Formatieve toets hst 1 (NETH)

Sleep de mengsels naar het juiste vakje.
Homogeen
Heterogeen
lucht
oplossing
legering
krijt en water
emulsie
rook
mist
zand en zout
nevel
schuim
1 / 20
suivant
Slide 1: Question de remorquage
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Sleep de mengsels naar het juiste vakje.
Homogeen
Heterogeen
lucht
oplossing
legering
krijt en water
emulsie
rook
mist
zand en zout
nevel
schuim

Slide 1 - Question de remorquage

Mengsels
Nienke doet een proef met vier stoffen om te zien of ze oplossen in water. Hieronder staan in de tabel de resultaten.

Oplossing
Suspensie
Emulsie

Slide 2 - Question de remorquage


Nienke wil het ontstane mengsel in buis 4 scheiden.
Geef drie scheidingsmethoden waarmee ze dat kan doen. 

Slide 3 - Question ouverte


Nienke wil het ontstane mengsel in buis 2 scheiden.
Leg uit hoe ze dit mengsel eenvoudig kan scheiden.

Slide 4 - Question ouverte


Mayonaise is een mengsel van olie, azijn en eigeel.
Maaike moet uitleggen of mayonaise een homogeen of een heterogeen mengsel is.
Kies het juiste antwoord.
A
Mayonaise is een homogeen mengsel, want het is een mengsel van 2 vloeistoffen
B
Mayonaise is een homogeen mengsel, want je ziet geen korreltjes vaste stof.
C
Mayonaise is een heterogeen mengsel want het is niet helder.
D
Mayonaise is een heterogeen mengsel want onder de microscoop zie je druppeltjes azijn en olie.

Slide 5 - Quiz


Tigo zegt: Een legering kun je maken door metalen te smelten en dan te mengen. Als dit mengsel dan afkoelt heb je een heterogeen mengsel.
Mads zegt: Een legering is een mengsel van metalen die andere stofeigenschappen heeft dan de metalen die er in verwerkt zijn.
Wie heeft er gelijk?
A
Tigo
B
Mads
C
Tigo en Mads
D
Geen van beiden

Slide 6 - Quiz


Duralum
Duralum is één van de oudste legeringen van aluminium. Het is veel toegepast in de vliegtuigbouw en voor motorfietsframes.
Een bepaalde soort duralum bevat 93,5 massa% aluminium, 4,0% koper, 1,9% magnesium en 0,60% mangaan. 

Bereken hoeveel gram magnesium aanwezig is in 3,5 kg van deze legering.

Slide 7 - Question ouverte


Anouar gaat met behulp van chromatografie onderzoeken of de bruine kleurstof van een M&M’s snoepje uit één kleurstof bestaat of een mengsel van kleurstoffen is.
Van welke verschillen in stofeigenschappen maak je gebruik bij chromatografie? 

A
adsorptie & aanhechting
B
adsorptie & extraheren
C
extraheren & aanhechting
D
adsorptie & oplosbaarheid

Slide 8 - Quiz

Welk van onderstaande diagrammen hoort bij het kooktraject van kerosine?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Verbind de begrippen met het juiste plaatje.
niet in te delen
Dichtheid
Adsorberen
Destilleren
Bezinken en afschenken
Kookpunt
Oplosbaarheid
Chromatografie
Deeltjesgrote
Indampen
Extraheren
Filtreren

Slide 10 - Question de remorquage


De standaardinhoud van een bierglas is 250 mL, de inhoud van een wijnglas is 100 mL. Bier bevat 5% alcohol, wijn bevat 12% alcohol. 

Laat met een berekening zien in welk glas meer alcohol zit.

Slide 11 - Question ouverte

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 12 - Question de remorquage


Welk diagram hoort bij de de kookcurve van gedestilleerd water?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz


Johan is verpleegkundige. Hij moet een injectiespuit vullen met 0,60 mg van een bepaald medicijn. Op het flesje van het medicijn staat 0,25 mg/mL. 

Hoe veel mL moet Johan in de spuit doen?

Slide 14 - Question ouverte


Hiernaast zie je een maatcilinder waar een blokje in wordt gedaan. De massa van het blokje is  0,022kg.  Bereken de dichtheid. 

Slide 15 - Question ouverte


De dichtheid van ijzer is 7,8 g/cm3. Wat kun je zeggen over de totale dichtheid van het ijzeren schip ten opzichte van water? 
A
Groter dan water
B
Kleiner dan water
C
Gelijk aan water

Slide 16 - Quiz


In de afbeelding hiernaast is de oplosbaarheid van zuurstof te zien.
Bereken hoeveel gram zuurstof er maximal in 500 L water van 25 C kan zitten.

Slide 17 - Question ouverte


Gebruik om te antwoorden de afbeelding hiernaast. 
In een watertank zit 1500 Liter water. De vissen die hierin zwemmen hebben in deze tank minimaal 67,5 g zuurstof nodig. Hoe warm mag het water maximaal worden. 
A
45 graden Celcius
B
30 graden Celcius
C
20 graden Celcius
D
5 graden Celcius

Slide 18 - Quiz

Ryanne heeft 150 mL verzadigde oplossing van keukenzout gemaakt. Bereken hoeveel keukenzout in 150 mL verzadigde oplossing aanwezig is. (oplosbaarheid zout: 359 g/L)
A
5,39 g
B
53,9 g
C
4,40 g
D
40,4 g

Slide 19 - Quiz


Hiernaast zie je een bekerglas van 250 ml. Bereken hoeveel soda er in dit glas is opgelost.
A
215 g
B
860 g
C
53,75 g
D
89,75 g

Slide 20 - Quiz