Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
WI 2T H4 W2.L1 en L2 - §6.3 Factor tussen 0 en 1 en §6.4 Schaal
WI 2 P3 Hoofdstuk 6 - Vergroten
WI 2T H6 W2.L1 en L2
§6.3 Factor tussen 0 en 1
§6.4 Schaal
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
WI 2 P3 Hoofdstuk 6 - Vergroten
WI 2T H6 W2.L1 en L2
§6.3 Factor tussen 0 en 1
§6.4 Schaal
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
§6.3 Factor tussen 0 en 1
Ik kan vergrotingen berekenen met factoren tussen 0 en 1 en groter dan 1.
§6.4 Schaal
Ik kan m.b.v. de factor rekenen met schaal.
Slide 2 - Diapositive
Terugblikken op §6.1
Leerdoel §6.1
Ik kan m.b.v. een vergrotingsgetal bepalen of er sprake is van een vergroting is of niet.
Je spreekt dus van een vergroting als alle zijden met hetzelfde getal worden vermenigvuldigd EN
als alle hoeken even groot blijven.
Slide 3 - Diapositive
Is B een vergroting van A?
Laat zien met een berekening.
Slide 4 - Question ouverte
Terugblikken op §6.2
Leerdoel §6.2
Ik kan de factor berekenen bij een vergroting en kan die gebruiken om de andere maten mee te berekenen.
De factor is een getal waar je mee vermenigvuldigd.
Je kan dus de factor berekenen en daarmee rekenen.
Je gebruikt een pijlenketting om de factor te berekenen.
Slide 5 - Diapositive
Is ABC een vergroting van STU? Leg uit waarom.
Slide 6 - Question ouverte
1. Met welk getal wordt a vergroot?
Geef je berekening
2. Hoe groot is zijde met de vraagteken?
Geef je berekening
3
5
60
?
a
b
Slide 7 - Question ouverte
Uitlegvideo: Vergrotingsfactor
Slide 8 - Diapositive
§6.3 Factor tussen 0 en 1
Leerdoel
Ik kan vergrotingen berekenen met factoren tussen 0 en 1 en groter dan 1.
Slide 9 - Diapositive
Belangrijke begrippen
Origineel
: Beginsituatie, 1e figuur, werkelijkheid/echt
Beeld
: Eindsituatie, 2e figuur, schaal/nep
Factor tussen 0 en 1
als het origineel kleiner wordt.
Voorbeeld:
Een vergroting van A naar B:
A is het origineel, B is het beeld.
Slide 10 - Diapositive
Voorbeeld
Van A naar B:
Als B (2e figuur) een vergroting is van A (1e figuur) dan noem je A het origineel en B het beeld.
Je kan ook zeggen:
B is het beeld van A.
Slide 11 - Diapositive
Voorbeeld
Andersom kan ook!!
Als A een vergroting(!!) is van B , dan is A het 2e figuur en dus het beeld en is B het origineel.
Je zegt dan: A is het beeld van B.
Je spreekt nog steeds van een vergroting ook al wordt het figuur kleiner!!
Slide 12 - Diapositive
Stel we gaan het origineel verkleinen.
Wat komt dan te staan in de pijlenketting onder foto C en D?
8
4
Slide 13 - Question de remorquage
Zelfde situatie, nu met een berekening.
Sleep 4 en 8 weer op de juiste plek als we van C daan D gaan.
De factor bereken je met:
Nieuw : Oud
of
Beeld : Origineel
Dus
foto D : foto C
, to dus
4 : 8 =
0,5
De factor is tussen 0 en 1, want het origineel wordt kleiner.
8
4
Slide 14 - Question de remorquage
§6.3 Samengevat
Als het origineel groter wordt:
Factor is groter dan 1
Als het origineel kleiner wordt:
Factor is tussen 0 en 1
Ook al wordt het beeld kleiner, we spreken nog steeds van een vergroting.
Slide 15 - Diapositive
Uitlegvideo: factor tussen 0 en 1
Slide 16 - Diapositive
§6.4 Schaal
Leerdoel
Ik kan m.b.v. de factor rekenen met schaal.
Slide 17 - Diapositive
Wat is 'schaal'?
Het woord '
schaal
' gebruik je om aan te geven hoeveel keer je plaatje of afmeting groter moet worden in het echt.
Bijv.
1 : 500
----- spreek uit als: "1 op 500"
Dit houdt in dat
1cm
in je tekeningen
500cm
in het echt is.
Schaal is altijd in cm
!!!! Dus reken eerst al je maten om naar cm.
Slide 18 - Diapositive
Rekenvoorbeeld
Schaal 1:250
Als het modelvliegtuigje 20cm lang is dan is het vliegtuig in werkelijkheid:
250 x 20 = 5000 cm (50m)
Slide 19 - Diapositive
De schaal berekenen
De auto hiernaast is 3,6 cm lang.
In werkelijkheid is deze 3,6m
Bereken de schaal m.b.v. een rekenpijl.
Lengte tekening x........ lengte werkelijkheid
3,6 x........ 360
De schaal Werkelijkheid : tekening 360 : 3,6 = 10
Dus de schaal is 1: 10
Slide 20 - Diapositive
Het torentje is in Madurodam 144cm hoog. In het echt is deze 36m hoog. Bereken de schaal.
Slide 21 - Question ouverte
De paal is in de tekening 4 cm hoog. In het echt is deze 4,2m hoog. Bereken de schaal.
Slide 22 - Question ouverte
§6.4 Samengevat
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
WI 2T H4 W2.L3 - Vervolg §6.4 Schaal
Janvier 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
WI 2T H4 W2.L4 - RekenenOnline en Extra vragen
Janvier 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
WI 2T H4 W3.L1 en L2 - §6.5 Omtrek en Oppervlakte
Janvier 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Samenvatting H6 - Vergroten
Février 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
D2A factor tussen 0 en 1 en schaal 19-1-21
Janvier 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
6.3
Février 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Vergroten
Février 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Vergroten
Février 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2