Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
6.2 les 2
Pak alvast erbij: bladzijde 102 van je boek.
Slide 1 - Diapositive
Welke woorden horen bij een dorp en welke bij een stad? Sleep de woorden naar het juiste vakje
Stad
Dorp
Bioscoop
Flat
Meer mensen kennen elkaar
Ziekenhuis
rustiger
Natuur
Meer werk
Slide 2 - Question de remorquage
Cursus 6.2 Het ontstaan van steden
Slide 3 - Diapositive
Vorige les hebben jullie geleerd over verstedelijking. Wat is dat ook alweer?
Slide 4 - Question ouverte
Wat hebben de uitvindingen in de landbouw te maken met het ontstaan van steden?
Slide 5 - Question ouverte
Wat heeft het ontstaan van markten te maken met het ontstaan van steden?
Slide 6 - Question ouverte
Nu er markten waren hoefde niet iedereen boer te zijn. Leg dit uit.
Slide 7 - Question ouverte
Leerdoelen vandaag
Leren wat ambachtslieden zijn.
Wat marktplaatsen zijn.
Wat textiel is.
Wat hanze is.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De eerste steden ontstonden rond het jaar 1.000
Slide 10 - Diapositive
In welk tijdvak ontstonden de eerste steden?
Slide 11 - Question ouverte
Voor het jaar 1.000 werkte bijna iedereen als boer.
Doordat de boeren rond het jaar 1.000 op een andere manier hun land gingen verbouwen kwam er steeds meer eten
Slide 12 - Diapositive
Hoe deden ze dat dan?
Door nieuwe uitvindingen kon er meer eten verbouwd worden.
Mest, de ploeg en het drieslagstelsel werden bedacht.
Slide 13 - Diapositive
Daarnaast zorgde ook een nieuwe uitvinding voor vruchtbaardere grond; de ploeg
Slide 14 - Diapositive
Door welke twee uitvindingen konden boeren ineens meer voedsel leveren?
Slide 15 - Question ouverte
Ambachtslieden
Nu hoefde niet meer iedereen als boer te werken om aan eten te komen, maar ze konden gewoon eten kopen.
Hierdoor kwamen er andere beroepen.
Bv. marktkoopman, timmerman, schoenmaker enz.
Slide 16 - Diapositive
Een ambacht is een beroep waarbij je iets maakt met je handen en gereedschap.
Denk aan kleding, schoenen, brood maar ook huizen of boeken.
Mensen die een ambacht als beroep hebben noemen we ambachtslieden.
Deze ambachtslieden zitten vaak bij een vereniging. Dat noemen we een gilde.
Slide 17 - Diapositive
Textiel
Textiel werd ook uitgevonden. Dit is een stof waar je kleding van kan maken. Ambachtslieden gebruikte dit voor kleding, dekens, vlaggen en doeken.
Slide 18 - Diapositive
Er ontstonden grote markten. Op die plekken groeiden kleine dorpen uit tot steden. Mensen wilden namelijk dicht bij de markt wonen.
Slide 19 - Diapositive
Ambachtslieden
Niet iedereen meer boer > mensen gingen dingen maken = ambachtslieden
Wonen op plaatsen waar veel mensen kwamen > verkopen van spullen > Marktplaatsen
Slide 20 - Diapositive
De markten ontstonden vaak op plekken die:
- goed bereikbaar waren.
- veilig waren.
Slide 21 - Diapositive
Wat is géén goede plek voor een marktplaats?
A
Naast een rivier
B
Naast een kasteel
C
Op een hoge bergtop
D
Op een kruispunt van wegen
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Vidéo
Da's handel.
Op de markten werd veel gehandeld. Handelen is spullen kopen en verkopen met winst. Handelaren noemen we ook wel koopmannen. De koopmannen hadden ook een vereniging dit noemen we de HANZE.