3.7 afsluiting

De vroege Middeleeuwen
K: Oefenvragen hoofdstuk 3
Z: Je gaat vast een keer leren voor de toets. 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De vroege Middeleeuwen
K: Oefenvragen hoofdstuk 3
Z: Je gaat vast een keer leren voor de toets. 

Slide 1 - Diapositive

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive


➤Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz


➤Veel monniken konden lezen en schrijven. 
Zij schreven oude boeken over.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz


➤Het drieslagstelsel is een manier van landbouw waarbij één deel van de akker afwisselend braak ligt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz


➤Dankzij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond vruchtbaarder.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz


➤Door het drieslagstelsel werden de oogsten kleiner, omdat een deel van de grond leeg was.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz


➤Het drieslagstelsel werd gebruikt vanaf ongeveer het jaar 600.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz


De leenman en de horige hadden allebei plichten. 

➤Bij wie hoort de volgende plicht?

Herendiensten doen.
A
leenman
B
horige

Slide 9 - Quiz


De leenman en de horige hadden allebei plichten. 

➤Bij wie hoort de volgende plicht?

Bescherming bieden als er gevaar dreigt.
A
leenman
B
horige

Slide 10 - Quiz


De leenman en de horige hadden allebei plichten. 

➤Bij wie hoort de volgende plicht?

Toestemming vragen om te mogen trouwen
A
leenman
B
horige

Slide 11 - Quiz


De leenman en de horige hadden allebei plichten. 

➤Bij wie hoort de volgende plicht?

Trouw beloven aan de koning.
A
leenman
B
horige

Slide 12 - Quiz


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Leo, de bisschop van Aken.
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 13 - Quiz


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Herman, een horige die op het gebied van een ongelofelijk onvriendelijke edelman woont
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 14 - Quiz


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Maria, een oude vrouw die in een klooster bij Maastricht woont.
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 15 - Quiz


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Klaas, een vrije boer met een lange baard.
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 16 - Quiz


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Koning Karel de Kale, een kleinzoon van Karel de Grote.
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 17 - Quiz


➤Karel de Grote was een Romeinse keizer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De vroege Middeleeuwen
K: Oefenvragen hoofdstuk 3
Z: Je gaat vast een keer leren voor de toets. 

Slide 19 - Diapositive