2T4_28-01

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Ga vast rustig op je plek zitten, je laptop heb je nog niet nodig

Vak: Frans

Docent: meneer Groenen (GRP)

Vak: Frans

Docent: meneer Groenen (GRP)

Wat hebben we vorige les gedaan?

• Liedje: Sexion d’assaut – Avant qu’elle parte
  
• Welke toetsen komen er aan het eind van het hoofdstuk? Vlog van 3 minuten + lees-en luistertoets
  
• Grandes Lignes: verder met hoofdstuk 2, onderdeel A
  
• Blooket
  

Wat gaan we deze les doen?

• Tip voor iedereen: oefen met Duolingo (a/h eind v/d les maar ook thuis) 
• Sleepvraag: woordjes van A
• Leesvaardigheid: 3 vragen
• Fiche d’identité maken (kaart met persoonlijke gegevens)
  
• Grandes Lignes: opdrachten maken van onderdeel B, lire (= lezen)

Sleep het juiste Nederlandse woordje naar het juiste Franse woordje

faire du sport

la moitié

la femme

parce que

souvent

adorable

impossible

célèbre

rencontrer

schattig

onmogelijk

sporten

ontmoeten

de helft

omdat

vaak

beroemd

de vrouw

Waarover schrijft Camille op haar blog?

1. over sport en vrije tijd
2. over zichzelf
3. over vriendschap en familie

Antwoord

B -> over zichzelf

Tout sur Camille! = Alles over Camille!

Bienvenue sur mon blog = Welkom op mijn blog

J'écris sur ma vie = Ik schrijf over mijn leven

Camille gaat alleen naar de discotheek als haar vrienden er ook zijn

1. vrai (=waar)
2. faux (= niet waar)

Antwoord

Faux (niet waar)

• DJ Grand est mon DJ préféré = DJ Grand is mijn favoriete DJ
  
• Tous les vendredis, DJ Grand joue de la bonne musique = DJ Grand maakt iedere vrijdag goede muziek
  
• Je viens donc toujours = Ik kom dus altijd

Camille en Vic hebben inmiddels verkering

1. vrai (= waar)
2. faux (= niet waar)

Antwoord

Faux (niet waar)

• Peut-être qu'il va être mon petit ami = Misschien wordt hij mijn vriendje
• Net als bijvoorbeeld 'mais' (= maar), 'et' (= en) en 'donc' (= dus), is 'peut-être' een belangrijk woordje om te kennen voor het maken v/e leestoets.

Aan het eind v/h hoofdstuk: vlog

Maak een fiche d'identité

• Maken: een fiche d'identité is een kaartje met je gegevens.
• Gebruik zinnen (bij 'nom' hoef je alleen je naam op te schrijven)
• nom: je naam
• âge: daar zeg je 'ik ben 13/14 jaar' -> J'ai ... ans.
• famille: daar zeg je hoeveel zussen/broers je hebt en hoe ze heten. (broer(s) = frère(s), zus(sen) = soeur(s))
• Animal: daar zeg je wat voor en hoeveel huisdieren je hebt
• Klaar? Lever je fiche d'identité bij mij in.

Fiche d’identité: kaartje met je gegevens

Klaar? Lever je fiche d’identité bij mij in.

Grandes lignes: onderdeel B, lire (lezen)

• Je gaat een tekst over een dierenasiel lezen. Aan het eind van deze paragraaf ken je woorden over dit thema en kun je ze gebruiken.
  

Hoofdstuk 2, onderdeel B (lire = lezen)

Ken je 'n Frans woord niet? Kijk op je blaadje of op www.interglot.com

9: beantwoord de vragen in ‘t Nederlands

10a: lees de tekst globaal en kies het juiste antwoord

11a: 1. In de tekst staan 8 dieren, noteer ze, bijvoorbeeld: ‘les chiens’

2. Noteer de Franse vertaling

12a: beantwoord de vragen. De antwoorden staan in de tekst.

Alle opdrachten boven de 50% af? Ga de woordjes van A en B leren met SlimStampen/van papier. Je mag ook Frans oefenen met Duolingo.

Wat gaan we volgende les doen?

Verder met Grandes Lignes hoofdstuk 2