3.1 Steriele toedieningsvormen

• Productzorg
• MBO
• Studiejaar 3

3.1 Steriele toedieningsvormen

Steriliteit van een product zegt iets over de chemische zuiverheid

1. Waar
2. Niet waar, het zegt iets over de fysische zuiverheid
3. Niet waar, het zegt iets over de microbiologische zuiverheid
4. Alle antwoorden zijn onjuist

De groei van micro-organismen is afhankelijk van

1. Water
2. Temperatuur
3. Voedingsstoffen
4. Milieu

Wat is hygiëne?

1. Bereiden met zo min mogelijk microorganismen
2. Bereiden zonder microorganismen
3. Het reduceren van micro-organismen
4. Steriliseren

Waar staat NAN voor?

1. Nederlandse apothekersnorm
2. Nederlandse algemene normen
3. Natie apothekers Nederland
4. Nieuwe apothekers Nederland

Wat hoort niet bij een goede handhygiëne

1. Desinfecteren met alcohol
2. Nagels kort houden
3. Sieraden af doen
4. Handen wassen met water minimaal 20 seconden

Kve staat voor

1. Koninklijke vereniging Eemland
2. Koninklijke vereniging externen gezondheidszorg
3. Kolonievormende eenheden
4. Kolonieverzorgende eenheden

Om te desinfecteren gebruik je alcohol:

1. 60%
2. 70%
3. 90%
4. 100%

Welke toedieningsvorm hoeft niet steriel te zijn

1. Oogwassingen
2. Wondspeolingen
3. Blaasspoelingen
4. Vaginale spoelingen

Stelling 1: Oordruppels moeten altijd steriel zijn
Stelling 2: Oogpreparaten moeten altijd steriel zijn

1. 1 is waar, 2 is niet waar
2. 1 is niet waar, 2 is waar
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Stelling 1: Bij parenteralia is de osmotische waarde niet van belang
Stelling 2: Bij oogpreparaten is de osmotische waarde niet van belang

1. 1 is waar, 2 is niet waar
2. 1 is niet waar, 2 is waar
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Stelling 1: Iso-osmotisch is dat de pH gelijk is an die van het lichaam
Stelling 2: Isohydrisch is dat de osmotische waarde gelijk is aan die van het lichaam

1. 1 is waar, 2 is niet waar
2. 1 is niet waar, 2 is waar
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Stelling 1: Steriele bereidingen doe je in een zuurkast
Stelling 2: Bij oogdruppels is het belangrijk dat er geen deeltjes in het product zitten

1. 1 is waar, 2 is niet waar
2. 1 is niet waar, 2 is waar
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Stelling 1: Werken in een LAF kast is om de bereider te beschermen
Stelling 2: Wisselen van bereider is een vorm van afschemring

1. 1 is waar, 2 is niet waar
2. 1 is niet waar, 2 is waar
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Stelling 1: Als je een product in de steriele bereidingsruimte maakt volgens de regels maar niet na steriliseert is het aseptisch
Stelling 2: Oogzalven kan je altijd steriliseren

1. 1 is waar, 2 is niet waar
2. 1 is niet waar, 2 is waar
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist