wim van As ging van een viskraam op de Albert Cuyp naar een miljoenenbedrijf. 

Samen maken:

Opdracht 4  - blz. 27 

Aan de slag: Weektaak

Maken: opdracht 1 t/m 6 (blz. 23-24)

               opdracht 1 t/m 8 (blz. 26-29)

Leren: theorie blz. 23-29.

Volgende les

Neem je mee:

Lesboek (kern), schrift en laptop

Gaan we aan de slag met:

weektaak 

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen

Deze les

1. Stillezen

2. bespreken boekopdracht 

3. Kort herhalen: zn/lw/ bn

4. Werken aan je weektaak

5. Afsluiten les 

Welkom!

Stillezen

Pak je boek en ga stillezen 

Boekopdracht 

Je bent nu een boek aan het lezen. Je maakt daarover een boekopdracht. 

Deadline: vrijdag 13 oktober (week 41, voor de herfstvakantie)

Wanneer kan je eraan werken?

Je werkt vooral thuis aan de boekopdracht. 

In week 41 zelf krijg je 10 minuten in de les om eraan te werken. 

Repetitie

Je hebt je eerste repetitie Nederlands op: maandag 25 september 

De leerstof voor de repetitie is:

leesvaardigheid 2 (informerende teksten)

grammatica 6 (zn, bv, lw)

taalvaardigheid 13 (spelling bv). 

Startopdracht 

Schrijf alle zelfstandig naamwoorden op:

1. Jan heeft gisteren gevoetbald en hij scoorde het mooiste doelpunt van het team. 

Schrijf alle bijvoeglijk naamwoorden op:

2. Hij speelt in het leukste team van de Barneveldse club en dat vindt hij fantastisch. 

Schrijf alle lidwoorden op: zet erbij of ze bepaald of onbepaald zijn

3. Het team heeft al drie keer op rij gewonnen en het is alsof ze onverslaanbaar zijn: een echt topteam! 

Startopdracht 

Schrijf alle zelfstandig naamwoorden op:

1. Jan heeft gisteren gevoetbald en hij scoorde het mooiste doelpunt van het team. 

Schrijf alle bijvoeglijk naamwoorden op:

2. Hij speelt in het leukste team van de Barneveldse club en dat vindt hij fantastisch. 

Schrijf alle lidwoorden op: zet erbij of ze bepaald of onbepaald zijn

3. Het team heeft al drie keer op rij gewonnen en het is alsof ze onverslaanbaar zijn: een echt topteam! 

Samen aan de slag

Maak samen met je buurman/buurvrouw opdracht 6 uit je boek. 

Aan de slag: Weektaak

Maken: opdracht 1 t/m 6 (blz. 23-24)

               opdracht 1 t/m 8 (blz. 26-29)

Leren: theorie blz. 23-29.

Klaar? Kijk je opdrachten na. Dat kan op It's Learning. 

Volgende les

Neem je mee:

Je weektaak voor deze week af hebt! 

Gaan we aan de slag met:

h12 taalverzorging 

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen

Deze les

1. Stillezen

2. quiz over lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord

3. korte schrijfopdracht 

4. Afsluiten les 

Welkom!

Stillezen

Pak je boek en ga stillezen 

De Engelse mevrouw

wel een bijvoeglijk naamwoord

geen bijvoeglijk naamwoord

De auto rijdt hard

wel een bijvoeglijk naamwoord

geen bijvoeglijk naamwoord

Ik wil een nieuwe

wel een bijvoeglijk naamwoord

geen bijvoeglijk naamwoord

Maak een zin met sport/sporten als zelfstandig naamwoord

Maak een zin met sport/sporten als werkwoord

Het regent buiten

wel lidwoord

geen lidwoord

De mussen vallen van het dak.

wel lidwoord

geen lidwoord

Aan de slag: weektaak

Maken: opdracht 1 t/m 6 (blz. 23-24, les 5)

               opdracht 1 t/m 8 (blz. 26-29, les 6)

klaar? kijk na op It's Learning

De eerste 10 minuten stil. Daarna zachtjes overleggen.

Formatief toetsje 

Leesvaardigheid & grammatica

1. Wat betekent het woord 'objectief'?

2. Beschrijf het klaslokaal in een zin met 2 bn + 2 zn

3. Benoem het onderstreepte woord:

a. De grootte van de taart viel mee tegen.

b. Jan van Amerongen is de oudste van het stel

c. Een bijzondere dag was het gisteren! 

Formatief toetsje 

Leesvaardigheid & grammatica

1. Wat betekent het woord 'objectief'? neutraal, feitelijk

2. Beschrijf het klaslokaal in een zin met 2 bn + 2 zn 

Het lokaal is lelijk en er staan beige tafels in. 

3. Benoem het onderstreepte woord:

a. De grootte van de taart viel mee tegen.  ZN

b. Jan van Amerongen is de oudste van het stel ZN + ZN

c. Een bijzondere dag was het gisteren! OLW + BN + ZN 

Aan de slag: schrijven

Schrijf vier zinnen over de dag van gisteren. Wat heb je meegemaakt of gedaan? 

In zin 1: mag je geen lidwoorden gebruiken

In zin 2: mag je geen bijvoeglijke naamwoorden gebruiken

In zin 3&4: mag je alles gebruiken

Lever je zinnen in aan het einde van deze les

Volgende les

Neem je mee:

Lesboek (kern), schrift en laptop

Gaan we aan de slag met:

taalverzorging