Schrijven 9

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Schrijven les 9

Het meervoud/meervouds/meervouden?

Wat ga je vandaag leren?

- Je hebt al geoefend met de werkwoordspelling.

- Je hebt al geoefend met het bijvoeglijk naamwoord.

- Je gaat oefenen met het zelfstandig naamwoord.

Wat weet je nog?

Eerst een dictee:

Luister naar de 10 zinnen en van elke zin schrijf je steeds 2 woorden op. Je docent vertelt je welke woorden dit zijn. Pas de juiste spellingregels toe.

Wat is het meervoud van plant?

1. plants
2. plantes
3. planten
4. plantens

meervoud van tijd?

1. tijdens
2. tijds
3. tijds
4. tijden

wat is het meervoud van boek?

1. boeks
2. boeken
3. boekes
4. boekt

Regel 1: boeken, tijden, planten.....
Wat is dus de regel voor meervoud?

meervoud van jongen?

meervoud van meisje?

meervoud van vinger?

meervoud van vakantie?

meervoud van tafel?

meervoud van baby?

1. babies
2. baby's
3. babys
4. balen

meervoud van oma?

1. omas
2. omie
3. omaen
4. oma's

Regel 2: meisjes/ tafels/jongens/vakanties/ vingers/oma's/baby's.... dus de regel is?

IK HOU VAN IJS

En nu zelf aan de slag!

Basis:

Maak opdracht 14, 15 en 16 van Blok 5 Spelling

Klaar = extra oefenen

--> www.cambiumned.nl

--> Spelling

--> Spellingregels

--> Meervoud/tussenletters

En nu zelf aan de slag!

Kader: 

Maak opdracht 11 en 12 van blok 5 Spelling

Klaar = extra oefenen

--> www.cambiumned.nl

--> Spelling

--> Spellingregels

--> Meervoud/tussenletters