3ma 22 mrt

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Programm:

werkwoorden oefenen  

muziekopdracht

Nieuws 

Herzlichen Wilkommen 

Leerdoelen 

1.  je kunt de bijzondere werkwoorden vervoegen in de verleden tijd

2e week huiswerk niet op orde

OVERLEG MENTOR/DO 1E UUR TUNKEN TENZIJ

Sehen-Wortschatz-Hören-Grammatik- Lesen 

Ismail -Joeri

Tessa    Luca K

Nick  Dylan

Haily   Kenso

savannah  Josue

Mikao  

Donderdag controle  Schreiben + Lesen H 

 Repetitie K3 op 1 april.   Ook lees en luisterdeel. 

Je moet woorden en grammatica kunnen toepassen.  

vandaag opfrissen Grammatik 

Modale Werkwoorden

welke Duitse modale werkwoorden
ken je?

MODALE HULPWERKWOORDEN

dürfen

können

mögen

 möchten

müssen

sollen

wollen

wissen

mogen, toestemming hebben

kunnen, in staat zijn tot

houden van, lusten

         graag (zouden) willen

moeten (noodzaak)

moeten (wil van een ander)

willen

weten

Er ________ das Buch nicht finden.

1. könn
2. Könnt
3. kann
4. kannt

_________ du das Buch nicht finden?

1. könnt
2. könnst
3. kannt
4. kannst

Er________ gleich seine Hausaufgaben machen.

1. willt
2. wollt
3. will
4. woll

wat doe je als er geen ich, er of wir in de zin staat maar een zelfstandig naamwoord zoals:
Mein Freund, die Polizistin of meine Freunde??
bij welke uitgang of uitgangen kijk je dan?

Die Lehrerin sagt, ihr _______ die Hausaufgaben machen!

1. sollt
2. müsst

Modalverben verleden tijd

je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.

Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:

wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?

hoe leer je ze? regels?ezelsbrug?  

Modale werkwoorden verleden tijd

	(können)
ich	k o nn- te
du	k o nn- t est
er/sie/es	k o nn- te
wir	k o nn- ten
ihr	k o nn - tet
sie/Sie	k o nn - t en

Modalverben im Präteritum

Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?  

Er ________ das Buch nicht finden.

1. konn
2. Könn
3. konnte
4. könnte

Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!

1. solltet
2. musstet
3. sollet
4. müsset

Hausaufgaben _______ gemacht werden!

1. müssten
2. müten
3. mussten
4. muten

heb je al een zanger(es) of band gevonden voor je opdracht of ben je nog op zoek en wil je nog wat ideetjes opdoen?

1. ik ben tevreden met mijn keuze
2. ik heb wel een idee maar ben niet 100% tevreden
3. ik heb nog niet echt een idee en wil nog wel wat ideeën opdoen

De leerlingen online gaan zelfstandig verder met 

achterstand : A,B.C,D,E.G,H .Klaar?  dan Muziekopdr.    

De leerlingen in het lokaal doen nog een extra kijk/luister opdracht  en werken daarna aan  Duitse opdrachten:

A-B-C-D-E-G-G . Klaar? dan muziekopdr.  

Nachrichten   ZDF LOGO

we kijken naar het journaal 

na ieder item een korte pauze om aantekeningen te maken: 

wie?     waar?      wat? 

muziekopdracht

ga verder met je muziekopdracht of met opdrachten die je nog af moet maken. A,B,C,D,E,G,H