Poëzie: figuurlijk taalgebruik
Letterlijk: De kapper zit met zijn handen in mijn haar.
Figuurlijk: Ik zit met mijn handen in mijn haar.
Figuurlijk taalgebruik is vaak verrassend:
De appel valt niet ver van de boom.
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.
Een appeltje met iemand te schillen hebben
Onder één hoedje spelen
twee zielen, één gedachte