V5 Literatuur 20 en 21 in vogelvlucht

Literatuur 20 en 21 in vogelvlucht

Verlichting
Romantiek
Realisme
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Literatuur 20 en 21 in vogelvlucht

Verlichting
Romantiek
Realisme

Slide 1 - Diapositive

500-1500
1500-1600
1700-1800
1800-1880
middeleeuwen
romantiek en realisme
renaissance
verlichting

Slide 2 - Question de remorquage

Verlichting

1700-1800 

Slide 3 - Diapositive

Verlichting
Reformatie + renaissance -> meer nadruk op zelf denken en het individu

18e eeuw:
- Wetenschappelijke revolutie
- Op zoek naar natuurwetten, op alle gebieden
- Lang leve de ratio! Alle problemen zullen worden opgelost

Algemeen idee: de burger moet worden opgevoed! Daarvoor is kennis nodig.

Slide 4 - Diapositive

Literatuur
Literatuur werd gebruikt voor kennisontwikkeling:
1. uitvinding encyclopedie (niet echt literatuur, want non-fictie)
2. reisjournalen: reisverhalen over reizen naar andere landen 
3. inzet kinderliteratuur voor opvoeding

Literatuur met kritiek op mens en maatschappij: 
4. imaginaire reisverhalen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat staat er centraal in de verlichting?
A
ratio/rede
B
geloof
C
natuur
D
spiritualiteit

Slide 7 - Quiz

Wat was het doel van literatuur in de verlichting?
A
de lezer vermaken
B
de lezer iets leren
C
de lezer versterken in zijn geloof
D
de lezer een fantasiewereld tonen

Slide 8 - Quiz

Welke genres werden bedacht of waren populair tijdens de verlichting?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe zou je de tijd van de verlichting het best kunnen omschrijven?
A
een optimistische tijd
B
een pessimistische tijd
C
een onzekere tijd
D
een verwarrende tijd

Slide 10 - Quiz

Waarom past een roman goed bij de verlichting?

Slide 11 - Question ouverte

Romantiek

1800-1880 

Slide 12 - Diapositive

Situatie in Nederland
  • 19e eeuw: NL heeft geen rol van betekenis
  •  1795 tot ca 1813: deel Frankrijk
  • Daarna: zoektocht gezamenlijke cultuur / nationale identiteit: aanwakkeren vaderlandsliefde
  • Trots op verleden: naam 'Gouden Eeuw' geïntroduceerd
  • Behoefte aan stabiliteit, rust en duidelijkheid, 'Biedermeiercultuur' ontstaat in huiskamers

Slide 13 - Diapositive

Romantiek
Nieuwe cultuurstroming, reactie op verlichting: weg met de rede, begon in Duitsland

Romantiek: 
  • gevoeligheid: lyrische kunst
  • verbeeldingskracht: ontsnappen aan het hier en nu, naar een andere tijd of streek, de ongerepte natuur of het bovennatuurlijke
  • individualisme: nadruk op originaliteit

Slide 14 - Diapositive

Literatuur I
  • Antirationalisme -> weg met het verstand, gevoel is belangrijk
  • Kunstenaar: vindt zichzelf een scheppend genie met rijker gevoelsleven dan 'gewone mens'
  • Het optimistisch geloof in vooruitgang was verdwenen.
  • Nadruk op gevoel: Weltschmerz en Sehnsucht
  • Weltschmerz: romantische melancholie/droefgeestigheid
  • Sehnsucht: romantische verlangen naar het onbereikbare geluk.
  • Escapisme: het willen ontsnappen aan de realiteit, zorgen van alledag

Slide 15 - Diapositive

Literatuur II
  • Inspiratie uit onaangetaste natuur en nostalgisch verleden
  • Humor: verdrijft melancholie tijdelijk
  • Gothic literatuur ontstaat, griezelliteratuur (o.a. Frankenstein)
  • Sience fiction: Jules Verne 
  • Populeaire genres: ballade, sprookje, griezelverhaal, historische roman, detective

Slide 16 - Diapositive

Literatuur , voorbeeld: 
Wel menigmaal zei de melkboer
des morgens tot haar meid:
'De stoep is weer nat'. Och, hij wist niet,
dat er 's nachts op die stoep was geschreid.
Nu, dat hij en de meid het niet wisten,
dat was minder; - maar dat ZIJ
er hoegenaamd niets van vermoedde.
Dat was wel hard voor mij.
snikken en grimlachjes (Immortellen XLIX)
Schrijver: Piet Paaltjens



Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Waar begon de romantiek?
A
Engeland
B
Duitsland
C
Oostenrijk
D
Frankrijk

Slide 19 - Quiz

Wat is Sehnsucht?
A
Het verlangen naar het verleden
B
Het verlangen naar de onbereikbare geliefde
C
Het verlangen naar het onbereikbare
D
Het verlangen naar exotische oorden

Slide 20 - Quiz

Wat is Weltschmerz?
A
Suïcidaal zijn
B
Verbolgen zijn over de liefde
C
Hunkering naar een ideale samenleving
D
Verdriet over een onvolmaakte wereld

Slide 21 - Quiz

Waarom horen sprookjes vooral bij de stroming romantiek?
A
omdat men geïnteresseerd was in oude volksverhalen
B
omdat men geïnteresseerd was in het verleden
C
omdat men wilde vluchten naar het platteland
D
omdat men wilde vluchten uit het hier en nu

Slide 22 - Quiz

Realisme

1800-1880 

Slide 23 - Diapositive

Realisme
  • Ontstaan: reactie op romantiek, geen vlucht meer, geen mooie beelden, maar nuchtere realiteit
  • Objectieve weergave, zonder morele boodschap
  • Eigentijdse leven wordt zo realistisch mogelijk beschreven
  • Veel schrijvers: eerst romantisch, later realistisch, ook Nicolaas Beets
  • Kenmerken: realistische onderwerpen, veel aandacht voor detail en typering personages
  • Sociaal realisme: stelt sociale mistanden aan de kaak

Slide 24 - Diapositive

Literatuur realisme
  1. getrouw mogelijke weergave van de werkelijkheid te laten zijn (realisme-effect)
  2. gericht op de eigentijdse werkelijkheid, waarbij er aandacht is voor personages uit alle lagen van de bevolking
  3. werkelijkheid en waarheid moet met de zintuigen kunnen worden gezien en blootgelegd (waarheid tonen)
  4. de teksten gaan over sociale mobiliteit en (in)stabiliteit


Slide 25 - Diapositive

Domineespoëzie


midden 19e eeuw: poëzie in Nederland -> domineespoëzie

* moralistisch getint (de lezer moest opgevoed worden)(bijv. vaderland, gezin, geloof) 

Slide 26 - Diapositive

Multatuli: Max Havelaar
  • Kritiek op overheid, cultuurstelsel, leidt tot kamervragen
  • Onderdrukking Javanen, lange werktijden en slechte arbeidsomstandigheden
  • Roman in moderne stijl, met meerdere vertellers 
  • Zowel romantisch (Havelaar strijdt tevergeefs voor betere wereld) als ralistisch (Droogstoppel is realistische schets van Nederlandse hebberigheid en handelsgeest)

Slide 27 - Diapositive

Waarom verliet men de romantiek om over te gaan op realisme?
A
Mensen waren klaar met de liefde
B
De situatie vroeg om een rauwe weergave van de werkelijkheid
C
Mensen wilden juist de werkelijkheid verlaten
D
De rede werd belangrijk en dat was realistischer

Slide 28 - Quiz

Wat is géén kenmerk van het realisme in de literatuur?
A
In het hoofd kruipen van de hoofdpersoon
B
Verschil laten zien tussen rijk en arm
C
Multatuli is een bekend realistisch schrijver
D
Een kleurrijke weergave van de werkelijkheid

Slide 29 - Quiz

Boeken uit het realisme spelen zich af in het verleden.
A
Ja , dat is juist
B
Nee, in het heden
C
Nee, in de toekomst

Slide 30 - Quiz

Hoe uitte het realisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 31 - Quiz

Romantiek en realisme
  • Ontstonden niet na elkaar, maar naast elkaar.
  • Kunnen beide voorkomen in het oeuvre van één schrijver.
  • Ontstonden in de negentiende eeuw, maar ook nu worden er nog teksten geschreven die duidelijke romantische of realistische kenmerken hebben.

Slide 32 - Diapositive