Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
soundcloud.com
Slide 3 - Lien
Slide 4 - Diapositive
Het Oudnederlands kenmerkt zich door klinkerkleuring en naamvallen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
We kunnen het Middelnederlands van het Oudnederlands onderscheiden doordat er in het Middelnederlands geen tweeledige ontkennig meer voorkwam
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Als je het verschil tussen ‘hen’ en ‘hun’ in het Nederlands aan een leerling uitlegt, dan beroep je je op:
A
Descriptieve taalregels
B
Prescriptieve taalregels
Slide 7 - Quiz
De Hollandse expansie heeft bijgedragen aan het verdwijnen van een aantal dialecten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Een standaardtaal wordt afgeleid van schrijftaal, een dialect van spreektaal
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Dialecten zijn ontstaan vanuit het Standaardnederlands
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Elk dialect is uniek en authentiek
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
www.rtvoost.nl
Slide 14 - Lien
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
stimmen.nl
Slide 17 - Lien
Slide 18 - Diapositive
Aan de grenzen van Nederland vind je gebieden waarin zowel sprake is van een taalgrens als een dialectcontinuüm
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Een regiolect is een verzameling dialecten die kenmerken met elkaar delen en in die een bepaalde regio gesproken worden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
De begrippen accent en dialect zijn synoniemen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Dialecten zijn aan het verdwijnen in Nederland
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Ik spreek een dialect
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Hoe onderscheidt het dialect dat jij spreekt zich op de taalbeschrijvingsniveaus van het standaardnederlands? Noem op elk niveau een voorbeeld uit jouw dialect.
Slide 29 - Question ouverte
Dialecten zijn in mijn ogen minderwaardig aan de standaardtaal
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
In jouw eigen woorden: wat is het belangrijkste inzicht dat je opgedaan hebt over het onderscheid tussen taal en dialect?