Ontdek de Dierenwereld

• Wero
• Lager onderwijs

Ontdek de Dierenwereld

Leerdoel

Leerdoel: Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten dieren benoemen en beschrijven.

Wat weet je al over verschillende soorten dieren?

Inleiding

Dieren zijn er in allerlei vormen en maten. Laten we eens kijken naar de diversiteit van dieren op onze planeet.

Classificatie van Dieren

Dieren kunnen worden ingedeeld in verschillende groepen op basis van kenmerken zoals gewervelden en ongewervelden, zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën en vissen.

Gewervelde Dieren

Gewervelde dieren hebben een skelet met wervels, zoals zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën en vissen.

Zoogdieren

Zoogdieren zijn warmbloedig, hebben haar of vacht en voeden hun jongen met melk.

Reptielen

Reptielen hebben schubben, leggen eieren en zijn koudbloedig.

Vogels

Vogels hebben veren, leggen eieren en hebben een snavel.

Amfibieën

Amfibieën hebben een huid die ademt en leggen eieren in water.

Vissen

Vissen hebben schubben, kieuwen en leven in het water.

Ongewervelde Dieren

Ongewervelde dieren hebben geen wervelkolom en omvatten insecten, spinnen, weekdieren en meer.

Insecten

Insecten hebben een lichaam verdeeld in drie delen, zes poten en vaak vleugels.

Spinnen

Spinnen hebben acht poten en produceren zijde om webben te maken.

Weekdieren

Weekdieren hebben zachte lichamen en kunnen een uitwendige of inwendige schelp hebben.

Interactieve Quiz

Laten we onze kennis testen met een leuke quiz over de verschillende diersoorten.

Bescherming van Diersoorten

Het is belangrijk om dieren te beschermen tegen bedreigingen zoals habitatverlies en overbejaging.

Einde van de Les

We hebben vandaag veel geleerd over de diversiteit van dieren. Vergeet niet om nieuwsgierig te blijven en meer te leren over de fascinerende dierenwereld!

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.