WISK X HOOFDSTUK 3 Getallen 2 - Les 3.2 Grote getallen

WISK - X
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Secundair onderwijs

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WISK - X

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 1
HOOFDSTUK 3 
GETALLEN 1 
LES 3.1
Grote getallen

Slide 2 - Diapositive

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je van grote getallen?

Slide 4 - Carte mentale

Nieuwe woorden. Schrijf de getallen in jouw taal.

het getal/het cijfer/ schatten/berekenen/

Slide 5 - Question ouverte

Nieuwe woorden. Schrijf de getallen in jouw taal.



in cijfers
in letters
mijn taal (letters)
100
honderd

Slide 6 - Question ouverte

Nieuwe woorden. Schrijf de getallen in jouw taal.



in cijfers
in letters
mijn taal (letters)
1.000
duizend

Slide 7 - Question ouverte

Nieuwe woorden. Schrijf de getallen in jouw taal.
in cijfers
in letters
mijn taal (letters)
1.000.000
miljoen

Slide 8 - Question ouverte

Nieuwe woorden. Schrijf de getallen in jouw taal.
in cijfers
in letters
mijn taal (letters)
1.000.000.000
miljard

Slide 9 - Question ouverte

Nazeggen
  • honderd
  • duizend
  • miljoen
  • miljard 

Slide 10 - Diapositive

Bekijk de voorbeelden hieronder samen met de klas
103             = honderddrie of honderden drie
571             = vijfhonderdenzeventig
902            = negenhonderdtwee of negenhonderdentwee



Na de woorden duizend, miljoen en miljard schrijf je altijd een spatie.
1.001 = duizend en een of duizend een
3.190 = drieduizend honderdnegentig
10.002 = tienduizend en twee of tienduizend twee
56.764 = zesenvijftigduizend zevenhonderdvierenzestig
132.000 = honderdtweeëndertigduizend
3.000.001 = driemiljoen en een of driemiljoen een
5.000.976 = vijfmiljoen ngenhonderdzesenzeventig
Grote getallen zijn moeilijk te lezen, daarom zetten we er puntjes in.
Na drie cijfers komt er een punt. je telt daarbij van rechts naar links.
Voorbeeld: 2238495052 = 2.238.495.052

Slide 11 - Diapositive

cijfer
waarde
naam
3
3000
duizendtallen
9
900
honderdtallen
7
70
tientallen
1
1
eenheden
5
0,5
tienden
4
0,04
honderdsten

Slide 12 - Diapositive

cijfer
waarde
naam
Deze opdracht staat in je boek op blz. 80. 
Vul deze nu in.

Slide 13 - Diapositive

Afronden
Soms moet je een getal afronden. Als je een getal af rondt, maak je er een mooi getal van. Na het afronden heeft een getal niet meer exact dezelfde waarde. Het getal heeft ongeveer dezelfde.

Als je moet afronden op eenheden, moet er een nul achter de komma komen. Afronden  op eenheden of helen doe je zo:

Kijk naar het getal achter de komma.
  • Is dat getal 5 of hoger?    → Tel dan 1 op bij de eenheden
  • Is dat getal lager dan 5?  → Laat de eenheden hetzelfde.

Slide 14 - Diapositive

Voorbeelden
3,4 ≈ 3 (3,4 is ongeveer 3,0
3,5 ≈ 4 (3,5 is ongeveer 4,0

Slide 15 - Diapositive

Rond de volgende getallen af op helen.
3,2 /6,8/7.3/9,1/104,8


Slide 16 - Question ouverte

Rond de volgende getallen af op helen.
4,6 / 10,6 / 123,6 / 1.1 / 0,3


Slide 17 - Question ouverte

Rond de volgende getallen af op helen.
3,5 / 8,5 / 9,4 / 21,6 / 99,8


Slide 18 - Question ouverte

Decimalen
Een getal achter de komma heet een decimaal. het getal 3,5 heeft dus 1 decimaal. Het getal 3,567 heeft drie decimalen.

Slide 19 - Diapositive

Nieuwe woorden. Schrijf de getallen in jouw taal.

afronden / de decimaal - de decimalen

Slide 20 - Question ouverte

Nazeggen
  • afronden 
  • de decimaal - de decimalen

Slide 21 - Diapositive

Hoeveel decimalen heeft het getal?
2,5067


Slide 22 - Question ouverte

Hoeveel decimalen heeft het getal?
3,010495


Slide 23 - Question ouverte

Hoeveel decimalen heeft het getal?
912,3345


Slide 24 - Question ouverte

Hoeveel decimalen heeft het getal?
1,2001


Slide 25 - Question ouverte

Hoeveel decimalen heeft het getal?
5,90743


Slide 26 - Question ouverte

Hoeveel decimalen heeft het getal?
62,34


Slide 27 - Question ouverte

Hoeveel decimalen heeft het getal?
566,9981


Slide 28 - Question ouverte

Rond het getal af en schat de uitkomst.
3,9 + 5,2 =?
Afronden = 4 + 5
Schatten = 9


Slide 29 - Question ouverte

Rond het getal af en schat de uitkomst.
7,3 + 10,1 =


Slide 30 - Question ouverte

Rond het getal af en schat de uitkomst.
99,8 – 30,1 =


Slide 31 - Question ouverte

Rond het getal af en schat de uitkomst.
29,7 + 2,1 =


Slide 32 - Question ouverte

Rond het getal af en schat de uitkomst.
3,2 + 4,1 =


Slide 33 - Question ouverte

Rond het getal af en schat de uitkomst.
7,8990 – 4,00001 =


Slide 34 - Question ouverte

Rond het getal af en schat de uitkomst.
2,3 x 6,1 =


Slide 35 - Question ouverte

Extr

Slide 36 - Diapositive

Taak 3.1 Afronden en de waarde van getallen
  • Maak de taken van Blz. 83 tot en met blz. 86
  • Doe dit in stilte (stoplicht)

  • Heb je de taken niet af dan is het huiswerk
  • Als je de taken af hebt laat je dit aftekenen/zien.

Slide 37 - Diapositive

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 38 - Diapositive