Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
SOCIALE VAARDIGHEDEN
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Kennis
Welke kennis heb jij al?
Waar moet jij je nog in verdiepen?
timer
5:00
Slide 2 - Diapositive
timer
2:00
Groepsdynamica
Slide 3 - Carte mentale
Jessica is lid van de tennis, dit is een
A
informele groep
B
zowel een informele als formele groep
C
formele groep
Slide 4 - Quiz
Kenmerken van groepsidentiteit zijn
A
de groep heeft een eigen karakter
B
de identiteit is pas zichtbaar als de groep langer bestaat
C
de omgang met elkaar krijgt vast en herkenbaar patroon
D
geen van allen past hierbij
Slide 5 - Quiz
Observeren is kijken hoe iets gebeurt of hoe iemand zich gedraagt. Observeren doe je met al je zintuigen. Welke vier manieren van observeren ken jij?
Slide 6 - Question ouverte
Evolutionaire verklaring
Culturele verklaring
Psychologische verklaring
Cognitieve verklaring
Mensen in groepen gaan leven omdat ze elkaar nodig hadden om te overleven. Samen waren ze sterker
We hebben van onze voorouders overgedragen gekregen omdat wij onderdeel zijn van groepen. Vanaf de geboorte is dit voor ons een 'normaal' gegeven
Leven in groepen voldoet aan de behoefte van mensen zoals waardering, informatie, controle, status, steun etc.
Leven in groepen maakt het behalen van gezamenlijke doelen mogelijk
Slide 7 - Question de remorquage
www.npo3.nl
Slide 8 - Lien
In welke fase van groepsontwikkeling zag je net?
Slide 9 - Diapositive
Welke kenmerken horen bij de stabilisatiefase?
A
conflicten kunnen ontstaan, maar gaan ze niet uit de weg, waardoor de groep zich positief ontwikkeld en ze meer vertrouwen in elkaar krijgen omdat ze beter weten wat ze aan elkaar hebben.
B
Positieve gedragen die bijdragen aan een goede samenwerking zullen deel gaan uitmaken van van het groepsgedrag. Negatieve gedragen zullen verdwijnen.
C
Er is een conflictloze samenwerking, hierdoor kunnen de goed presteren ten aanzien van een gemeenschappelijke taak.
D
Onderlinge verhoudingen komen centraal te staan.
Slide 10 - Quiz
Welke antwoorden passen bij kuddegedrag?
A
We voelen ons aan de ene kant veilig, maar aan de andere kant ook sociale druk
B
We denken dat de groep een juiste beslissing maakt
C
Een andere keuze maken dan de groep, dan sta je buiten de groep
D
Kuddegedrag gebeurd alleen als de groep groter is dan 10 personen
Slide 11 - Quiz
Wanneer mensen elkaar bewust beinvloeden spreken we van;
Wanneer mensen elkaar onbewust beinvoeden spreken we van;
actieve beinvloeding +passieve beinvloeding=
Groepsleden groeien meer naar elkaar toe, de meningen en gedragingen lijken steeds meer op elkaar
actieve beinvloeding
passieve beinvloeding
Conformiteit
er vindt conformiteit plaats
Slide 12 - Question de remorquage
Wanneer we afspreken dat we tijdens de lessen de jas uit doen, dan spreken we over:
expliciete groepsnorm
impliciete groepsnorm
nauwgezette groepsnorm
Slide 13 - Sondage
functionele rollen
Slide 14 - Carte mentale
dysfunctionele rollen
Slide 15 - Carte mentale
Rollen die zijn gericht op het verbeteren van sociaal emotioneel klimaat in de groep noemen we