Ontdek de Dierenwereld

Ontdek de Dierenwereld
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
WeroLager onderwijs

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ontdek de Dierenwereld

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je verschillende diersoorten benoemen en hun kenmerken beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over verschillende diersoorten?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding
Wat zijn diersoorten? Laten we samen op ontdekking gaan!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn Diersoorten?
Een diersoort is een groep dieren die zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen. Voorbeelden zijn honden, katten en vogels.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van Diersoorten
Diersoorten hebben specifieke kenmerken zoals uiterlijk, gedrag en leefgebied. Deze kenmerken helpen ons om ze te classificeren en te begrijpen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Classificatie
Diersoorten worden geclassificeerd in groepen zoals zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoogdieren
Zoogdieren zijn warmbloedige dieren met haren of vacht. Ze voeden hun jongen met melk en ademen met longen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vogels
Vogels hebben veren, leggen eieren en hebben vleugels waarmee ze kunnen vliegen. Ze hebben een snavel en leggen eieren.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vissen
Vissen zijn dieren die leven in het water en ademen met kieuwen. Ze hebben schubben en vinnen om te zwemmen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reptielen
Reptielen zijn koudbloedige dieren met schubben of een schild. Ze leggen eieren en ademen met longen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Amfibieën
Amfibieën leven zowel in het water als op het land. Ze beginnen hun leven als kikkervisjes en ontwikkelen zich tot kikkers of padden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herbivoren, Carnivoren, en Omnivoren
Dieren kunnen ook worden ingedeeld op basis van hun dieet. Herbivoren eten planten, carnivoren eten vlees en omnivoren eten zowel planten als vlees.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interactieve Oefening
Laten we een spel spelen waarbij je de juiste diersoorten bij hun kenmerken moet matchen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bescherming van Diersoorten
Het is belangrijk om dieren te beschermen, omdat sommige diersoorten met uitsterven worden bedreigd. We moeten voorzichtig zijn en hun leefgebieden beschermen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Wat hebben we vandaag geleerd over verschillende diersoorten? Laten we onze kennis samenvatten!

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz
Test je kennis met een snelle quiz over diersoorten en hun kenmerken.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk dier leeft in het water en heeft kieuwen?
A
Kat
B
Schaap
C
Hond
D
Vis

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk dier vliegt en maakt honing?
A
Vlinder
B
Kip
C
Eend
D
Bij

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leuk Feitje
Wist je dat een octopus drie harten heeft?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Onderzoek een diersoort naar keuze en maak een korte presentatie erover voor de volgende les.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen
Heb je nog vragen over diersoorten? Stel ze gerust!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.