H1: Voc

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


1. De VOC-tijd (1596-1799)
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


1. De VOC-tijd (1596-1799)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Vervolg VOC behandelen
Aantekeningen maken
Check: wat geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Bloei van de Republiek

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen 
Leerdoelen
Aan het einde van deze lessen kan je uitleggen:
1. Het begin van de Europese expansie;

2. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie;

3. Enkele voorbeelden geven en beschrijven van de bescherming van monopoliepositie:


Slide 4 - Diapositive

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 5 - Quiz

Waar staat de afkorting VOC voor?

Slide 6 - Question ouverte

Nu volgen een aantal slides met aantekeningen.
Neem de aantekeningen over in het aantekeningenboekje in jouw eigen woorden.


Slide 7 - Diapositive

Geschiedenis VOC
  • Steeds meer Nederlandse (compagnieën) bedrijven gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 8 - Diapositive

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.

  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.

  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje

Slide 9 - Diapositive

VOC: Handelsmonopolie
  • Uitschakelen van concurrenten

  • Bouwen van handelsposten

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen van handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld

Slide 10 - Diapositive

Jan Pieterszoon Coen
  • Berucht vanwege het gebruik van geweld

  • Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden

  • Hongitochten, speciale strafexpedities om smokkelen tegen te gaan

Slide 11 - Diapositive

1799: Einde VOC
  • Engeland krijgt steeds sterkere vloot

  • Minder vraag naar producten van de VOC

  • Vierde Nederlands-Engelse oorlog (1780-1784)

  • Slecht bestuur en corruptie

Slide 12 - Diapositive

Even checken wat jullie geleerd hebben.... :)

Slide 13 - Diapositive

Wat was het hoofddoel van de VOC?
A
Meer winst in de specerijen handel door samen te werken
B
Een monopolie op de specerijenhandel
C
De macht van Portugal en Spanje in Azië verminderen
D
Zo veel mogelijk winst te maken in zuidoost Azië

Slide 14 - Quiz

Hoe kwam er een einde aan de VOC?
A
ze gingen failliet
B
corruptie
C
competitie
D
concurrentie

Slide 15 - Quiz

De VOC had een monopoliepositie
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Maïs

Slide 17 - Quiz

De VOC werd opgericht in ?
A
1600
B
1602
C
1621
D
1666

Slide 18 - Quiz

Wat was GEEN manier van de VOC om dit hoofddoel te bereiken?
A
Het uitmoorden van ongehoorzame volkeren
B
Specerijenbomen vernietigen om slechts één plek over te houden
C
Het uitbuiten en onderdrukken van de oorspronkelijke bewoners voor persoonlijke winst
D
Door goed en eerlijk met de oorspronkelijke bewoners samen te werken kregen zij de beste producten voor een goede prijs

Slide 19 - Quiz

Waarom krijgt Jan Pieterszoon Coen tegenwoordig veel kritiek?
A
Hij was vooral bezig met zijn eigen belang en niet met die van de VOC
B
Hij liet met veel geweld Jakarta veroveren.
C
Hij hield zich niet aan het monopolie van de VOC
D
Hij onderwierp met veel geweld opstandige Molukkers.

Slide 20 - Quiz

Aan welk eilanden kun Jan Pieterszoon Coen koppelen?
A
Wadden-eilanden
B
Sri Lanka
C
Banda-eilanden
D
Marshall-eilanden

Slide 21 - Quiz

Volgende les:
Verwerkingsopdrachten maken van H1

Slide 22 - Diapositive

Vind je het nog lastig? Kijk bijgevoegd filmpje

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo