H4 reflectie toets en herhaling

Ga zitten naast iemand 
met wie je goed kan werken.
Pak pen en papier.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ga zitten naast iemand 
met wie je goed kan werken.
Pak pen en papier.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 
Terugkijken naar toets 
 Herhaling

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verwachten jullie van mij?
Betere uitleg uiteraard.
Dat ga ik leren bij mijn studie....

Ik hoop jullie de rest van dit schooljaar  beter in wiskunde te zien worden en ik hoop dat jullie mij beter  zien worden in lesgeven.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Had je zelf iets beter kunnen doen?
  • Heb je alle paragrafen goed geoefend tot het meeste goed ging?
  • Heb je de herhalingsopgaven/gemengde opgaven gemaakt?
  • Heb je goed opgelet in de les?
  • Heb je vragen gesteld als je het niet begreep?
  • Heb je de samenvatting gemaakt en meegenomen bij de toets?                                         Meer dan je best kun je niet doen!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte herhaling H4
Schrijf mee! Dat mag in je eigen woorden. 


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duizendtallen en decimalen
Nederlands
Amerikaans
12.000
12,000
€ 4,95
€ 4.95
Duizendtal in Nederlands met een punt, in Amerikaans met een komma.
Decimalen staan in Nederlands achter een komma, in Amerikaans achter een punt.
Is ook bij economie belangrijk!
Kijk naar instelling van je rekenmachine!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen
1 meter = 1 x10 x 10 = 100 cm
3 m = 3 x 10 x 10 = 300 cm

5 dm = 5 x 10 = 50 cm

7 km =  7 x 10 x 10 x 10 = 7000 m
7 km 7 x 10 x 10 x 10 x 10 x 10 = 700.000 cm

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen
1000 cm = 1000 :10 : 10 = 10 m
400 cm = 400 : 10 : 10 = 4 m
4 cm = 4 : 10 : 10 = 0,04 m

5000 dm = 5000 : 10 = 500 m
7000 m =  7000 : 10 : 10 : 10 = 7 km

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij vierkante (centi)meters 
doe je alles x of  : 100! 

3 m² = 3 x 100 x 100 = 30.000 cm²

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Foto uitvergroten voor cadeau

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Foto vergroten
De foto moest 3x zo groot worden als hij was.
De vergrotingsfactor was dus 3.
Als je gaat vergroten, moet je vermenigvuldigen (x).

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Badkamer kopen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Badkamer kopen
Echte badkamer heb ik 40 x verkleind.

40 was de verkleiningsfactor.
Als je gaat verkleinen, moet je delen (:)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor je samenvatting
(vermenigvuldigen (x)
delen (:)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Badkamer kopen
Badkamer had ik getekend op 
schaal 1 : 40
Verhoudingstabel




Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fietsen naar Hooglanderveen
Je wilt op de fiets naar mij om je huiswerk in te leveren. Google maps zegt dat het 17,6 km is. 
We gaan uit van 18 km.
De schaal is 1 : 200.000

Hoeveel cm is dat op de kaart?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je? En wat moet je uitrekenen?
  • Schaal is 1 : 200.000
  • Afstand is 18 km. 
18 x 10 x 10 x 10 x 10 x 10 = 1800.000 cm
  • Hoeveel cm is het op de kaart?






Slide 18 - Diapositive

9 cm via verhoudingstabel
of 1800.000: 200.000 = 9
Vergroten vergrotingsfactor 3
Hoe teken je dat?
2
5

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oppervlakte berekenen
Oppervlakte rechthoek = zijde x zijde
Oppervlakte vierkant = zijde x zijde 
                                         = zijde ²
Oppervlakte driehoek =
 zijde x zijde
             2

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oppervlakte vergroten
Foto is 3 x 5 = 15 cm²
Uitvergroting 3 keer zo groot
Vergrotingsfactor = 3
Oppervlakte uitvergroting is vergrotingsfactor²
Dus vermenigvuldigen met 3² = 9
Oppervlakte groot figuur = 
oppervlakte klein figuur x vergrotingsfactor²



Slide 21 - Diapositive

15 x 9 = 135
Oppervlakte nieuwe badkamer
Oppervlakte getekende badkamer is 25 cm²
Badkamer had ik laten tekenen op 1:40
==> de vergrotingsfactor is 40
Oppervlakte vergroten doe je met vergrotingsfactor²
==> 40² = 1600.
Oppervlakte  echte badkamer is 25 x 1600 = 40.000 cm²  
40.000 cm² : 100 : 100 = 4 m²

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Kwadrateren <--> Worteltrekken
7² = 49

= 7

49

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijden berekenen
Oppervlakte vierkant = 36 cm²
Zijde x zijde = 36 cm²
Zijde² = 36 cm²

= 6
Elke zijde is dus 6 cm
36

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgaven toets lezen
  • Wat weet ik allemaal al?
  • Moet je vergroten (x) of verkleinen (:) ?
  • In welke eenheid staat wat ik al weet (km, m, cm  ....)
  • In welke eenheid moet ik antwoord geven?
  • Moet ik nog afronden?
Schrijf je berekening op!! Kan je cijfer verhogen

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende keer
Vrijdag toets

Volgende week maandag geen wiskunde

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions