Dates and Times (short version)

Dates and Times 

Quiz
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
engMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dates and Times 

Quiz

Slide 1 - Diapositive

Round 1: Time

Slide 2 - Diapositive

Welk voorzetsel gebruiken we in het Engels om tijd aan te geven?
(....... 10:30.)
A
on
B
in
C
of
D
at

Slide 3 - Quiz

Vertaal naar het Engels:
Het is 17:36.

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
Het is 14:04.

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
Het is 08:30.

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
Het is 10:15.

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
Het is 12:45.

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
Het is 18:17.

Slide 9 - Question ouverte

Round 2: Numbers

Slide 10 - Diapositive

Vertaal naar het Engels:
31e
A
thirtieth-first
B
thirtyfirst
C
thirtiethfirst
D
thirty-first

Slide 11 - Quiz

Vertaal naar het Engels:
18e

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
12e

Slide 13 - Question ouverte

Round 3: Days and Months

Slide 14 - Diapositive

Welk voorzetsel gebruiken we in het Engels om aan te geven op welke dag iets is?
(We're going ....... Thursday.)
A
on
B
in
C
of
D
at

Slide 15 - Quiz

Vertaal naar het Engels:
dinsdag

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
Woensdag

Slide 17 - Question ouverte

Welk voorzetsel gebruiken we in het Engels om
aan te geven in welke maand iets is?
(I'm going ...... January.)
A
on
B
in
C
of
D
at

Slide 18 - Quiz

Vertaal naar het Engels:
februari

Slide 19 - Question ouverte

Round 4: Dates

Slide 20 - Diapositive

Hoe schrijf je 04/04 in het Engels?
A
April the fourth
B
Four of April
C
the fourth of April
D
April fourth

Slide 21 - Quiz

Hoe schrijf je 31/10 in het Engels?
A
thirty-first October
B
the thirty-first of October
C
October thirty-one
D
October the thirty-first

Slide 22 - Quiz

Vertaal en schrijf voluit:
12/01

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal en schrijf voluit:
maandag 02/05

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal en schrijf voluit:
donderdag 14/02

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal en schrijf voluit:
zaterdag 09/07

Slide 26 - Question ouverte

The end!
Nou, nog twee vraagjes dan...

Slide 27 - Diapositive

Even checken!
Snap je nu hoe het zit met de tijden in het Engels?
A
Ja! :)
B
Nee... :(

Slide 28 - Quiz

Snap je nu hoe het zit met het opschrijven van data in het Engels?
A
Ja! :)
B
Nee... :(

Slide 29 - Quiz

Dates and Times 

Quiz

Slide 30 - Diapositive