H4L24 - 1THE - Vrijdag 21 juni - Dia-toetsen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welkom 1THE : )

 

Planning van dit uur

• Dia-toets (www.diatoetsen.nl) 

Aan het einde van deze les

• heb je de Dia-toets gemaakt. 

Toetsen en opdrachten t/m zomervakantie:

• Boekpresentaties
  

• Repetitie H4 + H5
  Laatste toetsweek

Deze les behandelen we vier dingen:

1. Tegenwoordig deelwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord/bijzondere soort 1/2: stoffen bijvoeglijk naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord/bijzondere soort 2/2: voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord 

1. Tegenwoordig deelwoord

•  Geeft aan dat een handeling bezig is 
• Schrijf een -d achter de infinitief (hele werkwoord)

Fluitend brengt de postbode de post rond.

Fluitend bracht de postbode de post rond. 

De jongens zaten juichend op de bank.

Wat is het tegenwoordig deelwoord in deze zin?

1. jongens
2. zaten
3. juichend
4. bank

Wat is de goede spelling?

1. Hij was lachent de tent aan het opzetten.
2. Hij was lachend de tent aan het opzetten .

1. Tegenwoordig deelwoord

•  Geeft aan dat een handeling bezig is 
• Schrijf een -d achter de infinitief (hele werkwoord)

Fluitend brengt de postbode de post rond.

Fluitend bracht de postbode de post rond. 

2. Bijvoeglijk naamwoord 

• Hoort bij een zelfstandig naamwoord
• Voegt een kenmerk toe aan het zelfstandig naamwoord

Een gezonde maaltijd

• Bijzondere soort 1: stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (eindigt op -en)

De wollen sjaal / het rieten dak / de gouden ring (uitzondering: plastic, aluminium) 

3. Bijvoeglijk naamwoord bijzondere soort 1/2 

• Bijzondere soort 1: stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (eindigt op -en)

De wollen sjaal / het rieten dak / de gouden ring (uitzondering: plastic, aluminium) 

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffen bijvoeglijk naamwoord?

1. Gezonde
2. Scherpe
3. Groene
4. Zilveren

Hoe spel je het op de goede manier?

1. De kartonne doos
2. De kartonnen doos

Schrijf zelf een stoffen bijvoeglijk naamwoord op met een zelfstandig naamwoord erbij.

4. Bijvoeglijk naamwoord bijzondere soort 2/2

Noem een zelfstandig naamwoord

Noem een bijvoeglijk naamwoord

Noem een voltooid deelwoord

Maak nu eens een bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord (en zet er een zelfstandig naamwoord bij)

4. Bijvoeglijk naamwoord bijzondere soort 2/2 

• Bijzondere soort 2: voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

De gezochte man / de uitgereikte medaille / het bezette pand / de gewonnen wedstrijd

4. Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: spelling

• Zwakke werkwoorden: schrijf zo kort mogelijk
  De verbrede weg, de verlichte kamer, de geredde drenkeling
  
  
• Sterke werkwoorden: geen verandering 
  De gebakken aardappels, de gelopen route
  

De [blazen] ballon

1. geblaze
2. geblazen
3. geblaazen

blazen - blies - geblazen

de geblazen ballon

De [werken] uren

1. gewerkte
2. gewerkten
3. gewerktte
4. gewerktten

werken - werkte - gewerkt

de gewerkte uren

De [uitwerken] medicijnen

1. uitgewerkte
2. uitgewerkten

uitwerken - uitwerkte - uitgewerkt

de uitgewerkte medicijnen

Het [bedraden] netwerk

1. bedrade
2. bedraadde
3. bedraadden
4. bedraden

bedraden - bedraadden - bedraad

het bedrade netwerk

Het [raden] antwoord was goed.

1. gerade
2. geraden
3. geraadden
4. geraaden

raden - raadden - geraden

het geraden antwoord

Deze les behandelen we vier dingen:

1. Tegenwoordig deelwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord/bijzondere soort 1: stoffen bijvoeglijk naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord/bijzondere soort 2: voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord