Les 1 en 2

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen: 

Aan het einde van deze les....
  • Weten jullie dat een vraaglijn kan worden weergegeven in een wiskundige vergelijking en kunnen dit toepassen.
  • Kunnen jullie de vraaglijn aan de hand van de vraagfunctie tekenen

Slide 2 - Diapositive

Uitleg...

Slide 3 - Diapositive

Vraag 

  • Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs dalen.

  • Als de vraag naar producten toeneemt, zal de prijs stijgen.

Slide 4 - Diapositive

Vraagfactoren
Waar is de vraag van afhankelijk?
  • Prijs van het betrokken goed
  • Prijs van andere goederen
  • Budget (inkomen)
  • Voorkeur van de consumenten
  • Aantal consumenten

Slide 5 - Diapositive

Verschuiving van de vraaglijn naar rechts
Betekenis van deze vraaglijn?
  • Bij dezelde prijs is de gevraagde hoeveelheid groter geworden.
Oorzaken van grotere vraag?
  • hoger inkomen
  • concurrentie is duurder geworden
  • goede reclame


  • Kortom: er is een oorzaak geweest waardoor de gevraagde hoeveelheid is toegenomen.

Slide 6 - Diapositive

Even oefenen...

Slide 7 - Diapositive


Waarom gaat de vraaglijn altijd omlaag?
A
Hoe hoger de prijs, hoe hoger de vraag
B
Hoe hoger de prijs, hoe lager de vraag
C
Omdat de vraaglijn omhoog gaat
D
Omdat er altijd evenwicht is.

Slide 8 - Quiz

Als het inkomen van mensen met 10% stijgt dan...
A
schuift de vraaglijn naar rechts
B
schuift de vraaglijn naar links
C
verandert alleen het punt op de vraaglijn
D
verandert er niets

Slide 9 - Quiz

Door het coronavirus daalt het inkomen van veel mensen. Ze hebben niet veel geld meer over voor een nieuwe auto. Hierdoor:
A
Vindt er een verschuiving plaats naar rechts van de hele vraaglijn
B
Vindt er een verschuiving plaats naar links van de hele vraaglijn

Slide 10 - Quiz

Prijsvraagvergelijking
De vraag wordt weergegeven met de volgende vergelijking:



qv = de gevraagde hoeveelheid van product x
p = prijs van product x
a= de mate waarin de vraag reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qv=ap+b

Slide 11 - Diapositive

Gegeven is de vraaglijn
Qv = –15p + 75. De prijs is € 3,00

Wat is de gevraagde hoeveelheid?
A
82,5
B
18
C
92,5
D
30

Slide 12 - Quiz

Vraagfunctie: qv = -0,2p + 75. Wat is de gevraagde hoeveelheid als de prijs EUR 200,- is?

Slide 13 - Question ouverte

Een vraaglijn tekenen
  • Gegeven is de volgende vraagfunctie:
  • Qv = -15P + 600
  • Qv => x 100.000
  • P = in euro's
  • Negatief verband -> als P stijgt, daalt Qv
  • Eerst uiterste punten berekenen:
  • Bij P = 0 -> Qv = -15 x 0 + 600 -> Qv = 600 (= 60 mln.)
  • Bij Qv = 0 -> 0 = -15P + 600 -> 15P = 600 -> 600/15 -> P = 40
  • Twee punten: (40, 0) en (0, 600) 


Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld
Stel dat een vraagfunctie wordt gegeven door: qv = -2p + 20
Tekenen in de grafiek:
Stap 1: bepaal snijpunt met p-as: 
q = 0 
Stap 2: bepaal snijpunt met q-as: 
p = 0 

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld
Stel dat een vraagfunctie wordt gegeven door: qv = -2p + 20
Stap 1: bepaal snijpunt met p-as: 
q = 0 
0 = -2p + 20 2p = 20 p = 10
Stap 2: bepaal snijpunt met q-as: 
p = 0 
qv = - 2 x 0 + 20 = 20

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive