Hoofdstuk 3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

E verdient per week €10,- en heeft op zijn rekening €50,- staan. Stel de formule op voor het bedrag dat E per week heeft op zijn rekening.

1. b=60
2. b=10w + 50
3. b= 60w

Gegeven zijn de formules b= 18w + 75 en b= 35 + 17w.
Geef de somformule (let op gelijksoortige termen!)

Stel de somformule op bij dit tabel

1. b totaal= 2a + 10
2. b totaal= 2,5a + 12
3. b totaal= 4,5a + 22
4. b totaal= 22a + 4,5

stel de verschilformule op

1. b totaal= 3a + 6
2. b totaal= -3a - 6
3. b totaal= -3a + 6

10:34

Welke methode vind jij het makkelijkste?

Schrijf zonder haakjes:
y= 15(p + 3)

1. y= 15p + 3
2. y= 15p+ 45
3. y= 45p

Schrijf zonder haakjes:

p= 8(0,25q - 4)

1. p= 2q-4
2. p=2q-32
3. p= 32q-32

Welke formules zijn hetzelfde?
y= 3(3x+1)
y= 3 + 9x
y= 3x + 9

1. y=3(3x+1) en y= 3+9x
2. y=3(3x+1) en y= 3x+9
3. y= 3+9x en y= 3x + 9

3x⋅4x=

1. 7x
2. 7x​2​​
3. 12x​2​​

5z⋅z⋅6z=

1. 30z​3​​
2. 30z
3. 11z
4. 30z​2​​

2x+x⋅x⋅9x

1. 2x+9x​3​​
2. 11x
3. 11x​3​​

Combineer de volgende formules:
x= 3t
y= x+7

1. y=3t + 7
2. y= x+3t

Combineer de volgende formules
x= t + 8
y= 7x

1. y=(x+8)⋅7
2. y=(t+8)⋅7
3. 7⋅(t+8)=y