Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Uitleg over hoe je een betekenis kan afleiden uit de tekst
Je weet wat de woorden synoniem, omschrijving, voorbeelden, tegenstelling en afbeelding betekend.
Je kunt een voorbeeld geven van deze woorden,
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent het woord remedie?
Slide 3 - Diapositive
A
Het woord remedie betekent einde
B
Het woord remedie betekent versiering
C
Het woord remedie betekent oplossing
D
Het woord remedie betekent veerponten
Slide 4 - Quiz
Hoe heb je het antwoord op de vorige vraag gevonden?
Slide 5 - Question ouverte
Synoniem
Kijk of er in de tekst een synoniem staat.
Een synoniem is een ander woord dat ongeveer hetzelfde betekent.
Slide 6 - Diapositive
Omschrijving
Lees de alinea waarin het woord staat helemaal.
Soms geeft de schrijver in de zinnen voor of na het woord een uitleg of omschrijving.
Slide 7 - Diapositive
Voorbeelden
Zoek voorbeelden.
Soms kun je hieruit de betekenis van het woord afleiden.
Voorbeelden staan vaak na woorden zoals: bijvoorbeeld, denk aan, onder andere, zoals.
Slide 8 - Diapositive
Tegenstelling
Kijk of er in de tekst een tegenstelling staat. Ken je het tegenovergestelde woord, dan kun je de betekenis van het andere woord hieruit afleiden.
Slide 9 - Diapositive
Afbeelding
Staat er een afbeelding in de tekst?
Soms kan die je ook helpen om de betekenis te vinden.
Wat betekent het woord "helder"?
Slide 10 - Diapositive
Als je een woord in de tekst dus niet weet, kun je de betekenis op 5 manieren achterhalen. Welke 5 heb je net gehoord?
Slide 11 - Question ouverte
Larissa keek afgunstig naar de dure merkschoenen van Priscilla. Ze was nog nooit zo jaloers geweest op haar beste vrienden. Wat betekent "afgunstig"?
A
duur
B
beste vrienden
C
jaloers
D
gek
Slide 12 - Quiz
Het buurtfeest wordt gesponsord door lokale ondernemers. De plaatselijke slager zorgt bijvoorbeeld voor lekkere hapjes. Wat betekent "lokale"?
A
buurtfeest
B
gesponsord
C
bijvoorbeeld
D
plaatselijke
Slide 13 - Quiz
Tijdens het eten hield Giovanni continu zijn telefoon in de gaten. Ook 's avonds bleef hij steeds controleren of hij een berichtje had ontvangen. Wat betekent "continu"?
A
steeds
B
soms
C
nooit
Slide 14 - Quiz
De politie trad kordaat op tijdens de brand. Omdat ze de situatie moedig tegemoet traden, kon grote schade worden voorkomen. Leid de betekenis af van "kordaat".
A
dapper
B
rustig
C
voorzichtig
Slide 15 - Quiz
"Ik beloof je plechtig, dat ik er voorzichtig mee om zal gaan", zegt Kishan. "Ik weet hoe zuinig je op je auto bent." Leid de betekenis af van "plechtig".
A
met tegenzin
B
serieus
C
stiekem
Slide 16 - Quiz
Ramon is een frequent bezoeker van de sportschool. Dat weet ik, omdat ik hem daar bijna elke dag zie. Leid de betekenis af van "frequent".
A
beroerd
B
matig
C
regelmatig
Slide 17 - Quiz
Na het incident werd druk gesproken over de mogelijke oorzaken. Zo'n vervelende toestand moeten we in de toekomst zien te voorkomen. Leid de betekenis af van "incident".