Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Klas 2 Economie H2 Samen met het buitenland
H2 Samen met het buitenland
HOOFDSTUK 2
SAMEN MET HET BUITENLAND
1 / 47
suivant
Slide 1:
Diapositive
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
47 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H2 Samen met het buitenland
HOOFDSTUK 2
SAMEN MET HET BUITENLAND
Slide 1 - Diapositive
2.1 OVER DE GRENS
Slide 2 - Diapositive
LEERSTOF
Verkopen aan het buitenland
Leerdoel: Je weet waarom bedrijven naar het buitenland exporteren
NL produceert landbouwgoederen, machines en apparaten voor ziekenhuizen en verkoopt deze ook aan het buitenland
NL levert ook diensten aan het buitenland
Het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland noem je
export
.
Wat levert dit NL op?
Slide 3 - Diapositive
LEERSTOF
Kopen uit het buitenland
Leerdoel: Je kunt uitleggen waarom we producten uit andere landen importeren
Kopen van goederen en diensten uit het buitenland, noem je
import
.
Waarom importeren Nederlandse bedrijven producten/goederen?
goedkoper
betere kwaliteit
grondstoffen
landbouwproducten die hier niet kunnen groeien
meer keuze voor consumenten
Slide 4 - Diapositive
Wat is export?
A
het invoeren van goederen
B
een ander woord voor economie
C
een soort hockey
D
het uitvoeren van goederen
Slide 5 - Quiz
De export:
A
kost geld
B
levert geld op
Slide 6 - Quiz
Bij meer export
A
daalt de werkgelegenheid
B
stijgt de werkgelegenheid
Slide 7 - Quiz
Import is
A
Het uitvoeren van binnenlandse goederen en diensten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse goederen en diensten
D
In eigen land producten verkopen
Slide 8 - Quiz
Geef van de volgende situaties aan of ze horen bij de export of bij de import van Nederland
Een Nederlands bedrijf verpakt blauwe bessen in plastic bakjes en levert ze aan een Belgische groentewinkel
Een Frans transportbedrijf levert een lading blauwe bessen af bij een Nederlands groothandel.
Import
Export
Slide 9 - Question de remorquage
Sleep de afbeelding om aan te geven of we het product/dienst hoofdzakelijk importeren of exporten.
IMPORT
EXPORT
Slide 10 - Question de remorquage
LEERSTOF
Het buitenland is onmisbaar
Leerdoel: Je begrijpt wat een open economie is
Wanneer een land weinig in- en uitvoert heeft een land een
gesloten economie
.
Wanneer een land, zoals NL, veel in- en uitvoert, heeft een land een
open economie
Slide 11 - Diapositive
LEERSTOF
Grote aantallen en bedragen
Leerdoel: Je kunt rekenen met miljoenen en miljarden
In de internationale handel gaat over het miljoenen en miljarden
Hoeveel miljoen is 1 miljard?
1 miljard = 1.000 miljoen
Slide 12 - Diapositive
Open of gesloten economie?
Kies in onderstaande tekst de juiste woorden.
Nederland heeft een ...1... (gesloten/open) economie, want ons land heeft naar verhouding ...2... (veel/weinig) import en export.
...1...
...2...
gesloten
open
veel
weinig
Slide 13 - Question de remorquage
Wat is een "open economie"?
A
De grenzen tussen alle landen staan open
B
In een open economie mag en kan alles
C
Een land dat veel in- en uitvoert
Slide 14 - Quiz
Wat is een gesloten economie?
A
Een economie waarin er geen internationale handel is.
B
Een economie waarin er geen handel is tussen bedrijven.
C
Een economie waarin er alleen internationale handel is.
D
Een economie waarin er alleen handel is tussen bedrijven.
Slide 15 - Quiz
Een gesloten economie heeft een
A
hoge importquote en lage exportquote
B
een lage importquote en hoge exportquote
C
een hoge exportquote en hoge importquote
D
een lage importquote en lage exportquote
Slide 16 - Quiz
een miljoen
A
1.000
B
1.000.000
C
1.000.000.000
D
10.000.000
Slide 17 - Quiz
Een miljard
=
A
1.000
B
1.000.000
C
1.000.000.000
D
1.000.000.000
Slide 18 - Quiz
€93,2 miljard is in miljoenen ... en €700 miljoen is in miljarden ...
A
€93.200 miljoen en €700.000 miljard
B
€932.000 miljoen en €0,7 miljard
C
€932.000 miljoen en €700.000 miljard
D
€93.200 miljoen en €0,7 miljard
Slide 19 - Quiz
LEERDOELEN
EN???
Je weet waarom bedrijven naar het buitenland exporteren
Je kunt uitleggen waarom we producten uit andere landen importeren
Je begrijpt wat een open economie is
Je kunt rekenen met miljoenen en miljarden
Slide 20 - Diapositive
2.2 MEER OF MINDER BUITENLANDSE HANDEL?
Slide 21 - Diapositive
LEERSTOF
De wereld wordt kleiner
Leerdoel: Je kunt uitleggen wat
internationale handel
is
In- en uitvoer van producten tussen landen noem je
internationale hande
l.
Waardoor is dit toegenomen?
Door internet kunnen bedrijven makkelijk goederen en diensten bestellen uit andere landen
Met vrachtwagens, schepen, goederentreinen worden producten snel/goedkoop over de hele wereld vervoerd
Slide 22 - Diapositive
LEERSTOF
Concurrentie uit het buitenland
Leerdoel: Je kunt uitleggen dat landen hun eigen bedrijven kunnen beschermen
NL'se bedrijven kunnen last hebben van concurrentie uit het buitenland.
Waarom is dit een nadeel?
Minder productie in eigen land en dus minder geld en minder werkgelegenheid
De overheid kan met
protectiemaatregelen
(handelsbelemmeringen) de NL'se bedrijven beschermen
Slide 23 - Diapositive
internationale handel
A
handel tussen landen binnen Europa
B
handel tussen landen over de hele wereld
C
handel tussen Europese en Aziatische landen
D
handel tussen Nederland en Indië
Slide 24 - Quiz
Internationale handel is:
timer
0:01
A
importeren
B
exporteren
C
doorvoeren
D
alle onder a, b en c genoemde dingen
Slide 25 - Quiz
Protectiemaatregelen
A
Handelsvrijheden
B
Handelsbelemmeringen
Slide 26 - Quiz
Wat zijn protectiemaatregelen?
A
Overheid beschermt de eigen economie
B
de overheid beschermt de Economie van een ander land
C
overheid vergoed beschermingsmaatregelen
D
overheid belast beschermingsmaatregelen
Slide 27 - Quiz
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. Dit laat zien wat de gevolgen zijn als een land protectiemaatregelen neemt.
1
2
3
De export van staal door Europese staalbedrijven neemt af.
Amerika besluit invoerrechten te gaan heffen op Europees Staal.
Europese staalproducenten ontslaan werknemers.
Slide 28 - Question de remorquage
LEERSTOF
Bescherm jezelf
Leerdoel: Je kunt uitleggen HOE landen hun eigen bedrijven kunnen beschermen
NL is onderdeel van de EU
Dat is een groep landen die samenwerkt op politiek en economisch gebied
Een bedrijf hoeft geen
invoerrechten
te betalen als deze uit een ander EU land importeert
Als je goederen uit China of de VS invoert, moet je wel invoerrechten betalen
https://schooltv.nl/video-item/het-klokhuis-europa
Slide 29 - Diapositive
LEERSTOF
Handel zonder hindernissen
Leerdoel: Je weet wat vrijhandel is
Binnen de EU is er
vrijhandel
:
Een bedrijf hoeft geen invoerrechten te betalen.
Daardoor is er meer import en export binnen de EU
Als een bedrijf binnen de EU wil exporteren naar bijv Brazilië kan het wel te maken hebben met invoerrechten
De EU kan ook met landen buiten de EU afspraken maken over vrijhandel
Slide 30 - Diapositive
Wat is de Europese Unie?
A
De munt eenheid waar wij mee betalen.
B
Een organisatie van 27 Europese landen die nauw met elkaar samen werken.
C
Alle landen van de wereld die samen werken voor handel.
D
Nederland, België en Luxemburg
Slide 31 - Quiz
Wat is het doel van de Europese Unie?
A
Samen heb je meer wapens en kun je landen veroveren
B
Meer geld verdienen
C
Samen besluiten vormen op politiek en economisch gebied
D
Wereldvrede creëren
Slide 32 - Quiz
Wat zijn de voordelen van de
Europese Unie?
A
Het is gezellig
B
De grenzen zijn open voor handel (goederen) en mensen. Er is ook minder kans op oorlog.
C
We spreken nu allemaal één taal.
D
De landen liggen nu dichter bij elkaar. Er is ook minder kans op oorlog.
Slide 33 - Quiz
Wat is vrijhandel?
A
handel met buitenland zonder extra kosten
B
handel van goedkope goederen uit China
Slide 34 - Quiz
Wat is een gevolg van vrijhandel?
A
Concurrentie neemt toe
B
Concurrentie neemt af
Slide 35 - Quiz
Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel.
A
juist
B
onjuist
Slide 36 - Quiz
LEERDOELEN
EN???
Je kunt uitleggen wat internationale handel is
Je kunt uitleggen dat landen hun eigen bedrijven kunnen beschermen
Je kunt uitleggen HOE landen hun eigen bedrijven kunnen beschermen
Je weet wat vrijhandel is
Slide 37 - Diapositive
2.3 DE EUROPESE UNIE HELPT ONS VERDER
Slide 38 - Diapositive
LEERSTOF
Samenwerking in Europa
Leerdoel: Je weet wat de Europese Unie met de economie te maken heeft
EU landen hebben regels gemaakt om de handel tussen de lidstaten eenvoudiger te maken
Daardoor is er vrijhandel tussen de lidstaten
Welk land is sinds 2020 geen lidstaat meer van de EU?
Slide 39 - Diapositive
LEERSTOF
Wij hebben de euro
Leerdoel: je weet wat de eurozone is en waarom de euro is ingevoerd
Een aantal landen van de EU hebben de euro als munteenheid.: de
eurozone
Wat zijn daarvan de voordelen?
Makkelijker prijzen vergelijken
Geen kosten voor het omwisselen van je geld
Slide 40 - Diapositive
LEERSTOF
Euro's, dollars of ponden?
Leerdoel: je weet wanneer je met vreemd geld te maken hebt
Als je handelt met landen buiten de eurozone, heb je ander geld nodig.
Dit noemen we
vreemd geld
.
Voor het omwisselen van euro's naar vreemd geld of andersom, moet je wisselkosten betalen
Slide 41 - Diapositive
LEERSTOF
Euro's, dollars of ponden?
Leerdoel: je kunt uitleggen wat voor gevolgen een verandering in de wisselkoers heeft
Als je euro's omwisselt naar vreemd geld, gebruik je de
wisselkoers
Deze geeft de verhouding aan tussen de euro en het vreemd geld
De wisselkoers kan stijgen en dalen
Als de wisselkoers van bijvoorbeeld de dollar stijgt, worden Amerikaanse producten duurder
Slide 42 - Diapositive
Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel.
A
juist
B
onjuist
Slide 43 - Quiz
De Eurozone is....
A
Landen die bij de EU horen
B
Alle landen in Europa
C
Landen met de Euro als munteenheid
Slide 44 - Quiz
Landen die geen Euro hebben als munteenheid gebruiken
A
raar geld
B
stom geld
C
gek geld
D
vreemd geld
Slide 45 - Quiz
Wisselkoers betekent...
A
geld wisselen van de euro naar vreemd geld
B
geld wisselen van vreemd geld naar de euro
C
de verhouding tussen de euro en vreemd geld
D
dat je meer moet betalen voor vreemd geld
Slide 46 - Quiz
LEERDOELEN
Je weet wat de Europese Unie met de economie te maken heeft
Je weet wat de eurozone is en waarom de euro is ingevoerd
je weet wanneer je te maken hebt met vreemd geld
je kunt uitleggen wat voor gevolgen een verandering van wisselkoers heeft
Aan de slag!
Lees de blauwe teksten blz 56-60
Markeer belangrijke stukjes en begrippen
Maak opdracht: 1 t/m 9
Slide 47 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Internationale handel
Janvier 2019
- Leçon avec
32 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Hoofdstuk 7 pincode
Mai 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
8.2 Nederland en de EU
Mai 2019
- Leçon avec
48 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
19-4
Avril 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
soorten economie/ vrijhandel
Janvier 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
8.2 Nederland en de EU
Avril 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
h2 eco 2
Avril 2023
- Leçon avec
35 diapositives
4B 4 Nederland in de wereld
Août 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4