Duitsland Quiz (extra les)
1 / 27
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Duitsland is niet ingedeeld in provincies, maar in deelstaten. Hoeveel deelstaten heeft Duitsland?
timer
0:20
A
11
B
16
C
20
D
12
Slide 2 - Quiz
Wat is de hoofdstad van Duitsland?
timer
0:20
A
Hamburg
B
Berlijn
C
Frankfurt
D
Keulen
Slide 3 - Quiz
Hoe heet deze mevrouw?
timer
0:20
A
Marine Le Pen
B
Angela Merkel
C
Alberta Braun
D
Helene Fischer
Slide 4 - Quiz
Tekst
timer
0:20
Currywurst
Wienerschnitzel
Flammkuchen
Slide 5 - Question de remorquage
Schrijf de kleur op in het duits:
timer
0:20
Slide 6 - Question ouverte
die Konditorei
Metzger/Fleischerei
das Kaufhaus
die Drogerie
die Bäckerei
das Gemüse geschäft
der Supermarkt
das Kleidungs geschäft
die Eisdiele
de drogist
de supermarkt
de banketbakker
de ijssalon
de kledingwinkel
de slager
het warenhuis
de bakkerij
de groentewinkel
Slide 7 - Question de remorquage
Schrijf de kleur op in het Duits:
timer
0:20
Slide 8 - Question ouverte
Schrijf de kleur op in het Duits:
timer
0:20
Slide 9 - Question ouverte
Hoe heet de snelweg in het Duits?
timer
0:20
timer
0:20
timer
0:20
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn
D
Fahrweg
Slide 10 - Quiz
timer
0:20
Welke 3 supermarkten vind je in Duitsland?
(Sleep je antwoorden hierheen)
Slide 11 - Question de remorquage
Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
timer
0:20
A
6
B
1
C
10
D
5
Slide 12 - Quiz
Hoe heet deze
Bezienswaardigheid?
Bezienswaardigheid?
timer
0:20
A
Brandenburger Tor
B
Fernsehenturm
C
Kölner Dom
D
Berliner Mauer
Slide 13 - Quiz
Schattingsvraag: Hoe veel inwoners heeft Duitsland?
timer
0:20
Slide 14 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Duits: ¨Ik heet .....¨
timer
0:20
A
Ich spiele.....
B
Ich bin.....
C
Ich heiße ....
D
Ich mache ......
Slide 15 - Quiz
Welke kleuren zie je op het plaatje?
timer
0:20
A
rot-grün- gelb
B
blau - weiß - rot
C
blau - braun - rot
D
lila- weiß - rot
Slide 16 - Quiz
timer
0:20
Welke 6 automerken zijn van oorsprong Duits?
Slide 17 - Question de remorquage
In welke landen wordt nog meer Duits gesproken?
(meerdere antwoorden mogelijk)
(meerdere antwoorden mogelijk)
timer
0:20
A
Zwitserland
B
Oostenrijk
C
Noorwegen
D
Finland
Slide 18 - Quiz
Hoe veel liter bier drinken Duitsers gemiddeld per jaar?
timer
0:20
A
89
B
114
C
156
D
190
Slide 19 - Quiz
Welke stad was vroeger in Oost en West verdeeld?
timer
0:20
A
Berlijn
B
Potsdam
C
Frankfurt
D
München
Slide 20 - Quiz
Het Okterberfest is …
timer
0:20
A
een soort Koniginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest
Slide 21 - Quiz
Hoe zeg je: Ik heb een zus.
timer
0:20
A
Ich hebe eine Zus
B
Ich habe eine Cousin
C
Ich habe eine Schwester
D
Ich habe ein Bruder
Slide 22 - Quiz
Tekst
timer
0:20
timer
0:20
Apfelstrudel
Lebkuchen
Schweineohr
Slide 23 - Question de remorquage
Hoe vraag je in het Duits:
Mag ik naar het toilet?
Mag ik naar het toilet?
Slide 24 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Duits:
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
Slide 25 - Question ouverte
ouders =
Slide 26 - Question ouverte
het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
