WISK-Y H3.1

WISK-Y H3.1 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

WISK-Y H3.1 

Slide 1 - Diapositive

Deze les leer je
getal 
cijfer 
 
duizendtallen
honderdtal 
tiental 
eenheid
tiende
honderdste
decimaal 
afronden 

Slide 2 - Diapositive

Een getal is alles met meer cijfers 
bijvoorbeeld 
Het getal 6,8  bestaat uit de cijfers 6 en 8 

Een cijfer = 0 - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 

Slide 3 - Diapositive


Is 5 een cijfer of een getal?
A
cijfer
B
getal

Slide 4 - Quiz

D
H
T
E       
402
8561
36
Elk getal heeft een andere waarde

Slide 5 - Diapositive


Wat is de waarde van 5 is 
8453?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 6 - Quiz


Wat is de waarde van 3 in 306? 

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

D
H
T
E      , 
t
h
940,1
50,26
Elk getal heeft een andere waarde
3547,61

Slide 10 - Diapositive

boek blz 86 

Slide 11 - Diapositive

Decimalen 

Een getal achter de komma noem je een decimaal. 

3,5 heeft 1 decimaal
3,74 heeft 2 decimalen

Slide 12 - Diapositive


Hoeveel decimalen heeft het getal 91,2
A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quiz


Hoeveel decimalen heeft dit getal? 
549,45

Slide 14 - Question ouverte

decimaal getal 
kommagetal
heel getal 
Tekst
54,2
641
5,423
5423
6,41
542

Slide 15 - Question de remorquage

afronden 

Als je een getal afrondt kan je sneller rekenen. 

Hoe rond ik af op een heel getal? 

Kijk naar het eerste getal achter de komma. 

0 t/m 4            het blijft hetzelfde.
5 t/m 9            tel 1 op bij het getal. 
Bijvoorbeeld 
Rond het getal af op een heel getal.

2,31 ≈ 2 
2,56 ≈ 3 

Slide 16 - Diapositive


Rond het getal af op een heel getal. 
4,7

Slide 17 - Question ouverte


Rond het getal af op een heel getal. 
7,21

Slide 18 - Question ouverte


Rond het getal af op een heel getal. 
12,40

Slide 19 - Question ouverte

Maak opdracht 4 op blz. 87.


Slide 20 - Diapositive

Schatten 

Als je uitrekent hoeveel is ongeveer is noem je dat schatten

Bijvoorbeeld: 

Schat de uitkomst 

3,2 + 6,8 ≈ 10
3 + 7 = 10 

Slide 21 - Diapositive


Rond de getallen af en schat de uitkomst. 
7,3 + 10, 1 ≈

Slide 22 - Question ouverte


Rond de getallen af en schat de uitkomst. 
99,8 - 30,1 ≈

Slide 23 - Question ouverte

Maak opdracht 7 en 8 op blz. 88.


Slide 24 - Diapositive

Deze les leer je
getal 
cijfer 
 
duizendtallen
honderdtal 
tiental 
eenheid
tiende
honderdste
decimaal 
afronden 

Slide 25 - Diapositive

Wat wil jij extra oefenen?
Getal en cijfer
decimale getallen
afronden
schatten
niks
alles

Slide 26 - Sondage

Maak opdracht 1,2,3 op blz. 89.
Maak opdracht 4 en 5 op blz. 90.
Maak opdracht 6,7,8 op blz. 91. 
Maak opdracht 11,12 en 13 op blz 93. 


Klaar? 
Vraag een nakijkblad aan mevrouw Fenna. 


Slide 27 - Diapositive