Waar blijven ze nou?

Waar blijven ze nou?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
VeiligheidBrandweer+1BasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Introduction

Terwijl Jordi nietsvermoedend oefent met zijn elektrische gitaar krijgt hij niets mee van de andere bewoners in het appartementencomplex. En dan breekt er brand uit. Zullen Jordi en de andere bewoners op tijd in veiligheid komen? Waar blijft de brandweer nou? In deze les maken de leerlingen kennis met verschillende risico’s voor verschillende bewoners. Herken jij de gevaren? Wat ging er goed? Wat ging er fout? Wat zijn verbeterpunten? Ga zelf aan de slag met een vluchtplan en speur naar de gevaren bij jou thuis. In deze les zorgen de video, de open vragen, de quizvragen en de doe opdrachten, voor afwisseling en een interactieve les.

Instructions

Voorbereiding:
Deze docentenhandleiding geeft een uitgebreide toelichting op de les- en leerstof en lesideeën. Handig om van te voren door te nemen.

Downloaden:
Download voorafgaand aan de les de werkbladen om tijdens de les te maken en/of om mee naar huis te geven.

Instructions

Feuilles de travail

Éléments de cette leçon

Waar blijven ze nou?

Slide 1 - Diapositive

Dit is Jordi en in het gele kader zie je Vlammetje Vuur. Hij staat voor het herkennen en voorkomen van gevaar.
In deze les gaan we op zoek naar gevaren in huis én wat je kunt doen als het mis gaat.


Na deze les...
- Herken jij gevaren in huis en weet ze te voorkomen
- Weet je gevaar snel te ontdekken
- Weet je hoe te reageren bij gevaar

Slide 2 - Diapositive

Deel met de leerlingen de leerdoelen van deze les.

Bespreek:
Gemiddeld ontstaat bij 1 op de 65 mensen brand in huis.

Misschien heb jij thuis ook brand meegemaakt?
Wat is er gebeurd? Wie heeft het ontdekt? Wat hebben jullie gedaan? Ben je bang geworden van brand? Is er iets veranderd thuis?


0

Slide 3 - Vidéo

Vertel:
We gaan een video bekijken. In deze video maak je kennis met Jordi.  Jordi is één van de bewoners van een appartementencomplex. De andere bewoners zijn:
- een moeder met 2 zonen;
- een echtpaar van middelbare leeftijd;
- een oudere dame.
De film is in scene gezet. Het is dus fictief, maar het zou ook in het echt kunnen gebeuren.

Tijdens deze film mag je zelf onderzoeken wat er bij Jordi, het gezin, de oudere vrouw en het echtpaar goed ging en wat er beter had gekund.

Na de film gaan we met elkaar bespreken wat we hebben gezien en gaan we in op de verbeterpunten van de verschillende bewoners.

Slide 4 - Diapositive

Jordi:
Vraag aan de leerlingen wat er goed/niet goed ging en wat verbeterpunten kunnen zijn.

In de volgende slide kunnen de antwoorden worden ingevuld.

Als je gebruik maakt van devices in de klas, activeer de knop devices. Er verschijnt een code. De leerlingen kunnen vanaf hun tablet naar de lessonup.app gaan of gebruik maken van de QR code om de getoonde code en hun voornaam in te voeren.
Als iedereen is ingelogd, kunnen de vragen die gesteld worden tijdens deze les worden ingevoerd.



Welke tips geef je aan Jordi om de veiligheid te verbeteren?

Slide 5 - Question ouverte

Geef iedereen de tijd om de antwoorden in te voeren.
Als de leerlingen binnen de tijd klaar zijn met de antwoorden, wordt de invoer gesloten en de antwoorden getoond.

Bespreek de verbeter punten:
  • Er liggen veel snoeren/kabels los op de grond. Struikel gevaar. Kabels niet in de looproute.
  • Er liggen diverse stekkerdozen. Lus nooit stekkerdozen in elkaar. Hierdoor kunnen de stekkerdozen overbelast worden met brand tot gevolg.
  • Gebruik je haspels, rol deze dan volledig af. Zo kan er geen warmte ontstaan.
  • Het puntje van het wierrookstokje is heet. Zet ze in een goede houder op een stabiele, harde ondergrond. Hou voldoende afstand van de brandbare materialen.
  • Door de harde muziek hoort Jordi het roepen van buren en het piepen van rookmelders niet. Hierdoor heeft Jordi geen idee dat er brand is en hij in gevaar is.
    Een deurbel met lichtsignalen of een rookmelder met lichtsignalen zou Jordi kunnen helpen om op tijd gewaarschuwd te worden.
De film heeft een open einde. Wordt Jordi wel of niet op tijd gered?

Bespreek:
Misschien heeft Jordi op een gegeven moment de rooklucht geroken. Of de rook die onder de deur doorkwam ontdekt.
Op dat moment is het niet meer veilig om via de normale route te vluchten. Er is in de gang teveel giftige rook aanwezig.

Gelukkig is dit een film die in scene is gezet. Maar wel met realistische scenario's. Het kan iedereen overkomen. Dan is het goed als je bedenkt wat je in zo'n situatie kan doen:
  • Jordi kan de kieren rondom de deur dichtmaken.
  • Jordi kan naar het balkon gaan.
  • Jordi belt 112 en geeft aan in welk appartement hij aanwezig is en dat hij niet meer veilig kan vluchten.

Slide 6 - Diapositive

Gezin
Vraag aan de leerlingen wat er goed/niet goed ging en wat verbeterpunten kunnen zijn.

In de volgende slide kunnen de antwoorden worden ingevuld.
Welke tips geef je aan het gezin om de veiligheid te verbeteren en wat ging er goed?

Slide 7 - Question ouverte

Geef iedereen de tijd om de antwoorden in te voeren.
Als leerlingen binnen de tijd klaar zijn met invullen, kan de invoer worden gestopt en de antwoorden worden getoond.

Bespreek de verbeter punten voor het gezin:
  • De wasdroger ging in brand. Vaak voorkomende brandoorzaak is het stof in de filter in combinatie met warmte. Maak de filters van de droger regelmatig schoon.
  • Er zijn geen rookmelders in huis. Daardoor wordt de rook uit de droger laat ontdekt. Hang rookmelders op in de vluchtwegen (gang en overloop). Nog beter is in vluchtwegen en op iedere slaapkamer. Het beste is in vluchtwegen, slaapkamers en ruimtes waar brand kan ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan de ruimte met de wasdroger.
  • Het huis is rommelig. Als er rook in huis is, zie je (bijna) niets. Laat geen spullen slingeren. Zeker niet in je vluchtwegen.
  • De moeder vergeet haar sleutel. Hierdoor kan zijzelf niet meer naar binnen. Je kunt sleutelafspraken maken met je buren of andere bewoners, voor als je jezelf hebt buitengesloten.
    Als de huissleutel een vaste plaats heeft bij de deur, kan je altijd snel vluchten.
Bespreek met de leerlingen: Wat ging er juist goed?
  • De moeder waarschuwde, met roepen en kloppen, de kinderen om naar buiten te komen. De kinderen konden op dit geluid afkomen en zelf door de voordeur naar buiten gaan.
  • De kinderen geven aan bij de oude vrouw dat je niet met de lift mag bij brand. Bij brand kan kortsluiting ontstaan, met als gevolg dat de lift tot stilstand komt en je mogelijk opgesloten raakt.
  • De moeder helpt de oude vrouw de trap af.

Slide 8 - Diapositive

Oudere vrouw
Vraag aan de leerlingen wat er goed/niet goed ging en wat verbeterpunten kunnen zijn.

In de volgende slide kunnen de antwoorden worden ingevuld.
Welke tips geef je aan de oudere dame om de veiligheid te verbeteren en wat ging er goed?

Slide 9 - Question ouverte

Geef iedereen de tijd om de antwoorden in te voeren.
Als de leerlingen de binnen de tijd klaar zijn met het invullen, sluit dan de invoer en toon de antwoorden.

Bespreek de verbeterpunten:
  • De oudere vrouw verzet een brandende kaars. Deze staat in een onstabiele kandelaar. De kans dat deze omvalt en brand veroorzaakt is groot. Beter is een stabiele kandelaar, maar nog beter is een kaars op batterijen.
  • De oudere vrouw hoort dat er brand is. Zij laat haar voordeur open staan als zij de gang oploopt. Laat nooit een deur open staan. Zo verspreid rook zich minder snel.
Bespreek met de leerlingen: Wat ging er juist goed?
  • De oudere vrouw hoort herrie en gaat kijken wat er is. Ze ziet dat er brand is en gaat direct weg. Het is nog beter wanneer de vrouw dit had doorgegeven aan de andere bewoners.

Slide 10 - Diapositive

Echtpaar
Vraag aan de leerlingen wat er goed/niet goed ging en wat verbeterpuntenkunnen zijn.

In de volgende slide kunnen de antwoorden worden ingevuld.
Welke tips geef je aan het echtpaar om de veiligheid te verbeteren en wat ging er goed?

Slide 11 - Question ouverte

Geef iedereen de tijd om de antwoorden in te voeren.
Als de leerlingen binnen de tijd klaar zijn met invullen, sluit de invoer en toon de antwoorden.

Bespreek de verbeter punten:
  • De vrouw liep weg bij het fornuis. Blijf bij het fornuis tijdens het koken/braden. 
  • De vrouw gaat na alarmering weer terug naar binnen en komt met allerlei spullen naar buiten. Brand en rook verspreiden zich razendsnel. Ga zo snel mogelijk naar buiten. En ga niet terug naar binnen.
Bespreek met de leerlingen: Wat ging er juist goed?
  • Het echtpaar wordt snel gewaarschuwd door een rookmelder.
  • De man doet gelijk een deksel op de pan, zet de gas/kookplaat uit en schakelt de afzuigkap uit.
  • De man reageert gelijk bij het zien van de rook uit de woning van de buren.
  • De man geeft zijn vrouw een duidelijke korte instructie, bel 112.
  • De man sluit de voordeur nadat de jongens naar buiten komen.
  • De man adviseert de jongens om zo laag mogelijk te blijven. Rook is warm, giftig en je ziet niets meer. Warme rook stijgt op. Door laag te blijven heb je betere overlevingskansen.
  • De vrouw zegt tegen haar man dat hij niet de held moeten uithangen.  Ga niet zelf blussen als er al veel rook is. 
Geef aanvullende uitleg:
Bel 112 zodra je op een veilige plek staat, bijvoorbeeld buiten. De centralist vraagt wie je nodig hebt (brandweer, ambulance of politie) en in welke plaats. Daarna word je doorgeschakeld naar de  alarmcentrale die over dat gebied gaat. 

Om een duidelijk beeld te krijgen wat er is gebeurd, stelt de centralist allemaal vragen:
  • Waar is de plek van het incident. In welke plaats en in welke  straat en wat is het huisnummer.
  • Wat is er gebeurd?
  • Waarom?Zijn er gewonden of mensen of dieren in levensgevaar? 
  • Blijf aan de lijn en wacht tot de centralist alle vragen heeft gesteld.
De centralist geeft alles door aan de brandweer. Onderweg naar het incident bedenkt de brandweer een voorlopig inzetplan.


Slide 12 - Diapositive

Hoelang denk je dat het duurt voordat de brandweer ter plaatse is en kan worden ingezet?

Bespreek de tijdlijn klassikaal.

Antwoord: Noteer dit met het digitale potlood in de open vakken.

112 melding
  • De centralist meldkamer ontvangt de 112 melding om 12.00 uur.
  • De centralist alarmeert de dichtstbijzijnde brandweer: tijd: 12.01 uur.
  • De brandweermensen krijgen de melding binnen en gaan naar de kazerne. Aankomst in de kazerne tijd: 12.05.
  • De brandweermensen trekken hun uitrukkleding aan en stappen in de auto. Ze vertrekken naar het meldadres: Tijd vertrek vanuit de kazerne: 12.08.
  • De brandweerauto rijdt vanaf de kazerne naar de plaats van het incident. De aankomsttijd op het meldadres is afhankelijk van het adres. Hoe dichter dit adres bij de brandweerkazerne is, hoe sneller de brandweer ter plaatse kan zijn.

Heb jij thuis ook afspraken gemaakt over wat te doen bij brand? En heb je de afspraken ook geoefend?
Ja
Wel afspraken gemaakt, maar niet geoefend
Wel afspraken gemaakt en we gaan nog oefenen
Geen afspraken gemaakt, we gaan dit nog doen
Nee

Slide 13 - Sondage

Vertel:
Uit de tijdlijn blijkt dat het best lang kan duren voor de brandweer daadwerkelijk ter plaatse is. Daarom is het ook zo belangrijk dat je nu al samen met je huisgenoten afspreekt wat je kunt doen als er bij jou thuis brand uitbreekt.

Vul  de poll in.
De poll geeft inzicht in hoeverre leerlingen thuis afspraken hebben gemaakt.
Als iedereen de poll heeft ingevuld bekijk dan de antwoorden.

Als er thuis nog geen afspraken zijn gemaakt: In de volgende sheet gaan we het vluchtplan bespreken. Hierin staan de afspraken wat te doen bij brand.
Maak een vluchtplan
  • Wie zorgt voor wie 
     
  • Waar ga je langs (kan dat ook?)
     
  • Doe de deuren achter je dicht
      
  • Waar liggen de sleutels
      
  • Waar spreek je buiten af

Slide 14 - Diapositive

Maak een vluchtplan
Bespreek de volgende punten klassikaal:
Wie zorgt voor wie:
Spreek af wie helpt wie. Huisgenoten die zichzelf niet kunnen redden of het brandalarm niet hebben gehoord hebben hulp nodig. Spreek ook af wie bijvoorbeeld de hond meeneemt op weg naar buiten.

Waar ga je langs?:
De route die je iedere dag loopt in je huis, zal je normaal gesproken ook willen gaan op het moment dat er brand is. Maar is deze route wel veilig? Waar kun je langs als deze route geblokkeerd is? Kijk wat alternatieve vluchtroutes zijn.
Zorg dat je nergens over struikelt of dat deuren/ramen makkelijk te openen zijn.

Doe de deuren achter je dicht.
Als je de deuren achter je dicht doet, kan de rook en de hete, giftige gassen zich minder snel door het huis verspreiden. Hierdoor heb je meer tijd om veilig uit huis te komen.

Waar liggen de sleutels?
Leg de sleutels altijd op een vaste plek dichtbij de deur. Dan hoef je niet te zoeken als je snel het huis moet ontvluchten.

Waar spreek je buiten af?
Spreek een verzamelplaats af. Dat is de plek waar alle huisgenoten elkaar ontmoeten.  Zo weet je direct of iedereen veilig buiten is. Ongeacht of gebruik wordt gemaakt van de voor- of achterdeur.

Blijf ook buiten uit de rook!
Hoe test je of het alarm van de rookmelder het goed doet?
A
Door er rook in te blazen
B
Door op een testknop te drukken
C
Door iets wat brandt er onder te houden

Slide 15 - Quiz

Quizvraag:
De leerlingen kunnen de quizvraag invullen terwijl de vraag wordt gesteld.
Als alle leerlingen het antwoord hebben gegeven kun je met de button 'volgende' de ingevulde antwoorden zien.
Druk je nog een keer op 'volgende' dan komt het juiste antwoord in beeld.

Je hebt de rookmelders opgehangen, maar hoe weet je nu of ze goed werken?
Antwoord: B Door op de testknop te drukken

Bespreek:
Belangrijk is om ook de rookmelders schoon te houden. Want met stof in de rookmelders krijg je valse meldingen.

Bespreek aanvullend:
  • Als je slaapt zijn je ogen dicht. Een brand zie je dan niet.
  • Als je slaapt, en het is heet in de kamer, dan registreren je hersenen dit wel, maar ze leggen geen combinatie met brand. Wie weet loop je in je droom wel door de woestijn.
  • Als je slaapt, dan slaapt je neus ook. In je slaap zal je een brand niet ruiken. Door het inademen van de giftige rook kan je zelfs nog dieper in slaap raken.
  • In je slaap kun je normaal gesproken wel horen. Als je in je slaap het herkenbare geluid van de rookmelder hoort, dan weet je dat er rook in de ruimte aanwezig is en kun je de ruimte verlaten (Let op:  wel de deur achter je dicht doen!).
  • Ben je doof of slechthorend? Speciale rookmelders, met trilkussens en lichtflitsen, zorgen ervoor dat je wordt gewaarschuwd.
Goed werkende rookmelders kunnen je leven redden.
Kun jij blindelings je weg naar buiten vinden zonder te struikelen?
timer
3:00

Slide 16 - Diapositive

Lesidee:

Bespreek en oefen
Wanneer je met elkaar afspraken hebt gemaakt dan kun je met elkaar gaan oefenen om te kijken of alles in de praktijk ook werkt.

Ben jij binnen 3 minuten in veiligheid?

Met de grote spinner kun je een drietal leerlingen uitkiezen die deze oefening in de praktijk kunnen uitvoeren.
Met de kleine spinner verdeel je de rollen en bespreek je samen het vluchtplan tijdens de oefening.
  • Geef de leerlingen een blinddoek  en vertel wie zich waar bevindt aan het begin van de oefening.
  • Klik op het geluidsicoon om de rookmelder te laten piepen als start van de oefening.
  • Klik op de timer om de tijd mee te laten lopen.
Laat de andere leerlingen meekijken hoe de oefening verloopt. Welke tips kun je geven?
  • Blijf laag bij de grond.
  • Roep elkaar bij de naam.
  • Houdt elkaar vast. 
  • Voel waar je bent en zorg ervoor dat je niet onverwachts ergens tegenaan loopt.

Je bent je tablet aan het opladen tussen je kussens. Wat kan er mis gaan?
A
De tablet wordt zo warm dat er brand ontstaat.
B
De batterij kan exploderen
C
Er kan niets mis gaan.

Slide 17 - Quiz

Quizvraag:
Je bent je tablet aan het opladen tussen de kussens. Wat kan er mis gaan?

Antwoord:  A
Herken het gevaar van een tablet tussen kussens of op de bank of in je bed. Door het opladen wordt het apparaat warm. Als de warmte niet makkelijk weg kan, is er een reeële kans dat er brand ontstaat.

Bespreek:
  • Leg de tablet op een harde, niet brandbare ondergrond. 
  • Gebruik altijd originele opladers.
  • Laad het liefst overdag op in een ruimte met een rookmelder.
  • Haal na het opladen de stekker uit het stopcontact.

Het ontruimingsalarm op school gaat af.
Wat doe je?
A
Je rent direct de klas uit en gaat naar huis.
B
Je pakt je tas en je jas en gaat zelf kijken hoe je buiten komt.
C
Je luistert naar de leerkracht en doet wat hij/zij aangeeft.

Slide 18 - Quiz

Quizvraag:
Het ontruimingsalarm gaat af op school. Wat doe je?
Antwoord: C

Bespreek:
  • Ga niet rennen en zeker niet zelf naar huis. Dan is het niet bekend of je nog wel of niet in de school bent.
  • Je hebt geen tijd om je tas of jas te pakken.
  • De leerkracht geeft aan wat de veilige route is naar buiten en waar je op de verzamelplaats moet gaan staan.
  • De leerkracht telt of iedereen aanwezig is en of niemand gewond is of rook heeft ingeademd. Dat is belangrijke informatie voor de brandweer en eventueel ambulance.

Je hebt 3 rookmelders gekocht. Waar hang je ze op?
A
Op iedere verdieping aan het plafond, in de vluchtroute.
B
Ik leg ze boven op de kast.
C
In de keuken, de badkamer en in de garage.

Slide 19 - Quiz

Quizvraag:
Je hebt 3 rookmelders gekocht. Waar hang je ze op?
Antwoord: A

Bespreek:
Per 1 juli 2022 zijn rookmelders verplicht op iedere verdieping, bij voorkeur in de vluchtroute. Dat is de route die je loopt vanaf bijvoorbeeld je slaapkamer naar buiten. 
  • Rook gaat door de hitte heel snel omhoog. Hang daarom een rookmelder aan het plafond. Zo geeft de melder heel snel een alarmsignaal. Als de rookmelder op de kast ligt reageert de rookmelder te laat.
  • Hang geen rookmelders in de badkamer. Door stoom gaan ze in alarm.
  • Een rookmelder boven een kooktoestel is niet handig. Bij bijvoorbeeld pannenkoeken bakken gaat de rookmelder in alarm. Plaats de rookmelder niet in de buurt van een kooktoestel (tenminste 3 meter afstand).
  • In een garage is veel stof. Misschien is de garage ook niet verwarmd. Door het stof krijg je valse meldingen. Op de gebruiksaanwijzing van de rookmelders lees je dat ze niet goed werken als de temperatuur te laag of te hoog is. Dus als een garage niet verwarmt wordt of als de zon de temperatuur doet oplopen, dan kun je ook valse meldingen krijgen. 

Heb jij thuis goed werkende
rookmelders aan het plafond?
Nee, ik heb géén goed werkende rookmelders
Ik weet het niet
Ja, alle rookmelders werken goed

Slide 20 - Sondage

Met deze poll krijg je inzicht hoeveel leerlingen goed werkende rookmelders thuis hebben.

Alleen met goed werkende rookmelders wordt je op tijd gewaarschuwd. 
  • Heb je thuis rookmelders? Test deze dan iedere maand. Dat doe je door op de testknop te drukken.
  • Mocht je geen rookmelders hebben, koop deze dan zo snel mogelijk en hang ze op. 
  • Vervang de batterij wanneer deze leeg is. 
  • Vervang de rookmelders die ouder zijn dan 10 jaar. Dat is de gemiddelde levensduur van rookmelders .
Er komt rook uit het dak van de buren!
Wat doe je?
A
Je belt direct 112 en waarschuwt de buren.
B
Je loopt door. Niet jouw probleem.
C
Je pakt een ladder en een tuinslang en je begint te blussen.

Slide 21 - Quiz

Quizvraag:
Er komt rook uit het dak van de buren. Wat doe je?
Antwoord: A

Bespreek:
Bel de brandweer met het nummer 112  en waarschuw de buren. Dit doe je door op het raam te kloppen, te bellen of te roepen. Maar ga nooit naar binnen. Ga op veilige afstand staan en blijf uit de rook!

Wat vind jij belangrijk om thuis te vertellen over deze les?

Slide 22 - Question ouverte

In deze les hebben we de volgende onderwerpen behandeld:
  • Herkennen en voorkomen van gevaar.
  • Ontdekken van, waarschuwen en op tijd in veiligheid komen bij gevaar.
  • Reageren en bestrijden van gevaar.
  • Het alarmnummer 112.
  • Goed voorbereid zijn met een vluchtplan.
Thuisopdracht:
We zijn hier op  school mee aan de slag gegaan. En nu is het aan jullie om thuis te vertellen wat je hebt geleerd en om te checken hoe veilig je woont en leeft.

Ga in je eigen huis op zoek naar de werkelijke risico’s en zorg ervoor dat de kans op brand zo klein mogelijk wordt. 
Bespreek het vluchtplan dat je hebt gemaakt en oefen dit samen met je huisgenoten. 
Dan zijn jullie goed voorbereid.

Tip: Doe deze check ook bij opa en oma thuis. Zijn zij goed voorbereid?

Open vraag:
Wat vindt jij belangrijk om thuis te vertellen vanuit deze les.
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Met deze poll zie je hoe de leerlingen deze les hebben ervaren.
Vraag ook naar tips om deze les eventueel te verbeteren.

Tips voor het aanpassen of verbeteren van de les kunnen worden gemaild naar:
brandweeropschool@brandweer.nl.