Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Etymologie en leenwoorden
Etymologie en leenwoorden
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
4 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Etymologie en leenwoorden
Slide 1 - Diapositive
0
Slide 2 - Vidéo
Noteer zoveel mogelijk sporttermen
die het Nederlands heeft overgenomen uit het
Engels.
Slide 3 - Carte mentale
Noem woorden die met de computer te maken hebben die wij lenen uit het Engels
Slide 4 - Carte mentale
0
Slide 5 - Vidéo
Etymologie
Etymologie is de studie naar de herkomst van woorden in een bepaalde taal.
Slide 6 - Diapositive
FIETS
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Waar komt het woord SCHILDERIJ vandaan?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Waar komt het woord MUZIEK vandaan?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Uit welke taal denk je dat het woord 'school' komt?
A
Grieks
B
Engels
C
Latijn
D
Spaans
Slide 13 - Quiz
schole = 'vrije tijd' in het Oudgrieks
Dus: vrije tijd om te studeren
Dus: vrije tijd om te studeren
Slide 14 - Diapositive
Leenwoorden
Door de verschillende culturen en ontwikkelingen in Nederland bestaat onze taal uit een mengsel van allerlei talen.
Die woorden noemen we
leenwoorden
.
Etymologie
is de studie die onderzoek doet naar de herkomst van woorden en uitdrukkingen.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Uit welke taal hebben wij het woord 'Humor' geleend?
A
Duits
B
Pools
C
Frans
D
Engels
Slide 17 - Quiz
Uit welke taal hebben wij het woord 'Robot' geleend?
A
Tsjechisch
B
Duits
C
Amerikaans
D
Russisch
Slide 18 - Quiz
Autos (zelf)
HINDI
champo (masseren)
Lettre (letter, brief)
LATIJN
reportare (re= terug, portare = brengen)
Fanatic (fanatiek)
fan
shampoo
auto
letter
rapport
Slide 19 - Question de remorquage
TENSLOTTE...
Wat weet je van de dagen van de week?
Slide 20 - Diapositive
Maandag komt van...
A
de dag van de maan
B
de dag van de mannen
C
van het Griekse woord manna: dag van het oogsten.
Slide 21 - Quiz
dinsdag komt ...
A
van de Germaanse god Thingsus
B
van Tuesday en dat woord komt weer van de Germaanse god: Tiwaz
C
van het Latijnse woord en tine: midden in.
Slide 22 - Quiz
zondag komt....
A
van zonda: de dag van de zonde. Vandaar dat op deze dag een kerkdag is.
B
van het woord sunnedag of sunne tag: de dag erna
C
van de zonnegod Sol.
Slide 23 - Quiz
De andere dagen
maandag
De dag van Luna (de maan)
dinsdag
Vernoemd naar de Germaanse god Thingsus
woensdag
Vernoemd naar de Germaanse oppergod Wodan
donderdag
Vernoemd naar de Germaanse god Thor
vrijdag
Vernoemd naar de Germaanse godin Frei (liefde)
zaterdag
Vernoemd naar de Latijnse god van de onderwereld: Saturnus
zondag
De dag van de zonnegod Sol
Slide 24 - Diapositive
Benoem
1. Dingen die je vandaag geleerd hebt.
2. Dingen die je interessant vond.
3. Vraag / Vragen die je nog hebt.
Slide 25 - Question ouverte
Welk cijfer geef je jezelf voor de les?
0
10
Slide 26 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
taalbeschouwing
Avril 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Etymologie (en spreekwoorden Polaris)
Décembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Plusklas Etymologie
Juin 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Plusklas Etymologie
Mars 2019
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Etymologie waar komen woorden in het Nederlands vandaan?
Mars 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
De herkomst van woorden
Juillet 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Over taal H3: nakijken 1 - 3, leenwoorden en etymologie
Mars 2018
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
H4 Taalweetjes havo/vwo
Mars 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2