Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Programm:
Wiederholen Grammatik
Straßenschilder
Herzlichen Wilkommen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
1. je kunt een paar belangrijke werkwoorden vervoegen
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk : Floor, Kaya en Nevil hebben uiterlijk do opdr. 7//8 in hun werkboek gemaakt .
Jayla: evt. do 1e uur tunken ivm huiswerk achterstand
repetitie K3 1 april verschoven naar 7 april
belangrijke toevoeging: ook de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige en verleden tijd kunnen vervoegen.
Slide 3 - Diapositive
Modale Werkwoorden
Slide 4 - Diapositive
Duitse modale werkwoorden
Slide 5 - Carte mentale
MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
möchten
müssen
sollen
wollen
wissen
mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
graag (zouden) willen
moeten (noodzaak)
moeten (wil van een ander)
willen
weten
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Er ________ das Buch nicht finden.
A
könn
B
Könnt
C
kann
D
kannt
Slide 8 - Quiz
_________ du das Buch nicht finden?
A
könnt
B
könnst
C
kannt
D
kannst
Slide 9 - Quiz
Er________ gleich seine Hausaufgaben machen.
A
willt
B
wollt
C
will
D
woll
Slide 10 - Quiz
wat doe je als er geen ich, er of wir in de zin staat maar een zelfstandig naamwoord zoals: Mein Freund, die Polizistin of meine Freunde?? bij welke uitgang of uitgangen kijk je dan?
Slide 11 - Question ouverte
Die Lehrerin sagt, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
sollt
B
müsst
Slide 12 - Quiz
Modalverben verleden tijd
Slide 13 - Diapositive
je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.
Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:
wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?
hoe leer je ze? regels?ezelsbrug?
Slide 14 - Diapositive
Modale werkwoorden verleden tijd
(können)
ich
konn-te
du
konn- test
er/sie/es
konn-te
wir
konn- ten
ihr
konn - tet
sie/Sie
konn - ten
Slide 15 - Diapositive
Modalverben im Präteritum
Slide 16 - Diapositive
Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?
Slide 17 - Diapositive
Er ________ das Buch nicht finden.
A
konn
B
Könn
C
konnte
D
könnte
Slide 18 - Quiz
Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
solltet
B
musstet
C
sollet
D
müsset
Slide 19 - Quiz
ich _______ dringend auf die Toilette
A
müsste
B
musste
Slide 20 - Quiz
.............du gestern nicht vorbei kommen?
A
wolltest
B
wollte
C
wolltet
D
wollten
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
kijk even goed naar de volgende dia
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
was war komisch?
Slide 25 - Carte mentale
Slide 26 - Diapositive
Was stimmt nicht ? (wat klopt niet)
Slide 27 - Carte mentale
Slide 28 - Diapositive
Gehweg
betekent:
A
stoep
B
ga weg
C
weg waarop je kunt lopen
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Vidéo
Mache die Aufgabe Lesen H: Straßenschilder
straks vragen we iemand om de antwoorden van 41C
voor te lezen.
iedereen kan straks uitleggen wat onderstaand bord in de stad Mannheim betekent.
Klaar? Check of je alle opdrachten van K3 af hebt. ga verder met je presentatie.
Slide 31 - Diapositive
top 5 Straßennahmen NL
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
https:
Slide 34 - Lien
Ein Spiel:
we beginnen links boven en werken met de klok mee
ich stehe in der Nacht auf. schrijf het nummer op dat bij de beschrijving past. schrijf eerst alle nummers op een blaadje