2.1 fictie hoofd- en bijpersonen 1kgt

2.1 fictie
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2.1 fictie

Slide 1 - Diapositive

Herhaling vorige les
Dit weten we al:
Fictie en non-fictie
Realistische fictie
Niet-realistische fictie

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Ik weet hoe ik een boek kan kiezen.
  • Ik weet wat een hoofdpersoon is.
  • Ik weet wat een bijpersoon is.

Slide 3 - Diapositive

Vakoverstijgend leerdoel
Je geeft de ander tijd om over een keuze na te denken.

Slide 4 - Diapositive

Wat voor verhalen lees jij graag?
Waar en hoe vind je de boeken die je graag leest?

Slide 5 - Question ouverte

Een boek kiezen

Zo kun je voorspellen waar een boek over gaat:
  • Bekijk de voorkant: lees de titel en bekijk het plaatje
  • Lees de flaptekst (de tekst op de achterkant).
  • Lees een stukje in het boek

Slide 6 - Diapositive

Een boek kiezen
  • Let in de bibliotheek op het pictogram (tekeningetje) op de rug van het boek.

  • Lees het kaartje voor in het boek.

  • Kijk op internet

Slide 7 - Diapositive

2.1 fictie
personages 

Slide 8 - Diapositive

Theorie (personages) 
Hoofdpersonen bijpersonen = personages

Wat krijg je over hoofdpersonen te weten?
- wat hij/zij denkt en voelt
- wat zijn/haar karaktereigenschappen zijn
- hoe hij/zij eruitziet
- waar, hoe en met wie hij/zij woont
Hierdoor kun je je beter inleven in de hoofdpersoon.


Slide 9 - Diapositive

Bijpersoon
Over de bijpersonen krijg je minder informatie. Je krijgt meestal geen gedachten of gevoelens te lezen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wie is de hoofdpersonage in het fragment?

Slide 12 - Question ouverte

Een bijpersoon speelt een minder belangrijke rol in een verhaal.
Bovenstaande uitspraak is
A
waar
B
niet waar
C
ik heb geen idee

Slide 13 - Quiz

In een verhaal krijg je veel informatie van de hoofdpersoon.
Bovenstaande uitspraak is
A
ik heb geen idee
B
waar
C
niet waar

Slide 14 - Quiz

Leerdoelen 
  • Ik weet hoe ik een boek kan kiezen.
  • Ik weet wat een hoofdpersoon is.
  • Ik weet wat een bijpersoon is.

Slide 15 - Diapositive

Ik kan de lesdoelen toepassen in mijn opdrachten
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Aan het werk!
Talent boek bladzijde 94-95-96

Slide 17 - Diapositive