EXCURSIE: Hallo AJSO

Hallo AJSO!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstKunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hallo AJSO!

Slide 1 - Diapositive

Lesomschrijving

Duur van de voorbereidende les
60 minuten

Leerdoelen
  • Kennismaken met de instrumenten van het symfonieorkest
  • Ontdekken wat de rolverdeling is in een orkest
Discipline
Muziek

Voorbereiding
- Neem de woordenlijst door
- Print de lesinstructie

Benodigde materialen voor de voorbereidende les
- Lesinstructie (in de bijlage)
- Bladmuziek voor de leerlingen (Instrumentenlied, Dirigeren kan toch iedereen)

Je hebt de vrijheid om de voorbereidende les naar jouw eigen visie en inzicht uit te breiden.
Groep 6
60 min.
Hallo AJSO

Slide 2 - Diapositive

Tijdens dit lesblok gaan we op excursie naar Hallo AJSO. Het AJSO staat voor Almeers Jeugd Symfonie Orkest. Inmiddels bestaat dit symfonieorkest al meer dan 35 jaar en bestaat uit allemaal Almeerse muzikanten. De jongste muzikant uit dit orkest is 14 jaar oud.

De voorbereidende les bestaat uit vier onderdelen.

 1. Eerst zullen de leerlingen kennis maken met verschillende soorten concertzalen en orkesten die er zijn.

2. Daarna wordt er aandacht besteed aan het symfonieorkest en de instrumenten die in het orkest voorkomen. Door middel van een spel leren de leerlingen waar de instrumenten zich op het podium bevinden.

3. We blikken terug op het woord dirigent en laten verschillende vormen van dirigeren zien.

3. Tijdens het concert zullen leerlingen met twee nummers meezingen en in deze voorbereidende les zullen zij deze leren.

4. Als laatste leren de leerlingen meer over de rol van de dirigent en zullen zij dit zelf ook gaan oefenen. 
0

Slide 3 - Vidéo

Luister en kijk met de leerlingen naar het volgende fragment. 
Om de video te starten klik je twee keer in beeld.


Stel na afloop de volgende vragen:
  • Wat heb je gezien?
  • Wat heb je gehoord?
Het orkest dat de leerlingen in dit fragment hebben gezien is het Flevolands Philharmonisch orkest, dat een concert gaf in de Grote Zaal van Kunstlinie.

Dit fragment duurt 1,5 minuut
Nieuw woord:
Concertzaal
Heb jij wel eens naar live muziek geluisterd? 
Waar kun je naar live muziek luisteren?
Heeft er wel eens iemand muziek gehoord in een echte concertzaal?

Slide 4 - Diapositive

Bijna iedereen luistert wel eens naar muziek. Je kan muziek bijvoorbeeld luisteren via Spotify of op de radio, maar mensen die muziek maken kunnen dit ook live uitvoeren. 
  
Vraag de leerlingen:
  • Heb jij wel eens naar live muziek geluisterd? 
    bijv: een popconcert, een festival, een straatmuzikant of een orkest.
  • Waar kun je naar live muziek luisteren?
    Bijv: Melkweg, Kunstlinie, Paradiso, op straat, Concertgebouw.
  • Heeft er wel eens iemand muziek gehoord in een echte concertzaal?

Een concertzaal is een plek waar orkesten, bands of andere vormen van muziek worden gemaakt en het publiek kan komen luisteren. Het publiek kan bijvoorbeeld staan of zitten.
  • Welke soort concertzalen zijn er?
    bijv. Concertgebouw, Melkweg, Paradiso, De Meester, festivallocaties zoals Lowlands/Pinkpop
  • Kan je ook een concertzaal in Almere opnoemen? 
    bijv. Kunstlinie, De Meester en de Goede Rede.
De concertzaal die zij op deze foto zien is de Grote Zaal van Kunstlinie met het AJSO op het podium. Dit is ook de zaal waar de excursie plaatsvindt.

Nieuw woord: Concertzaal
Welke orkesten ken jij?

Slide 5 - Diapositive

Er zijn veel verschillende soorten orkesten. Met allemaal andere groottes en instrumenten, deze orkesten spelen allemaal verschillende muziekstijlen en hebben dus ook allemaal een eigen klank. 

Vraag de leerlingen of zij voorbeelden hebben van orkesten. Kennen zijn orkesten uit Almere?
Kennen zij bijvoorbeeld Harmonieorkest Hubertus, Brassband Almere/Caribische brassband of de fanfare? Wellicht kennen zij er nog meer?

0

Slide 6 - Vidéo

Tijdens de excursie gaan we een concert van een symfonieorkest bezoeken.

Hier zien jullie een fragment van het AJSO, het orkest dat jullie gaan bezoeken.
Om de video te starten klik je twee keer in beeld.

Zij spelen hier filmmuziek van Pirates of the Carribean in één van de mooiste concertzalen van de wereld, het Concertgebouw in Amsterdam.
Het fragment duurt 1 minuut.

Nieuw woord:
Symfonieorkest

Slide 7 - Diapositive

Nieuw woord: Symfonieorkest

Dit is een symfonieorkest.
Een symfonieorkest is een groot orkest dat bestaat uit 40 tot 100 muzikanten. Het orkest bestaat uit strijkers, blazers en slagwerk. In het verleden speelden deze orkesten  klassieke muziek in de vorm van symfonieën, soloconcerten en opera's maar tegenwoorden spelen zij ook pop en film muziek. 

Slide 8 - Diapositive

Een orkest heeft eigenlijk een vaste opstelling van instrumenten.

Een opstelling zijn mensen of objecten die op een bepaalde manier worden neergezet. Er zijn nog veel meer soorten opstellingen in onze samenleving. 

Vraag de leerlingen:
  • Welke opstellingen zie je op het scherm?
    Voetbalopstelling op het veld, klassenplattegrond, choreografie in een dans
  • Kun je nog andere voorbeelden van een opstelling bedenken?
Bijvoorbeeld:
  • Schilderijen die worden neergezet op een bepaalde volgorde in een expositie door een kunstcurator
  • Tafels in de klas die in groepjes of rijtjes zijn neergezet
  • De mensen die in een rij staan voor de kassa

Orkestopstelling
Nieuw woord:

Slide 9 - Diapositive

De instrumenten in een symfonieorkest hebben allemaal een vaste plek op het podium. Dit heet een orkestopstelling
Op het scherm zie je de orkestopstelling van het AJSO. Zo zitten zij straks ook op het podium.

De leerling gaan een opdracht doen met deze orkestopstelling.
Verdeel het klaslokaal. Bespreek met de leerlingen: 
Stel het klaslokaal is een podium. Waar zitten dan de strijkers? En waar zitten volgens jullie de andere instrumenten? 

In de volgende slides gaan we de voorkennis van de leerlingen testen. Vraag de leerlingen om te gaan staan aan de zijkant van de klas en goed te luisteren. Dan speel je het bijbehorende fragment af die op de slide staat.

Als de leerling weet naar welke groep instrumenten hij of zij luistert verplaatst deze zich in de klas. De leerlingen moeten gaan staan op de juiste plek in de orkestopstelling. 

Houd de opstelling van de instrumenten in de klas aan die jullie hiervoor met elkaar hebben afgesproken.

Quiz!
Cello
Waar zit dit instrument in het orkest? Ga op de juiste plaats in de klas staan!

Slide 10 - Diapositive

Speel het fragment af en stel de leerlingen de vraag: Waar denken jullie dat dit instrument in het orkest zit?

Zorg dat de leerlingen eerst goed luisteren voor ze gaan bewegen. 

Kan iemand vertellen wat voor instrument ze hebben gehoord? Klik op het vraagteken om het instrument te onthullen.
Strijkers
Antwoord

Slide 11 - Diapositive

Het goede antwoord is strijkers. 

De cello is een groot instrument die rechts vooraan het orkest zit en die een lage klank produceert. Strijkers kan je herkennen doordat ze op snaren spelen met een strijkstok. Met deze stok strijken ze over de snaren waardoor er geluid vanaf komt. 

Geef voorbeelden van de andere strijkers die spelen in een symfonieorkest. 
Zoals: Altviool, Cello, Contrabas, Viool

Quiz!
Fagot
Waar zit dit instrument in het orkest? Ga op de juiste plaats in de klas staan!

Slide 12 - Diapositive

Speel het volgende fragment af en laat de leerlingen de juiste plek in het lokaal vinden. Waar denken zij dat dit instrument in het orkest zit?
Houtblazers
Antwoord

Slide 13 - Diapositive

Het goede antwoord is Houtblazers.

Geef voorbeelden van de andere houtblazers die spelen in een symfonieorkest.
Zoals: FagotContrafagot, HoboAlthobo, Klarinet, Basklarinet, Dwarsfluit, Piccolo

Ook heb je de koperblazers.  Dit zijn: Hoorn, Trombone, Trompet, Tuba, 
Die kun je hier horen: https://vimeo.com/668174608/92a36fa27c


Quiz!
Pauken
Waar zit dit instrument in het orkest? Ga op de juiste plaats in de klas staan!

Slide 14 - Diapositive

Speel het volgende fragment af en laat de leerlingen de juiste plek in het lokaal vinden. 
Antwoord
Slagwerk

Slide 15 - Diapositive

Het goede antwoord is Slagwerk.

Geef voorbeelden van de andere Slagwerkers die spelen in een symfonie orkest.
Zoals: Bekkens, Drumstel, Gong, Grote trom, Klokkenspel, Pauken, Tamboerijn, Triangel, Xylofoon

Nu weten de leerlingen welke instrumenten er zijn en zij kunnen weer terug naar hun eigen plaats. 
Nieuw woord:
Concertmeester
Hein van der Loo
Thomas Robinet

Slide 16 - Diapositive

Aan het begin van een concert geeft één iemand een hand. Dit is de concertmeester. De concertmeester is de violist die op de stoel links van de dirigent zit. De dirigent bedankt het gehele orkest voor de tijd die gestoken is in de voorbereidingen. Je zou hem/haar dus ook wel de aanvoerder van het gehele orkest kunnen noemen. 

Vraag de leerlingen:
  • Welke aanvoerders ken je nog meer?
    Er staan enkele voorbeelden op het bord. bijv. een Burgemeester, aanvoerder in het voetbal, leerkracht voor de groep.
  • Hoe kun een aanvoerder herkennen?
  • Welke rol heeft een aanvoerder?

Slide 17 - Vidéo

Bekijk het fragment waarin wordt uitgelegd wat bladmuziek is. 
Het fragment duurt 30 seconde.
Nieuw woord:
Bladmuziek

Slide 18 - Diapositive

Wij lezen met letters, zo kunnen wij woorden maken en zinnen begrijpen.  Muzikanten gebruiken geen woorden om te weten wat ze moeten spelen.

 Iedere muzikant heeft zijn of haar eigen bladmuziek voor zich staan. Door dit allemaal goed met elkaar te oefenen met de dirigent die weet hoe alles moet klinken, wordt het samen een mooi geheel tijdens een concert.

ingezongen
instrumentaal

Slide 19 - Diapositive

Tijdens het concert zullen de leerlingen meezingen met twee nummers. Daarom moeten we deze aanleren. Daarbij gebruiken we de bladmuziek en de oefen tracks.

Luister eerst samen met de groep naar de eerste audio.  Speel de track daarna nog een keer af en zing met de klas mee.

Gaat dit goed? Speel dan de tweede audio af en zing mee op de instrumentale versie. 
Herhaling van woord:
Dirigent

Slide 20 - Diapositive

Herhaal met de klas het woord dirigent. De leerlingen hebben deze geleerd in groep 4 bij de masterclass 8-bit. 
Indien de leerlingen nog niet lang KIDD volgen kan je het woord alsnog aanleren met onderstaande uitleg.

Stel de volgende vragen:
  • Wat doet een dirigent?
    De dirigent is de leider van het orkest. Hij zorgt dat iedereen samen speelt met elkaar. Hij geeft tijdens het muziek maken aanwijzingen aan de muzikanten in het orkest.  Bijvoorbeeld dat ze harder en sneller spelen, of juist langzamer en zachter.
  • Waarom is het belangrijk dat er een dirigent voor het orkest staat?
    Bijv: om alle muzikanten één tempo te laten spelen, zodat niet iemand harder speelt dan dat er eigenlijk staat, om het geheel bij elkaar te houden. Denk maar aan de leerkracht voor de klas die jullie vertelt wat jullie moeten doen vandaag.
De dirigent op de foto is Daan Welle. Hij is de dirigent van het AJSO. 

Bekijk de volgende drie video's. 
Je ziet drie filmpjes van verschillende dirigenten die ieder hun eigen manier van dirigeren hebben.

Het doel van deze filmpjes is om de leerlingen de volgende vragen te stellen: 
  • Kunnen de leerlingen zien op welke wijze de dirigent leiding geeft aan het orkest? 
  • Kunnen zij uitleggen wat zij denken dat de dirigent vraagt aan de muzikanten?
    Bijv: door de mimiek in het gezicht van de dirigent weten de muzikanten precies wat ze moeten doen of omdat hij met zijn handen zwaait weten ze wat ze moeten doen.

Slide 21 - Vidéo

Dit fragment duurt 30 seconde.

Je ziet hier dirigent Clara Schuman. Zij dirigeert hier een orkest dat een heel mooi klassiek werk speelt met een piano die voor aan het orkest soleert. Solo spelen betekent dat er één muzikant is waarvan het instrument er echt bovenuit komt.

Is de leerlingen iets opgevallen aan hoe zij dirigeert? Hoe gebruikt zij haar lichaam tijdens het dirigeren? 

Slide 22 - Vidéo

Dit fragment duurt 1,5 minuut.

Dit is dirigent Gustavo Dudamel uit Venezuela. Het orkest dat je ziet spelen is een nationaal Jeugdorkest uit Venezuela die over de hele wereld heeft gereisd met hun concerten. Deze dirigent is daar zelfs heel beroemd door geworden!

Wat zien de leerlingen aan de manier hoe hij dirigeert? En hoe denken zij dat de muzikanten er op reageren?

Slide 23 - Diapositive

Dit fragment duurt in totaal 1 minuut. 

Dit is de Amerikaanse dirigent Leonard Bernstein. Hij dirigeert zijn orkest weer op een hele andere manier dan de andere dirigenten die je hebt gezien.

Valt de leerlingen iets op in de wijze waarop deze dirigent aan de muzikanten vertelt wat ze meoten doen?
Bijv: Het zal de leerlingen opvallen dat hij met zijn gezicht dirigeert en niet met zijn handen. Voor een dirigent zijn de gezichtsuitdrukkingen ook heel erg van belang, dat noemen ze ook wel mimiek.

(Het woord Mimiek hebben de leerlingen geleerd in groep 5 bij Verhalen in de Kunst)
ingezongen
instrumentaal

Slide 24 - Diapositive

Tijdens het concert zullen de leerlingen meezingen met twee nummers. Daarom moeten we deze aanleren. Daarbij gebruiken we de bladmuziek en de oefen tracks.

Luister eerst samen met de groep naar de eerste audio.  Speel de track daarna nog een keer af en zing met de klas mee.

Gaat dit goed? Speel dan de tweede audio af en zing mee op de instrumentale versie. 

Slide 25 - Diapositive

Tijdens het concert zal er een leerling uit de zaal gekozen worden om te dirigeren op het podium. Dan is het natuurlijk wel belangrijk dat zij weten hoe dat moet. 

Dirigent Daan van het AJSO heeft een video gemaakt waarin hij dit uitlegt. 

Bekijk dit fragment met de klas. 


Slide 26 - Diapositive

Nu gaan de leerlingen zelf oefenen!
Verdeel de klas in duo’s. Een van de twee is voor nu de dirigent en de ander de muzikant. 

De dirigent geeft een ritme aan met diens handen en de muzikant slaat zo goed mogelijk het ritme van de dirigent op de tafel. Wissel na een paar minuten om.

Als iedereen een keer de dirigent is geweest vraag je één leerling naar voren. Nu is de leerling voor de klas de dirigent en de rest van de leerlingen zijn muzikanten. 

Bladmuziek
Symfonieorkest
Concertzaal
Concertmeester
Orkestopstelling

Slide 27 - Diapositive

Sluit de les af door de leerlingen te vragen wat ze tijdens deze les hebben geleerd en herhaal de nieuwe woorden: 
concertzaal, symfonieorkest, orkestopstelling, concertmeester en bladmuziek


Tot ziens bij Hallo AJSO!

Slide 28 - Diapositive

Blik vooruit op de excursie:
Vertel de leerlingen waar ze het concert gaan zien:  in de grote zaal van de Kunstlinie.
En bereid de leerlingen ook voor hoe ze naar de Kunstlinie zullen reizen.

Praktische informatie voor de leerkracht: 
  • De excursie vindt plaats in Kunstlinie. Het adres is: Esplanade 10, Almere-Stad. De locatie is goed bereikbaar met de fiets, het OV, de auto of een tourbus.
  • Wees minimaal 15 á 20 minuten van te voren aanwezig. De kinderen worden door de medewerkers van Kunstlinie naar de juiste plek begeleidt.
  • Het is niet toegestaan om te eten en drinken in Kunstlinie.
  • Het is niet toegestaan om tassen mee de zaal in te nemen. Laat deze bij voorkeur op de school achter.
  • Er is 1 begeleider per 10 leerlingen welkom in de zaal. Indien er meer begeleiders mee komen zullen zij moeten wachten in de foyer van Kunstlinie.
  • De voorstellingsduur is +- 60 minuten., maar kan altijd iets uitlopen.

Tot ziens bij het concert Hallo AJSO!