H5 Thema 4 bs 2 + bs 3

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Houtvaten zijn vooral voor
A
anorganische transport
B
organische transport
C
beiden
D
geen van beiden

Slide 2 - Quiz


Planten hebben twee typen vaten om stoffen door wortel, stengel en bladeren te vervoeren: hout- en bastvaten.
Welk van deze typen vaten boren bladluizen aan om aan energierijke stoffen te komen? Zijn dit dan anorganische of organische stoffen?
A
bastvaten, anorganisch
B
bastvaten, organisch
C
houtvaten, anorganisch
D
houtvaten, organisch

Slide 3 - Quiz

Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Long-
slagader
Long
haarvaten
Longader
Linker
boezem

Slide 4 - Question de remorquage

Studiewijzer

Slide 5 - Diapositive

Studiewijzer

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linker
kamer

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep het bloedvat naar de juiste naam.
Holle ader
Aorta
Longader
Long slagader

Slide 12 - Question de remorquage

holle ader
rechterboezem
aorta
longslagader
longhaarvaten
organen
linkerboezem
longader
linkerkamer

Slide 13 - Question de remorquage

Wat geeft nummer 10 aan?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 14 - Quiz

Hoe heet onderdeel
3?
A
rechterboezem
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
linkerkamer

Slide 15 - Quiz

Welk gedeelte van het hart heeft de dikste wand?
A
Rechterboezem
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Linkerkamer

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

holle ader
rechterboezem
aorta
longslagader
longhaarvaten
organen
linkerboezem
longader
linkerkamer

Slide 18 - Question de remorquage

Wat geeft nummer 5 aan?
A
Longader
B
Longslagader
C
Holle ader
D
Aorta

Slide 19 - Quiz

Hoe heet onderdeel
2?
A
Longader
B
Longslagader
C
Holle ader
D
Aorta

Slide 20 - Quiz

Hoort nummer 1 bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 21 - Quiz

Studiewijzer

Slide 22 - Diapositive

Studiewijzer

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Liggen vaak dieper

Slide 33 - Question de remorquage

Bloed stroomt de linkerkamer in vanuit
A
rechterboezem
B
linkerboezem
C
holle ader
D
bloedvat 4 en 5

Slide 34 - Quiz

Bloed stroomt de linkerboezem in vanuit
A
longader
B
longslagader
C
holle ader
D
aorta

Slide 35 - Quiz

Via welk bloedvat stroomt er zuurstofarm bloed het hart in?
A
Via bloedvat 1
B
Via bloedvat 3
C
Via bloedvat 11
D
Via bloedvat 10

Slide 36 - Quiz

Welk bloedvat is de slagader?
A
1
B
2
C
3

Slide 37 - Quiz

Een bloedvat voert bloed van de aorta naar de lever. Wat is de naam van dit bloedvat
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader
D
holle ader

Slide 38 - Quiz

Zie afbeelding. Welk type bloedvat is dit?
A
ader
B
slagader
C
haarvat

Slide 39 - Quiz

Welk soort bloedvat is op de tekening
zichtbaar?
A
slagader
B
haarvat
C
ader
D
Witte bloedcel

Slide 40 - Quiz

Studiewijzer

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive