Ma 03-10 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Maandag 3 oktober

Week 40

Terugblik

- De vorige les zijn we begonnen met 1.8 spelling.

Planning

- Lezen

- Uitleg / nakijken

- Opdrachten maken

Lesdoelen

- Je kunt de verschillende zinsdelen benoemen.

Als je zinsdelen gaat benoemen, werk je altijd met een vaste volgorde:

1. Zoek als eerste de pv (persoonsvorm) " verander de tijd en kies het juiste werkwoord.

2. Zet daarna zinsdeelstrepen " verander de woordvolgorde en bekijk wat bij elkaar hoort.

3. Benoem het wg (werkwoordelijk gezegde) " de pv + alle andere werkwoorden in de zin.

4. Benoem het o (onderwerp) " vraag wie/wat + wg?

5. Benoem het lv (lijdend voorwerp) " vraag wat/wie + wg + o?

6. Benoem het mv (meewerkend voorwerp)" vraag aan/voor wie + wg + o + lv?

7. Benoem de bwb (bijwoordelijke bepaling) " alle zinsdelen die je nog niet hebt benoemd.

Zinsdelen benoemen

Voorbeeld

   bwb        wg              o                 mv                   lv                   wg

Daarna | heeft | de dokter | zijn patiënt | een injectie | gegeven.

        bwb           wg       o                        lv                    wg

Vanmorgen | hing | Karin | de reclamebordjes | op.

                o                     wg        mv                  lv

Sommige klanten | gaven | haar | vreemde blikken. 

Zinsdelen benoemen

H 1.7

Opdracht: 2, 3, 5, 8 

Klaar?

-> Nakijken 2.1,

Maken

Woensdag

- Gaan we beginnen met een klein project over fictie

- Neem je laptop mee.

Wat heb je geleerd vandaag?