Thema 2: Germanen

Thema 2:  Grieken en Romeinen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 2:  Grieken en Romeinen

Slide 1 - Diapositive

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Diapositive

Waarom is geschiedenis belangrijk?

  • Kan gewoon leuk zijn, interessant of spannend!
  • Het verleden leert ons de huidige wereld om ons heen beter te begrijpen.
  • Elke ervaring die we hebben, hebben we opgedaan in het verleden.. Dankzij geschiedenis hoef je niet zelf te beleven wat oorlog is en kun je toch weten dat het heel erg is

Slide 3 - Diapositive

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeeld, dan kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 4 - Diapositive

Herhaling Romeinse rijk:    Tijdlijn

Slide 5 - Diapositive

Bespreken criteria 
  • Je legt de begrippen ‘republiek, keizerrijk, legioen, castellum en limes’ uit. 
  • Je geeft een voorbeeld van een Romeinse keizer
  • Je legt uit hoe het Romeinse rijk zich uitbreidde.

Slide 6 - Diapositive

Sociale verschillen
1. aanzienlijke families
2. Rijke handelaren
3. gewone Romeinen
4. arme Romeinen
5. slaven


Slide 7 - Diapositive

Sociale verschillen
De verschillen waren zichtbaar, je kan dus zien wie een arme of rijke Romein was. Zo leefden rijke Romeinen in landhuizen en villa's met veel luxe en leefden arme romeinen in soort van flatgebouwen in slechte omstandigheden.


Slide 8 - Diapositive

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 9 - Quiz

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 10 - Quiz

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 11 - Quiz

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 12 - Quiz

Romeinen 
Germanen

Slide 13 - Diapositive

Germanen
Rond 100 v. Chr. maakten de Romeinen voor het eerst kennis met de Germanen. De Romeinen en Germanen vochten regelmatig met elkaar.

De rivieren de Rijn en de Donau vormden vanaf toen de grens tussen het Romeinse Rijk en het Germaanse grondgebied.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Germanen
De Germaanse stammen hadden elk een eigen taal, godsdienst en cultuur. Net als de Grieken en Romeinen geloofden Germanen in meerdere goden.

Dagen van de week vernoemd.
Wo: Wodan. Do: Donar. Vrij: Frija 
Oppergod, dondergod en Godin liefde

Slide 16 - Diapositive

Germanen
De Romeinen waren gericht op internationale handel en steden. (Landbouwstedelijke samenleving) 
Germanen en Kelten hielden zich bezig met landbouw en met handel dicht bij huis. (landbouw samenleving)

Sommige stammen werden bondgenoten van de Romeinse overheersers en namen dingen over. Andere waren vijanden.

Slide 17 - Diapositive

Germanen
Romanisering: De overname van de Romeinse cultuur door de veroverde volken, bijvoorbeeld de Germanen.

De grenzen van het Romeinse Rijk werden voortdurend bedreigd. Deze werden bewaakt door grensposten 

Limes: De grens van het Romeinse rijk.

Slide 18 - Diapositive


Slide 19 - Diapositive

Germanen
Langs de grens ontstonden steden. De grens was niet helemaal gesloten. De Romeinse en Germaanse manier van leven (cultuur) kon met elkaar in aanraking komen. 

 Alle Germaanse  mannen moesten verplicht soldaat worden in het Romeinse leger en er werden hoge belastingen opgelegd.

Slide 20 - Diapositive

Historische vaardigheden
Vergelijken: Verschillen en overeenkomsten

Verschil: dat wat anders is.
Overeenkomst: dat wat ongeveer hetzelfde is.

Als je gaat vergelijken noteer je altijd de verschillen en overeenkomsten. 

Slide 21 - Diapositive

SPEC-Tabel
Een SPEC-Tabel maken wij om gebeurtenissen onder te verdelen en om te vergelijken. Er zijn vier aspecten:

  • Sociaal: Hoe gaan mensen met elkaar om?  Hoe ziet de samenleving eruit?
  • Politiek: Hoe wordt een land bestuurt? 
  • Economisch: Hoe ziet hun middel van bestaan eruit? 
  • Cultureel: Al die dingen die mensen denken, doen en hebben. Zoal gewoonten, godsdienst en bouwwerken

Slide 22 - Diapositive

SPEC-Tabel
Jullie gaan een SPEC-Tabel maken over de Germanen. Hieronder staat een voorbeeld met alvast onderdelen ingevuld. 


  • Neem de tabel over in je schrift.
  • Geef voor elk aspect een antwoord.
  • Tot slot: Vergelijken met de Romeinen.
    Wat is hetzelfde?
    Wat is verschillend? 

Slide 23 - Diapositive

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
  • Germanen en Romeinen

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 24 - Diapositive

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘romanisering en Germanen’ uit.  
  • Je geeft twee voorbeelden van de Germaanse cultuur
  • Je geeft een voorbeeld van romanisering.

Slide 25 - Diapositive

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘romanisering en Germanen’ uit. 
  • Je geeft drie voorbeelden van de Germaanse cultuur
  • Je geeft twee voorbeelden van romanisering.

Slide 26 - Diapositive

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘romanisering en Germanen’ uit.   
  • Je geeft vier kenmerken van de Germaanse cultuur.  
  • Je geeft drie voorbeelden van romanisering

Slide 27 - Diapositive

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘romanisering en Germanen’ uit.  
  • Je geeft vier kenmerken van de Germaanse cultuur. 
  • Je geeft drie voorbeelden van romanisering. 
  • Je vergelijkt de Romeinse cultuur met de Germaanse cultuur

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 29 - Diapositive