5. Wat is de vergrotingsfactor? Rond af op 1 decimaal
Slide 8 - Question ouverte
Bij een kopieerapparaat werk je met procenten. Als je een foto 2 x wil vergroten zet je hem op 200 %. Waarop moet je hem zetten als je 3x wil vergroten ?
A
Je zet het apparaat op 3 %
B
Je zet het apparaat op 30 %
C
Je zet het apparaat op 300 %
D
Je zet het apparaat op
3000 %
Slide 9 - Quiz
Nog één keer: Met welke formule bereken je de vergrotingsfactor?
Slide 10 - Question ouverte
H6.3: Factor tussen 0 en 1
Slide 11 - Diapositive
Hoe bereken je onbekende maten bij ene vergroting?
Bereken de factor.
Bereken de onbekende maat of maten in de vergroting. Gebruik hiervoor de pijlenketting.
Slide 12 - Diapositive
Voorbeeld
Slide 13 - Diapositive
Origineel en Beeld
De figuur die je vergroot, heet origineel en de vergroting heet beeld.
x....
origineel -----------> beeld
Slide 14 - Diapositive
Vergrotingsfactor
Als je het origineel vermenigvuldigt met...
- een vergrotingsfactor groter dan 1, wordt het beeld groter
- een vergrotingsfactor tussen 0 en 1, wordt het beeld kleiner.
Slide 15 - Diapositive
Wat is de vergrotingsfactor? Rond af op 1 decimaal
Slide 16 - Question ouverte
Is de vergrotingsfactor groter dan 1 of tussen de 0 en 1?
A
groter dan 1
B
tussen de 0 en 1
Slide 17 - Quiz
Is de vergrotingsfactor groter dan 1 of tussen de 0 en 1?