-Batterij (veel elektronen aan de min-pool, weinig elektronen aan plus-pool)
-Stroomdraad -Schakelaar om open en dicht te doen -Lampje of andere ''verbruiker''
Slide 15 - Diapositive
Wat is de lading van de deeltjes die bewegen in een stroomkring?
A
positief
B
negatief
C
neutraal
Slide 16 - Quiz
Eline doet een proef met statische elektriciteit. Bij een van de proeven stoot en geladen voorwerp A een tweede voorwerp B af. Je kunt hieruit afleiden dat voorwerp B
A
Positief geladen is
B
Negatief geladen is
C
dezelfde lading heeft als voorwerp A
D
een tegengestelde lading heeft als voorwerp A
Slide 17 - Quiz
Waarmee kan je water uit de kraan laten bewegen zonder het water aan te raken?
A
Een sterke magneet
B
Een lucifer
C
Een hele krachtige zaklamp
D
Een ballon
Slide 18 - Quiz
Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring
Slide 19 - Quiz
Bij een open stroomkring
A
stromen de ladingen rond
B
stromen de ladingen niet rond
Slide 20 - Quiz
Twee positieve ladingen...
A
... trekken elkaar aan
B
... stoten elkaar af
Slide 21 - Quiz
Als we het over stroom hebben dan hebben we het over bewegende ladingen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Welk woord ontbreekt in de volgende zin: Als we het over stroom hebben dan hebben we het over ladingen die bewegen.
Slide 23 - Question ouverte
Wat weet jij al van dit onderwerp?
Wat? Maak opdracht 1 t/m 10 van de introductie van elektriciteit.
Hoe? Je doet dit individueel zonder daarbij te overleggen.
Hoe lang? Tot het einde van de les
Klaar? Lees vast H4.1
Slide 24 - Diapositive
Samen plattegrond maken
Hoe? Je gaat een tweetal maken, 1 persoon van het tweetal stuurt beide namen in de teamsgroep->