Module theorie Elektriciteit

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Module 3 Harsen, Les 3 Elektriciteit

Vandaag

Herhalen harsen

- Energie

- Elektriciteit

- Lading

- Eenheden

- Geleiders en isolatoren

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats op het plaatje. 

haarui

talgklier

haarspier

haarschacht

zet de juiste haargroeifasen bij elkaar; sleep van links naar rechts

anagene fase

katagene fase

telogene fase

groeifase

rustfase

overgangsfase

Welke haarafwijking gaat over kaalheid?

1. hirsutisme
2. hypertrichose
3. alopecia

Welke haarafwijking is overbeharing volgens mannelijk patroon?

1. hypotrichose
2. hypertrichose
3. alopecia
4. hirsutisme

Leerdoelen

- De student kent de basisprincipes van elektriciteit.

- De student kent de verschillende elektrische eenheden.

- De student kent de elektrische ladingen.

- De student kent de elektroden.

Waar denk je aan bij Elektriciteit

Wat is elektriciteit

Atomen

Atomen zijn kleine bouwstenen van moleculen die nog herkenbare eigenschappen van de stof bevatten.

Atomen zijn opgebouwd uit:

protonen: positief geladen deeltjes in de kern

neutronen: ongeladen deeltjes in de kern

elektronen: negatief geladen deeltjes in de schillen er omheen

Geladen atomen = ionen

Neutraal (geen lading): er zijn evenveel protonen als elektronen.

Positieve atomen (kationen): er zijn meer protonen als elektronen.

Negatieve atomen (anionen): er zijn meer elektronen als protonen.

Elektronen

Deze deeltjes van atomen zijn de dragers van stroom.

De elektronen zorgen voor een stroming.

Meer elektronen -> minpool van batterij of apparaat

Minder elektronen -> pluspool van batterij of apparaat

Elektroden: kathode en anode

Een pluspool of een minpool wordt ook wel elektrode genoemd.

Dit is een gebied in de huid waar dus meer of minder elektronen aanwezig zijn. 

Of in geval van een apparaat is een elektrode een hulpstuk die stroom geleidt.

Een negatief geladen elektrode = kathode

Een positief geladen elektrode = anode

Eenheden

Bij het onderwerp stroom worden verschillende termen gebruikt. Dat worden eenheden genoemd.

De eenheden van de volgende termen moet je kennen:

Spanning

Stroomsterkte

Vermogen

Weerstand

Frequentie

spanning = volt

Spanning is de druk achter het afstoten van elektronen. Hierdoor komen elektronen in beweging.

Eenheid van spanning is Volt = V

Lichtnet (230 volt) of batterij (1,5 volt)

stroomsterkte = ampère

Hoeveel elektronen in een elektrische geleider bewegen.

 

Eenheid van stroomsterkte is Ampère = A

vermogen = watt

Hoeveel energie een apparaat gebruikt of nodig heeft.

Eenheid van vermogen is Watt = W

Gloeilamp (60 watt) of wasmachine (2000 watt)

weerstand = ohm

Voortbewegen van stroom door een geleider.

Bijv. koperdraden
hebben heel weinig weerstand.

Eenheid van weerstand is Ohm = O

frequentie = hertz

Hoeveel trillingsgolven per seconden.

Eenheid van frequentie is Hertz = Hz

Opdracht

Maak de Word opdracht die klaarstaat in Teams; we kijken het klassikaal na, dus hou je antwoorden gereed. 

Je krijgt allen een vraag te beantwoorden.

Als je klaar bent, kun je even pauze nemen.

Geleiders en isolatoren

Geleiders

Goede geleiders van stroom (1e orde):

- metalen zoals koper, ijzer en goud

- edelgassen zoals helium, neon, argon

- aarde

Geleiders van stroom (2e orde):

- elektrolyten: basen, zuren en zouten op gelost in water

Isolatoren

Ook wel niet-geleiders genoemd.

Voorbeelden van isolatoren:

- porselein

- rubber

- vetten

- plastics

Een stof die de elektriciteit heel goed geleidt heet een ...

1. geleider van 1e orde
2. geleider van 2e orde

Welke stof is een geleider van de 1e orde?

1. base
2. zuur
3. helium
4. ijzer

Welke stof is een isolator?

1. zout
2. neongas
3. porselein
4. koper

Evaluatie
Wat heb jij vandaag geleerd?

Opdracht huiswerk

Maak de Forms opdracht die klaarstaat in Teams. 

Kijk zelf de vragen na.

LEVER DE ODPRACHT IN.

volgende week elektro apparatuur