2MH Quiz spelling/formuleren deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

morgen begint de kermis

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met potloden aangeven

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden

Juist of onjuist:
Lotte zei: 'Wat een leuke jongen'.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
nederlandse

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
Mercedes

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
Janneke de Boer

1. Juist
2. Onjuist

Verkleinwoorden

1. display'tje
2. displaytje

Wat is het verkleinwoord van
beweging?

1. bewegingkje
2. bewegingje
3. bewegingetje
4. beweginkje

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. Kano'tje
2. Kanotje
3. Kanoo'tje
4. Kanootje

Wat is het verkleinwoord van museum?

1. musea
2. museumpje
3. museumtje
4. museum'pje

verkleinwoorden

1. stemmetje is het verkleinwoord van stem.
2. blaadje is het verkleinwoord van blad.

1. 1 = goed 2 = niet goed
2. 1= niet goed 2 = goed
3. 1 = goed 2 = goed
4. 1 =niet goed 2 = niet goed

Verkleinwoorden

1. skietje
2. ski'tje

Een verkleinwoord is altijd een ..... ?

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Wat is het verkleinwoord van:
cola?

1. colaatje
2. cola'tje
3. cola-tje

Verkleinwoorden

1. woningkje
2. woninkje

Wat is het verkleinwoord van...
ballon?

Wat is het verkleinwoord van...
radio?

Noteer het verkleinwoord:

baby

Wat is het verkleinwoord van café?

Wat is het meervoud?

1. machine
2. machientjes
3. machines

Meervoud: wat is het meervoud van piano?

1. pianos
2. pianoos
3. piano's
4. pianoo's

meervoud

1. depressies - parapluus - hobbies
2. depressies- paraplu's - hobby's
3. depressies - paraplu's - hobbies
4. depressies - parapluus - hobby's

Als de persoonsvorm meervoud is, moet het onderwerp ook meervoud zijn.

1. Waar
2. Niet waar

Meervoud

1. cafées
2. cafees
3. cafés
4. café 's

meervouden

Wat is het meervoud van idee?

1. idees
2. ideeen
3. ideeën
4. ideën

Welk onderdeel heeft het nodig om nog wat aandacht aan te besteden?

1. hoofdletters en leestekens
2. verkleinwoorden
3. meervouden