Zintuigcellen - bewegingsszenuw - grote hersenen - gevoelszenuw - Irisspiertjes
D
Zintuigcellen - gevoelszenuw - grote hersenen - bewegingszenuw - Irisspiertjes
Slide 6 - Quiz
Oogartsen gebruiken soms oogdruppels bij onderzoek van het oog. Door het samentrekken van spieren in de iris wordt de pupil groter als de oogdruppels in het oog worden gedruppeld. In de afbeelding worden twee typen spiertjes in de iris aangegeven.
Welke spieren trekken zich dan samen?
A
Alleen de Kringspier
B
Alleen de lengtespieren
C
Zowel de kringspier als de lengtespieren
Slide 7 - Quiz
Bij syndroom Sjogren zijn de traanklieren ontstoken en werken minder goed. Welk deel vh oog is hierdoor geïrriteerd?
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies
D
Lens
Slide 8 - Quiz
Als je in het donker bent ...
A
is de iris groot en de pupil klein
B
zijn de iris en de pupil groot
C
is de iris klein en de pupil groot
D
zijn de iris en de pupil klein
Slide 9 - Quiz
1. De gele vlek is de plaats in het centrum van het netvlies waarmee je het scherpst kunt zien 2. Het hoornvlies beschermt de iris en de pupil
A
1: waar
2: nietwaar
B
1: nietwaar
2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar
Slide 10 - Quiz
Aan welk deel van het oog zitten de oogspieren vast?
A
Glasachtig lichaam
B
Netvlies
C
Vaatvlies
D
Harde oogvlies
Slide 11 - Quiz
In de iris bevinden zich 2 soorten spieren. Welke van deze spieren trekken zich samen om de pupil zo groot mogelijk te maken.
A
alleen de kringspieren.
B
alleen de lengtespieren
C
de kringspieren en de lengtespieren.
Slide 12 - Quiz
Het vaatvlies
A
zorgt ervoor dat je oog voedingsstoffen en zuurstof krijgt
B
zorgt ervoor dat je een helder beeld kunt maken
C
geeft impulsen door aan je oogzenuw
D
zorgt ervoor dat je oog kan bewegen
Slide 13 - Quiz
Een ernstige oogafwijking die vooral bij oudere mensen voorkomt, is maculadegeneratie of MD. Dit ontstaat als zintuigcellen in de gele vlek afsterven. Hierdoor gaan mensen steeds slechter zien in het midden van het gezichtsveld (zie de afbeelding). Hoe heten de zintuigcellen die door MD afsterven? In welke laag liggen ze?
A
Kegeltjes in het netvlies
B
Kegeltjes in het vaatvlies
C
Staafjes in het netvlies
D
Staafjes in het vaatvlies
Slide 14 - Quiz
Welk begrip hoort bij welk onderwerp?
Scherp zien
juiste hoeveelheid licht
iris
pupil
lensbandjes
lens
accomoderen
Slide 15 - Question de remorquage
Accomoderen
A
het ontspannen van de oogspieren.
B
het naar boven en naar beneden draaien van het oog.
C
het aanpassen van de sterkte van de lens.
Slide 16 - Quiz
De lens van het oog kan van vorm veranderen (accomoderen). Marieke kijkt naar een kaars in de verte, welke "vorm" hebben haar lensbandjes en haar lens?
A
lensbandjes: strak
lens: bol
B
lensbandjes: strak
lens: plat
C
lensbandjes: slap
lens: plat
D
lensbandjes: slap
lens: bol
Slide 17 - Quiz
Het OOG: de binnenkant
netvlies
oogzenuw
lens
Slide 18 - Question de remorquage
is de prikkel voor het oog en geluid is de prikkel voor het . Dan wordt de prikkel in het omgezet in een
adequate
oor
adequate
licht
Zintuig
impuls
geluid
Oog
oog
goede
goede
Slide 19 - Question de remorquage
Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht
Beschermt het oog tegen uitdroging
Verspreidt traanvocht over het oog
Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt
Produceert traanvocht
Ooglid
Traanklier
Traanvocht
Wenkbrauw
Wimper
Slide 20 - Question de remorquage
Het OOG: de binnenkant
netvlies
oogzenuw
lens
Slide 21 - Question de remorquage
Het oog:
netvlies
oogzenuw
lens
Hoornvlies
vaatvlies
Slide 22 - Question de remorquage
wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies
Slide 23 - Question de remorquage
Iris
Hoornvlies
Pupil
Oogzenuw
Netvlies
Lens
Beschermlaagje van het oog
Geeft 'kleur' aan het oog
Verstuurt impulsen naar de hersenen
Zorgt ervoor dat je scherp kan zien
Zet prikkels om in impulsen
Regelt hoeveel licht in je oog komt
Slide 24 - Question de remorquage
zintuig
ligging
prikkel
zicht
gehoor
evenwicht
reuk
smaak
warmte
kou
druk
tast
oog
oor
tong
huid
huid
huid
huid
oor
neus
licht
geluid
zwaarte kracht
geur
smaak
warmte
kou
druk
lichte aanraking
Slide 25 - Question de remorquage
Alleen maar kegeltjes
Oogzenuw gaat hier het oog uit!
geen zintuigcellen
hiermee zie je scherp en zie je details
Slide 26 - Question de remorquage
Staafjes
Kegeltjes
Werken als er veel licht is
Werken als er weinig licht is.
Liggen in de gele vlek
Liggen niet in de gele vlek
Slide 27 - Question de remorquage
Gele vlek
Blinde vlek
Heel veel kegeltjes en staafjes
Hiermee zie je heel scherp
Hiermee zie je niks
Hier zit de oogzenuw
Slide 28 - Question de remorquage
Bij het ouder worden kunnen er door veranderingen in het glasachtig lichaam scheurtjes ontstaan in het netvlies. Er kan dan vocht tussen het netvlies en het vaatvlies komen. Dit wordt een netvliesloslating genoemd. Het deel van het netvlies dat losgelaten is, kan niet meer goed functioneren. Wanneer een netvliesloslating niet wordt behandeld, kan dat leiden tot slecht zien of zelfs tot blindheid. Brahim en Coby maken een werkstuk over oogafwijkingen en bespreken samen de gevolgen van een netvliesloslating. Brahim beweert: “Als gevolg van een netvliesloslating kan de lens niet meer accommoderen.” Coby beweert: “Als gevolg van een netvliesloslating kunnen lichtprikkels niet meer goed omgezet worden in impulsen.”
A
Geen van beide beweringen is juist.
B
Alleen de bewering van Coby is juist.
C
Alleen de bewering van Brahim is juist
D
Zowel de bewering van Brahim als van Coby is juist.