Par 6.3 + par 6.4

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Deze box gaat over werk en je eigen woning.
A
Box 1
B
Box 2
C
Box 3

Slide 2 - Quiz

Berekenen belastbaar inkomen 
+
=
-
bruto inkomen uit arbeid
bijtellingen
aftrekposten
belastbaar inkomen

Slide 3 - Question de remorquage

Deze box gaat over je vermogen.
Spaargeld, beleggingen, 2e huis, etc.
A
Box 1
B
Box 2
C
Box 3

Slide 4 - Quiz

Het schijventarief is een voorbeeld van
A
Profijt beginsel
B
Proportioneel belastingstelstel
C
Progressief belastingstelsel
D
Draagkrachtbeginsel

Slide 5 - Quiz

Wie heeft er last van als we de eerste schijf verhogen naar 39%
A
Mensen met een belastbaar inkomen tot €68.507,--
B
Mensen met een belastbaar inkomen boven de €68.507,--
C
Alle belastingbetalers
D
Niemand

Slide 6 - Quiz

Draagkrachtbeginsel
A
De mensen met lage inkomens betalen meer belasting.
B
Mensen met hoge inkomens betalen meer belasting
C
Mensen met een hoog belastbaar inkomen betalen ook in % meer belasting
D
Mensen met een laag belastbaar inkomen betalen in % meer belasting.

Slide 7 - Quiz

Wat is het profijtbeginsel
A
Dat de belasting wordt afgestemd op de hoogte van je inkomen
B
Dat het inkomen voor een deel naar de armen gaat
C
Dat je betaald als je ergens gebruik van maakt
D
Dat je belasting moet betalen over een slecht (ongezond) product

Slide 8 - Quiz

AOW premie betalen is een voorbeeld van het solidariteitsbeginsel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is nivellering?
A
Het verkleinen van inkomensverschillen.
B
Het vergroten van inkomensverschillen.
C
Het gelijk houden van inkomensverschillen.
D
Alle antwoorden zijn onjuist.

Slide 10 - Quiz

Wat kan de overheid nog meer doen aan nivellering?
A
Ze kunnen de rijke mensen subsidie geven
B
Ze kunnen de arme mensen uitkering geven
C
Ze kunnen de btw verhogen
D
Ze kunnen alle belastingen afschaffen

Slide 11 - Quiz

Is de Nederlandse hypotheekrenteaftrek nivellerend of denivellerend?
A
nivellerend
B
denivellerend
C
beiden
D
geen van beiden

Slide 12 - Quiz

Wie zijn de 'actieven'?
A
De ondernemers
B
De mensen met betaald werk
C
De ambtenaren
D
De mensen met betaald werk + vrijwilligers

Slide 13 - Quiz


Door vergrijzing zullen de AOW-premies
A
Stijgen
B
Dalen

Slide 14 - Quiz


Door vergrijzing zullen de uitgaven voor AOW-uitkeringen
A
Stijgen
B
Dalen

Slide 15 - Quiz