7.6 Rekenen met indexcijfers

7.6 Nominale en reeele indexcijfers

Leerdoelen :
  • Je kunt veranderingen t.o.v. het basisjaar uitdrukken in indexcijfers
  • Je kunt m.b.v. indexcijfers uitrekenen hoeveel procent de koopkracht daalt of stijgt. 

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

7.6 Nominale en reeele indexcijfers

Leerdoelen :
  • Je kunt veranderingen t.o.v. het basisjaar uitdrukken in indexcijfers
  • Je kunt m.b.v. indexcijfers uitrekenen hoeveel procent de koopkracht daalt of stijgt. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Planning
- Intro
- Theorie paragraaf 7.6


Slide 3 - Diapositive

Inflatie = gemiddelde prijsstijging van producten in een land.
Koopkracht hangt samen met de inflatie

Slide 4 - Diapositive

Koopkracht
Koopkracht is de hoeveelheid wat we kunnen kopen met het inkomen wat je hebt. 

Koopkracht noemen we ook wel het REEEL INDEXCIJFER, om de koopkracht uit te rekenen:
Nominaal indexcijfer - Prijsindexcijfer = REEEL indexcijfer



Slide 5 - Diapositive

Hoe bereken je een indexcijfer
Met indexcijfers kun je gegevens met elkaar vergelijken, waarbij je het basisjaar als uitgangspunt neemt.
Het is ook een verhoudingsgetal.

Het basisjaar heeft altijd het indexcijfer 100. 

Slide 6 - Diapositive

Indexcijfers
Om de ontwikkeling van verschillende grootheden, zoals prijzen of inkomen, goed te kunnen vergelijken wordt vaak gebruik gemaakt van indexcijfers.

Een indexcijfer is een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip. 


Slide 7 - Diapositive

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:


                                                        Het basisjaar is te herkennen aan 
                                                        een indexcijfer van 100


timer
2:30

Slide 8 - Diapositive

Index 2015? (1decimaal)

Slide 9 - Question ouverte

Index 2016? (1decimaal)

Slide 10 - Question ouverte

Indexcijfers vergelijken
  • Nominaal indexcijfer
  • Consumentenprijs-
indexcijfer

Wanneer is er sprake van 
een stijging van de koop-
kracht?

Slide 11 - Diapositive

Indexcijfers vergelijken
  • Nominaal indexcijfer
  • Consumentenprijs-
indexcijfer

Wanneer is er sprake van 
een stijging van de koop-
kracht?

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel procent is het loon
gestegen van 2010 naar
2011?

Slide 13 - Question ouverte

Hoeveel procent is het loon
gestegen van 2010 naar
2012?

Slide 14 - Question ouverte

Hoeveel procent is het loon
gestegen van 2011 naar
2012? (1decimaal)

Slide 15 - Question ouverte

Toepassing: Indexcijfers
NIC: Nominaal indexcijfer: verandering van het inkomen
PIC: Prijs indexcijfer: verandering van de prijzen.
RIC: Reëel indexcijfer: verandering van de koopkracht.


RIC=NICPIC

Slide 16 - Diapositive

Hoeveel is de RIC in 2012?
(1 decimaal)

Slide 17 - Question ouverte

Is de koopkracht
in 2012 gestegen of
gedaald?
A
Gestegen
B
Gedaald

Slide 18 - Quiz

Loon basisjaar 2015: 2000 euro
Loon nieuwjaar 2020: 2500 euro
Indexcijfer 2020 = ????
A
1,25
B
0,8
C
125
D
80

Slide 19 - Quiz

Basisjaar: 2016. De broodprijs is € 2,10.
In 2018 is het prijsindexcijfer voor brood 107. Wat is de broodprijs is 2018? (x,xx)

Slide 20 - Question ouverte

In het basisjaar kost een racefiets gemiddeld € 1.750. Drie jaar later is het indexcijfer 89,5. Met welk bedrag is de gemiddelde prijs van racefietsen gedaald?
(x,xx)

Slide 21 - Question ouverte

In het basisjaar kost een racefiets gemiddeld € 1.750. Drie jaar later is het indexcijfer 89,5. Met welk bedrag is de gemiddelde prijs van racefietsen gedaald?
€ 1.750 : 100 x 89,5 = € 1.566,25
De daling is dus: € 1.750 - € 1.566,25 = € 183,75.


Of:
Prijs is met 100-89,5% gedaald = daling van 10,5%
1750 /100 * 10,5 = 183,75

Slide 22 - Diapositive

Nominaal inkomen is met 5% gestegen.
Prijspeil is met 3% gestegen.
Wat is er met de koopkracht gebeurd?
(afgerond op hele %)
A
Gedaald met 2%
B
Gedaald met 102
C
Gestegen met 2%
D
Gestegen met 102

Slide 23 - Quiz

Alles goed?
Geen vragen?

Ga aan de slag met paragraaf 7.6 (in je schrift), bereken bij vragen 3 t/m 8 de koopkracht uit via de NIC/PIC x 100 uit.

Niet alles goed, wel nog vragen: we oefenen nog even door!!

Slide 24 - Diapositive


Wat is het basisjaar?
A
2014
B
2015
C
2016
D
2017

Slide 25 - Quiz

Juist of onjuist?
Het indexcijfer is altijd 100 of hoger.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz


Wat is het indexcijfer van 2013?
A
94
B
95
C
96
D
97

Slide 27 - Quiz

Aan de slag!!
Ga aan de slag met paragraaf 7.6 (in je schrift), bereken bij vragen 3 t/m 8 de koopkracht uit via de NIC/PIC x 100 uit.

Slide 28 - Diapositive