1h(Unit 1 England listening) herhaling

English
hv-onderbouw
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

English
hv-onderbouw

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hey there!

Unit 1 : England 
Homework check
Words (school)
   let's read&rap
Repeat grammar:
   Personal pronouns
   Possesive pronouns
Self study
   Make excersises in your book
Blooket


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Lien

Personal pronouns
Personal pronouns zijn woorden die we gebruiken om mensen, dieren of dingen te vervangen. Ze voorkomen dat we steeds dezelfde naam of het zelfstandig naamwoord herhalen.

Slide 7 - Diapositive

De meest voorkomende personal pronouns
I = Ik
You = Jij/jullie
He = Hij (voor een jongen of man)
She = Zij (voor een meisje of vrouw)
It = Het (voor dingen of dieren)
We = Wij
They = Zij (meerdere mensen of dingen)

Slide 8 - Diapositive

Voorbeelden met verschillende personal pronouns:
I am going to school. (Ik ga naar school.)
You are my friend. (Jij bent mijn vriend.)
He plays football. (Hij speelt voetbal.)
She likes to dance. (Zij houdt van dansen.)
It is raining. (Het regent.)
We are in the classroom. (Wij zijn in de klas.)
They are playing outside. (Zij spelen buiten.)

Slide 9 - Diapositive

Belangrijke punten
He, She, en It gebruik je voor enkelvoud (één persoon/ding).
We en They gebruik je voor meervoud (meer dan één persoon/ding).
You kan je gebruiken voor zowel één persoon als voor meerdere mensen (jullie).

Slide 10 - Diapositive

Possessive pronouns
Possessive pronouns zijn woorden die we gebruiken om aan te geven dat iets van iemand is. Ze geven bezit aan en zorgen ervoor dat we niet telkens een naam of zelfstandig naamwoord hoeven te herhalen. Ze zijn korter en helpen ons zinnen duidelijker en efficiënter te maken.

Slide 11 - Diapositive

Voorbeelden possesive pronouns
I---- My
You ----Your
He---- His
She ----Her
It ----Its
We ----Our
They---- Their

Slide 12 - Diapositive

possesive pronouns

Slide 13 - Diapositive

Possesive pronouns

Slide 14 - Diapositive

1.  possessive pronouns
2. possesive pronouns 
van mij
mine
van jou
yours
van hem
his
van haar
hers
van hem (ding)
its
van ons
ours
van jullie
yours
van hen
theirs
mijn
my
jouw
your
zijn
his
haar
her
zijn (ding)
its
onze
our
jullie 
your
hun
their

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien