Rekenen Maatwerk 2.3 les 8 (deel 1 vp)

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Rekenen 2.3 Maatwerk les 8

Verpleegkundige rekenen

Medicatie 

Zelfstandig de les nogmaals door? 

https://LessonUp.app/invite/h/2c6nc9BNiY6YFhHWZ

Vandaag lesuur 1

Herhaling/terugblik

Wie doet wat 

Instructie/zelfstandig werken

Vragen/zelfstandig werken

Vandaag lesuur 2

Terugblik

Wie doet wat

Instructie/zelfstandig werken

Vragen/zelfstandig werken

Afronding les

Toetsing

Leerjaar 3

Herhaling en Toetsing

Hulpmiddelen

Reader (CL)

Rekenmachine

Kladblaadje

Hulpkaart (CL) of spiekboekje verpleegkundig rekenen (via nursing)

Terugblik

Terugblik: BMI 

Gewicht in verhouding tot lengte

Welke formule zie je op de hulpkaart?

BMI = Gewicht in kilogram : (lengte in meter x lengte in meter )

 

Terugblik: Vochtbalans

Formule:

hoeveelheid vocht in – hoeveelheid vocht uit

Uitkomst:

positieve vochtbalans (>0) Patiënt krijgt meer vocht binnen dan hij verliest

Negatieve vochtbalans (<0) Patiënt verliest meer vocht dan hij binnenkrijgt

Antwoorden

Wie doet wat

A uitleg volgen 

B zelfstandig verder in de reader (medicatie af)

C ander vak (infusie/transfusie af)

D meeluisteren

Medicatie

Reader:

Het hoofdstuk medicatie bestaat uit een stukje algemene informatie, dan druppelmedicatie en vervolgens injecteren.

Les:

In deze les bespreken we druppelmedicatie en injecteren. 

Druppels

Je hebt geleerd: 1 ml = 20 druppels

Op de volgende dia komt een oefenopgave over het rekenen met medicatiedruppels 

Wanneer een ampul 100 IE/2ml bevat en de patiënt 20 IE moet krijgen. Hoeveel druppels geef je dan?

Wanneer een ampul 100 IE/2ml bevat en de patiënt 20 IE moet krijgen. Hoeveel druppels geef je dan? 

Injecteren

Welke formule staat er op de hulpkaart? 

Wat bereken je hiermee?

Beantwoord deze vragen voor jezelf en controleer je antwoord op de volgende dia

Injecteren

Welke formule staat er op de hulpkaart?

Voorschrift : Aanwezige hoeveelheid per ml = te injecteren hoeveelheid in ml 

Wat bereken je hiermee?

Hoeveel ml je moet opzuigen en injecteren

De patiënt moet 4mg lidocaïne toegediend krijgen. Hoeveel ml injecteer je?
(klik op de afbeelding)

Injecteren

De patiënt moet 4mg lidocaïne toegediend krijgen. Hoeveel ml injecteer je?

Voorschrift : Aanwezige hoeveelheid per ml = te injecteren hoeveelheid in ml 

          4            :                             10                                 =   0,4 

Injecteren

Let op! Voorschrift en aanwezige hoeveelheid moeten altijd in dezelfde eenheid zijn. 

De patiënt moet 6000 microgram lidocaïne toegediend krijgen. Hoeveel ml injecteer je?
(klik op de afbeelding)

Injecteren

De patiënt moet 6000 microgram lidocaïne toegediend krijgen. 

Hoeveel ml injecteer je?

6000 microgram = 6 milligram

Voorschrift : Aanwezige hoeveelheid per ml = te injecteren hoeveelheid in ml 

          6            :                             10                                 =   0,6

Verder

Verder oefenen in de reader

'' Medicatie''

Tijdens de les mag je nog weer inloggen/bellen als je vragen hebt of niet uit een som komt.

Of

Extra uitleg

Gezamenlijk verder oefenen

2e lesuur: 3F rekenen (% en verhoudingstabellen vergelijken)

Volgende les: 

Maak uit de reader: 

De opdracht die horen bij: '' Medicatie''

Deze bespreken we begin van de volgende les

Lezen: hoofdstuk Infusie/transfusie

Start alvast met de opdrachten als dat lukt

Volgende les: Infusie/transfusie

Denk aan: Reader, hulpkaart, rekenmachine