L2. Ervaring opdoen met softwareontwikkeling

Ervaring opdoen met softwareontwikkeling

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je werken aan een gesimuleerd softwareontwikkelingsproject en begrijp je de verschillende fasen van het ontwikkelingsproces.

Leg aan het begin van de les het leerdoel uit aan de studenten.

Wat weet je al over softwareontwikkeling process?

Wat is softwareontwikkeling?

Softwareontwikkeling is het proces van het creëren van softwaretoepassingen door middel van programmeren en coderen.

Leg uit wat softwareontwikkeling inhoudt en waarom het belangrijk is.

Fasen van het ontwikkelingsproces

1. Analyse en planning 

2. Ontwerp 

3. Implementatie 

4. Testen 

5. Onderhoud

Beschrijf kort elke fase van het ontwikkelingsproces en geef voorbeelden.

Analyse en planning

In deze fase worden de eisen en doelstellingen van het project geïdentificeerd en wordt een plan opgesteld.

Beschrijf wat er gebeurt tijdens de analyse- en planningsfase en geef een voorbeeld.

Ontwerp

In deze fase wordt het conceptuele ontwerp van de software gemaakt en worden de technische specificaties bepaald.

Leg uit wat er gebeurt tijdens de ontwerpfase en geef een voorbeeld.

Implementatie

Tijdens de implementatiefase wordt de software daadwerkelijk ontwikkeld en geprogrammeerd.

Beschrijf wat er gebeurt tijdens de implementatiefase en geef een voorbeeld.

Testen

In deze fase wordt de software grondig getest om ervoor te zorgen dat het voldoet aan de vereisten en goed werkt.

Leg uit waarom testen belangrijk is en geef een voorbeeld van testactiviteiten.

Onderhoud

Na de implementatie en het testen wordt de software regelmatig onderhouden en geoptimaliseerd.

Beschrijf het belang van onderhoud en geef voorbeelden van onderhoudsactiviteiten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.