Unit 2: Dates and Times (KORT)

• eng
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Unit 2: Dates and Times

                                 Let's see if you know how this works! :)

                                    Round 1: Time

Welk voorzetsel gebruiken we in het Engels om tijd aan te geven?
(om 10:30 = ....... 10:30?)

1. on
2. in
3. of
4. at

Vertaal naar het Engels:
17:36

Vertaal naar het Engels:
14:04

Vertaal naar het Engels:
08:30

Vertaal naar het Engels:
10:15

Vertaal naar het Engels:
12:45

Vertaal naar het Engels:
18:17

                                    Round 2: Dates

Hoe schrijf je 14-09 in het Engels?

1. 14 September
2. 14th September
3. 14 september
4. September 14th

Hoe schrijf je 04-04 in het Engels?

1. April the fourth
2. Four of April
3. the fourth of April
4. April fourth

Hoe schrijf je 31-10 in het Engels?

1. thirty-first October
2. the thirty-first of October
3. October thirty-one
4. October the thirty-first

Vertaal en schrijf voluit:
24-12

Vertaal en schrijf voluit:
02-05

Vertaal en schrijf voluit:
13-04

Vertaal en schrijf voluit:
woensdag 24-02

Vertaal en schrijf voluit:
zaterdag 09-07

Vertaal en schrijf voluit:
donderdag 04-01

The end!

Nou, nog twee vraagjes dan...

Even checken!
Snap je noghoe het zit met de tijden in het Engels?

1. Ja! :)
2. Nee... :(

Snap je nog hoe het zit met het opschrijven van datums in het Engels?

1. Ja! :)
2. Nee... :(