Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Kernverval
Moederkern
Dochterkern
Straling
Slide 2 - Diapositive
Kernverval
Moederkern
Dochterkern
Straling
WANNEER GEBEURT DIT?
Slide 3 - Diapositive
De
wetenschappers
Slide 4 - Diapositive
Meten aan kernverval
Een stralingsmeter, ook wel
geiger-müller teller, of gm-teller,
vangt straling op een geeft
een piepje als het iets heeft
opgevangen.
Slide 5 - Diapositive
Redenen waarom gm-tellers niet erg nauwkeurig zijn:
1) Weet niet of het alpha of beta straling heeft gedetecteerd.
2) Meet ook straling uit het
heelal en uit de muren van
je huis.
3) Straling gaat alle kanten op,
niet alleen naar de meter.
Slide 6 - Diapositive
Redenen waarom we gm-tellers toch gebruiken.
1) We hebben geen
andere goedkope optie.
Slide 7 - Diapositive
Wat kan je met de meting van een stralingsmeter?
De hoeveelheid kernen die per seconde vervallen noemen de activiteit van een bron.
Dit drukken we uit in
becquerel (Bq).
1 Bq = 1 kern per seconde.
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld
Je meet een radioactieve bron met een gm-teller. Na een minuut geeft de gm-teller een waarde van 780 aan. Je weet dat de achtergrond straling van 60 tikken per minuut is.
Wat is de activiteit van deze radioactieve bron?
Activiteit beschrijft hoeveel instabiele
kernen er per seconde vervallen.
Slide 9 - Diapositive
Antwoord
Straling van de bron = 780 - 60 = 720 deeltjes per minuut.
Activiteit = deeltjes / seconde
Activiteit = 720 / 60 = 12
Activiteit = 12 Bq
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Radioactiviteit gaat langzaam weg....
Moederkern
Dochterkern
Straling
Radioactief
NIET
Radioactief
(vaak)
Slide 12 - Diapositive
Halveringstijd
1 halveringstijd
1 halveringstijd
1 halveringstijd
BINAS 25A
Slide 13 - Diapositive
Het aantal kernen dat per seconde vervalt.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Voor een onderzoek naar bètastraling, heeft een leerling een radioactieve bron P-32 laten maken. Ten tijde van het onderzoek, 48 uur na het maken van de bron, heeft de bron een activiteit van 2,5*10¹² Bq. Bereken de activiteit die de bron vlak na het maken heeft. Gebruik je BiNaS.