Zinsontleding 2THV

Zinsontleding
2THV
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Zinsontleding
2THV

Slide 1 - Diapositive

Een persoonsvorm zoek je door ...
A
zinsdeelstrepen te zetten
B
de zin van tijd te veranderen
C
de zin van getal te veranderen
D
een vraagzin te maken

Slide 2 - Quiz

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit...
A
de pv
B
de pv en het ow
C
alle ww uit de zin
D
de pv en de andere werkwoorden uit de zin

Slide 3 - Quiz

Het antwoord op de vraag:
wie/wat + wg + ow =
A
bwb
B
mv
C
lw
D
pv

Slide 4 - Quiz

Je vindt een meewerkend voorwerp door de vraag...
..... te beantwoorden.
A
Wie/wat + wg + ow + lv
B
wie/wat + wg + ow
C
Aan/voor wie + wg + ow + lv
D
Aan/voor wie + wg + ow

Slide 5 - Quiz

Morgen breng ik de auto naar de garage.
'Morgen' is een...
A
bwb
B
lv
C
mw
D
ow

Slide 6 - Quiz

Morgen breng ik de auto naar de garage.
'de auto' is een...
A
bwb
B
lv
C
mw
D
ow

Slide 7 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:
'Op de terugweg van vakantie namen we twee zongebruinde lifters mee.'
A
4
B
5
C
6

Slide 8 - Quiz

'De burgemeester overhandigde de nieuwe inwoners van Nijmegen de sleutels van hun
nieuwe huis.'
Welk zinsdeel is het lv?
A
De burgemeester
B
de nieuwe inwoners van Nijmegen
C
de sleutels
D
de sleutels van hun nieuwe huis

Slide 9 - Quiz

'De handgeschreven liefdesbrief stuurde de verliefde jongeman aan zijn aanbeden popster.'
Typ het ow

Slide 10 - Question ouverte

'De handgeschreven liefdesbrief stuurde de verliefde jongeman aan zijn aanbeden popster.'
Het lv is....
A
De handgeschreven liefdesbrief
B
aan zijn aanbeden popster
C
stuurde

Slide 11 - Quiz

Als er geen lijdend voorwerp in de zin staat, hoef je ook niet te kijken of er een meewerkend voorwerp in de zin staat
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

De oude dame parkeerde haar auto voor de garage.
'voor de garage' is...
A
lv
B
mv
C
bwb
D
ow

Slide 13 - Quiz

Jay gaf Sarah een dikke zoen.
'Sarah' is...
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 14 - Quiz

De kleuter hing zijn warme winterjas aan de kast.
'zijn warme winterjas' is ...
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 15 - Quiz

De kleuter hing zijn warme winterjas aan de kast.
'aan de kast' is ...
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 16 - Quiz

Wie heeft de keukentegels zo vies gemaakt?
De pv is....
A
heeft
B
gemaakt
C
Wie

Slide 17 - Quiz

De gebloemde dekens lagen over het bed gedrapeerd.
Wat is 'gedrapeerd' voor een zinsdeel?

Slide 18 - Question ouverte

De gebloemde dekens lagen over het bed gedrapeerd.
Wat is 'over het bed' voor een zinsdeel?

Slide 19 - Question ouverte

In het park gaf Mark mij brood voor de eenden aan.
Wat is 'brood voor de eenden' voor zinsdeel?

Slide 20 - Question ouverte

In het park gaf Mark mij brood voor de eenden aan.
'mij' is een
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 21 - Quiz

Lune stuurt Sebastiaan een kaart tijdens zijn ziekte.
Wat is 'tijdens zijn ziekte'?
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 22 - Quiz

Mijn tante vertelde aan tafel het verhaal van haar overleden man.
Wat is 'aan tafel'?
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 23 - Quiz

Mijn tante vertelde aan tafel het verhaal van haar overleden man.
Het lv is:
A
Mijn tante
B
aan tafel
C
van haar overleden man
D
het verhaal van haar overleden man

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive