Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
1. Leg uit hoe een LDR werkt. (1 punt) (R)
Slide 1 - Question ouverte
2. Hieronder zie je een schematische weergave van een weerstand met kleurcode. Geef de waarde en tolerantie van de weerstand (blauw, oranje, bruin, zilver). (1 punt) (T1)
Slide 2 - Question ouverte
3. Zie de opstelling hieronder. Ik heb een batterij aangesloten op een lampje en in de schakeling is ook een weerstand opgenomen. De stroomsterkte en spanning over de weerstand staan aangegeven in de schakeling.
A) Bereken de weerstand van R1 (1 punt) (T1)
Slide 3 - Question ouverte
3.B) Hoe komt het dat de weerstand en de lamp samen nét geen 9V verbruiken? (2 punten). (I)
Slide 4 - Question ouverte
3.C) Stel, ik vervang mijn lampje door een 4,5 V lampje. moet ik de weerstand nu groter of kleiner maken? Waarom? (2 punten) (T2)
Slide 5 - Question ouverte
4. Hieronder zie je een relais-schakeling van een startmotor.
A) Is het relais in deze schakeling juist geschakeld? Waarom wel of waarom niet? (1 punten) (T1)
Slide 6 - Question ouverte
4.B) In welk deel van de schakeling kan ik dunnere kabels gebruiken en waarom? (2 punten) (I)
Slide 7 - Question ouverte
5) Benoem elk van de drie aansluitingen van de transistor. (1 punt) (R)
Slide 8 - Question ouverte
5.B) Johan wil graag dat zijn drie tuinlampen automatisch aan gaan als het avond wordt. Hij heeft hiervoor een aantal componenten gekocht. Welke van de hieronder gegeven schakelingen is correct? Typ A, B, C of D. (2 punten) (T2)
Klik op de afbeelding om te vergroten.
Slide 9 - Question ouverte
6) Hieronder zie je twee schakelingen van een inbraakalarm. De schakelingen doen precies hetzelfde, alleen is er een is gemaakt met behulp van een relais en een met behulp van een transistor.
A) Noem twee verschillen tussen de relais-schakeling en de transistorschakeling. (2 punten) (R)
Slide 10 - Question ouverte
6.B) Benoem in beide schakelingen de sensor, verwerker en actuator. (2 punten) (T2)
Slide 11 - Question ouverte
7) Hieronder zie je een schakeling met een transistor die de verwarming in huis bedient. De schakeling is nog niet af. De bedoeling is dat de verwarming aan gaat als het kouder wordt in huis. Leg in woorden uit hoe je dit zou doen. (2 punten) (I)