lesbrief markt en overheid h1-3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

lesbrief markt en overheid h1-3

lesbrief+ kladpapier+ rekenmachine+ pen 

De vier marktvormen zijn

1. oligopolie, duopolie, monopol. concurrentie, volkomen concurrentie
2. volkomen concurrentie, volledige mededinging, oligopolie, monopolie
3. monopolie, duopolie, oligopolie, monop. concurrentie
4. volkomen concurrentie, monopol. concurrentie, oligopolie, monopolie

De supermarktenbranche is een voorbeeld van

1. monopolistische concurrentie
2. volkomen concurrentie
3. oligopolie
4. monopolie

Transparantie (doorzichtigheid) op de markt betekent

1. je er doorheen kan zien
2. iedereen alles weet
3. je als koper en verkoper goed bij de informatie kan die je helpt beslissen
4. je als klant makkelijk kan opzoeken hoe duur het is, wat de kenmerken van product zijn

onderstaand is GEEN kenmerk van de markt van monopolistische concurrentie

1. veel aanbieders
2. heterogeen product
3. prima toegankelijke markt
4. weinig aanbieders

onderstaand is GEEN kenmerk van de markt van een oligopolie

1. veel aanbieders
2. heterogeen product
3. prima toegankelijke markt
4. weinig aanbieders

onderstaand is GEEN kenmerk van de markt van een volkomen concurrentie

1. veel aanbieders
2. heterogeen product
3. prima toegankelijke markt
4. transparante markt

Qv= -2P+ 200 Qa= P - 40
Bereken Pe, Qe, Pmax, Pmin, TO

1. 40, 80, 100, 40, 3200
2. 80, 40, 100, 40, 3200
3. 40, 100, 80, 40, 3200
4. 80, 100, 40, 40, 3200

grondstofkosten zijn

1. variabele kosten
2. degressieve kosten
3. proportionele kosten
4. constante kosten

Pak je boek blz 12

zie figuur 1.6

De MO is 70 euro. Wat is de grootst mogelijke break-even afzet?

1. MK= MO dus 35
2. MO= GTK dus 10
3. MO= GTK dus 60
4. MK=GTK dus 24

Blz 15 figuur 1.11

Wat is de evenwichtsprijs in de oude situatie?

1. 600
2. 900
3. 5,5
4. 6

Zie A1 en A2; wat een reden voor de aanbodtoename?

1. klanten kopen meer
2. misoogst
3. subsidies voor de producent
4. accijnzen voor de consument

Bereken de procentuele toename van de marktomzet door de verschuiving van de aanbodlijn.

1. 3,75%
2. 37,5%
3. 27,2%
4. 1350%

Blz 24 fig 2.1

Grafiek 1; wat is de hoogst mogelijk te behalen omzet?

1. 120.000 stuks
2. 9.500 euro
3. 9.560.000 euro
4. 120

grafiek 2; bij welk afzet behaal je de maximale winst?

1. 40
2. 90
3. 83
4. 165

Blz 43 tabel 3.4 matrix

Wat is de dominante strategie van Coca-Cola?

1. Breekt de afspraak, want 900> 700 en 500 > 400
2. Breekt de afspraak, want 900> 500 en 700> 400
3. Houdt zich aan de afspraak, want 900> 700 en 500 > 400
4. Houdt zich aan de afspraak, want 900> 700 en 500 > 400

Bij een simultaan spel..

1. nemen de deelnemers omstebeurt deel aan het spel
2. komen ze altijd uit op een dominante strategie
3. levert de dominante strategie de beste uitkomst
4. beide partijen nemen gelijktijdig de beslissing over de te volgen strategie

Schaalvoordelen..

1. betekent grotere productie lagere GVK
2. betekent grotere productie minder kosten
3. grotere productie betekent lagere GCK
4. hogere GTK dus meer winst

verzonken kosten=

1. kosten die alleen op de vooraf bedoelde manier kunnen worden terugverdiend
2. investeringen die niet terugverdiend gaan worden
3. kosten die je bedrijf doet en vastliggen van te voren

Kartelvorming vind je bij de volgende marktvorm:

1. volkomen concurrentie
2. Oligopolie
3. monopolie
4. monopolistische concurrentie

Top 5; fijn weekend, goed gedaan

(Hw zie Magister!)

De rest: aan de slag met opg 3.14 t/m 3.17