Duitsland Quiz
1 / 27
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is de hoofdstad van Duitsland?
A
Bonn
B
Keulen
C
Berlijn
D
München
Slide 2 - Quiz
Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Fahrbahn
B
Autobahn
C
Schnellweg
D
Fahrweg
Slide 3 - Quiz
Duitsland is niet in provincies opgedeeld, maar in deelstaten. Uit hoeveel deelstaten bestaat Duitsland?
A
9
B
13
C
12
D
16
Slide 4 - Quiz
Apfelstrudel
Schweineohr
Currywurst
Brezel
Slide 5 - Question de remorquage
Wat zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
der Berliner Dom
C
der Bundestag
D
das Brandenburger Tor
Slide 6 - Quiz
Wat is geen Duitse stad?
A
Essen
B
Dresden
C
Dortmund
D
Wien
Slide 7 - Quiz
Wat is het hoogste cijfer wat je in Duitsland op school kunt halen?
A
10
B
6
C
8
D
1
Slide 8 - Quiz
Schrijf dit getal voluit in het Duits: 9
Slide 9 - Question ouverte
Met welke munt betaal je in Duitsland?
A
Duitse Mark
B
Gulden
C
Euro
D
Pond
Slide 10 - Quiz
Vanaf welke leeftijd mag je in Duitsland bier kopen?
A
12
B
18
C
16
D
21
Slide 11 - Quiz
Hoe heet dit gerecht?
A
Schweinebraten
B
Rindssteak
C
Jäger Schnitzel
D
Wiener Schnitzel
Slide 12 - Quiz
Waar staat de Brandenburger Tor?
A
Bremen
B
Hamburg
C
Bonn
D
Berlijn
Slide 13 - Quiz
Der Pullover
Die Socken
Die Schuhe
Die Hose
Slide 14 - Question de remorquage
Hoe veel liter bier drinkt de gemiddelde Duitser per jaar?
A
80 liter
B
142 liter
C
114 liter
D
208 liter
Slide 15 - Quiz
Der, die of das?
.... Stier
.... Stier
A
der
B
das
C
die
Slide 16 - Quiz
Wat is het grootste pretpark van Duitsland?
A
Wunderland Kalkar
B
Movie Park Germany
C
Fort Fun
D
Europapark
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Vidéo
In welk dialect is dit lied gezongen?
A
Österreichisch
B
Sächsisch
C
Berlinerisch
Slide 19 - Quiz
Welke stad was vroeger (tijdelijk) de hoofdstad van Duitsland?
A
Bonn
B
München
C
Hamburg
D
Dresden
Slide 20 - Quiz
Der die of das?
... Kater
... Kater
A
Der
B
Das
C
Die
Slide 21 - Quiz
Wanneer viel de Berlijnse muur?
A
9 november 1989
B
3 oktober 1990
C
5 mei 1945
D
13 augustus 1961
Slide 22 - Quiz
De hoogste berg in Duitsland (de Zugspitze) is ..... dan 2500 meter
A
hoger
B
lager
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Vidéo
Hoe noemen de mensen uit München het Oktoberfest?
A
Oktoberparty
B
die Wiesn
C
das Bierfest
D
Das Münchenfest
Slide 25 - Quiz
Hoeveel naamvallen kent de Duitse taal?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 26 - Quiz
Wie is dit? (voor- en achternaam)
